Achtergrond

Hoop in Dikira’s duisternis

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het Indonesische eiland Sumba ligt zo’n vierhonderd kilometer oostelijk van toeristenparadijs Bali. Het is een arm en afgelegen gebied. Elektriciteit en stromend water zijn er nog lang geen gemeengoed. Maar sinds 2010 worden steeds meer dorpen op het eiland via kleinschalige ontwikkelingsprojecten voorzien van de nodige basisvoorzieningen. Welke gevolgen dat heeft voor Sumba lees je hier in deze serie. In de eerste aflevering: Dikira.

Dikira is een afgelegen boerengemeenschap, verborgen in het westelijke berggebied van Sumba. Het overgrote deel van de inwoners woont in primitieve bamboehutten en heeft geen beschikking over elektriciteit. In twee van de vier sub-dorpen (de vier ‘dusun’) is sinds kort elektriciteit beschikbaar. Maar de meest afgelegen huizen worden nog steeds in duisternis gehuld als de zon om zeven uur ‘s avonds achter de horizon verdwijnt, waardoor het leven er geruisloos tot stilstand komt.

Hans Wetzels werkt als journalist voor onder andere OneWorld en de Groene Amsterdammer. Hij was lid van het Hivos expeditie team dat naar Sumba afreisde om aan den lijve te ondervinden hoe het is om zonder elektriciteit te leven en te kijken welke gevolgen elektriciteit kan hebben voor lokale gemeenschappen.
Voor meer informatie: www.druktemaken.nl
Twitter: @HansWetzels

Kerosine
Vanaf de kustlijn van Sumba stijgt de weg razendsnel het binnenland in, richting Dikira. De tropische begroeiing wordt dichter en dichter. Langs de weg staan stalletjes waar plastic literflessen kerosine te koop aangeboden worden. Diep weggedoken onder de bladeren van een bananenboom flakkert in de verte een eenzaam televisiescherm. Als de regen losbarst kan onze chauffeur een buffel die doodgemoedereerd de weg opwandelt ternauwernood ontwijken: “Eigenlijk zou het droog moeten zijn in deze tijd van het jaar. Maar het weer is de laatste jaren onvoorspelbaar geworden. Die vervloekte klimaatverandering doet meer slecht dan goed.”

Kinderrovers
Dikira telt in totaal 1.586 inwoners, verspreid over vier kleine dorpsgemeenschappen. Mayailo is het meest afgelegen dorp van Dikira. De kleine gemeenschap ligt hoog in de bergen en is alleen te voet bereikbaar. De beklimming is steil en lang. Begaanbare paden zijn er meestal niet. 

Sumba ligt ten zuiden van Flores en westelijk van Timor in het uiterste oosten van de Indonesische archipel. De oppervlakte van het eiland beslaat iets minder dan de helft van Nederland. Ooit noemden de Hollanders het Sandelhouteiland. Nu wonen en werken de ongeveer 650.000 inwoners  voornamelijk in zelfvoorzienende boerengemeenschappen. Het landschap is onherbergzaam bergachtig, afgewisseld met droge hoogvlaktes. Elektriciteit is alleen beschikbaar rond de grotere steden Waikabubak en Waingapu.

De ondergaande zon kleurt de traditionele familiegraven op het dorpsplein bloedrood. De mannen van het dorp zitten in het wegstervende zonlicht kruidnagelsigaretten te roken en kijken verbaasd op. Buitenlanders komen hier maar zelden. De mythe gaat zelfs dat blanken alleen maar naar dit afgelegen gebied afreizen om kinderen te roven. Twee jaar geleden is er in deze bossen nog een Zwitserse toerist met stokken en stenen het ziekenhuis ingeslagen vanwege dit oude verhaal. De kinderen kijken angstig in de rondte.

“Het is belangrijk dat jullie hier nu zijn. Op die manier leert de gemeenschap dat blanke mensen geen kwaad in de zin hebben”, vertelt het dorpshoofd, terwijl hij in de schimmige verlichting van een kerosinelamp de nek van een kip doorsnijdt om in het verse kippenbloed de toekomst van zijn gasten te kunnen lezen. Tegelijkertijd vertelt hij wat hij zelf van zijn eigen toekomst verwacht: “Andere dusun binnen Dikira hebben wel al elektriciteit. Maar hier is nog niets. Ik voel me soms net een buffel. Na het werk moet ik direct gaan slapen omdat het zo donker is.”

Gebrek aan perspectief
De gebrekkige toegang tot energie heeft zijn invloed op de agrarische productie en dus op de levensstandaard van de bevolking. Armoede op Sumba betekent vooral een gebrek aan perspectief. De boeren verbouwen net genoeg rijst en cassave om zichzelf te kunnen voeden. In de bossen groeit cacao en er staan bananenbomen. De grotere steden op Sumba, zoals bijvoorbeeld hoofdstad Waingapu, zijn aangesloten op het elektriciteitsnet van de Indonesische staatsbedrijf Perusahaan Listrik Negara (PLN). Maar het overgrote deel van de Sumbanezen wordt aan hun lot overgelaten door de overheid. Het landschap is simpelweg te onherbergzaam en het aantal inwoners te klein om grootschalige investeringen in energie-infrastructuur te kunnen rechtvaardigen.

Biogasinstallaties
Bapak Augustinus woont in het beter toegankelijke deel van Dikira aan de voet van de bergen. Hij is het hoofd van één van de boerencollectieven die het dorpje rijk is. Sinds 2011 heeft hij thuis de beschikking over elektriciteit. Op zijn dak prijkt een zonnepaneeltje dat een aantal kleine lampen van stroom voorziet en in de tuin achter zijn huisje is recentelijk een biogasinstallatie aangelegd. Elke ochtend staat hij om zes uur op om de installatie te vullen met water en mest. Door vergisting komt er methaan vrij dat in huis gebruikt kan worden. In de keuken staat een gasstelletje dat Augustinus en zijn gezin sinds kort gebruiken om eten op te koken. Hij is blij met zijn biogasinstallatie: “Vroeger gebruikten we kerosine om op te koken. Dat kostte ongeveer tienduizend rupiah per liter. En omdat ons dorp zo ver van de markt  ligt, moesten we ook nog eens een stuk reizen om het aan kunnen schaffen. Uiteindelijk waren de transportkosten daardoor vaak meer dan de kerosine zelf kostte.”

Iconic Island
Onder de naam Sumba: Iconic Island is de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Hivos in 2010 met een ambitieus project begonnen om Sumba van honderd procent duurzame energie te voorzien. De biogasinstallaties zijn onderdeel van het project. Hivos financierde ongeveer zestig procent van de installaties die in Dikira aangelegd zijn, vertelt Adi Lagur, de op Sumba geboren projectcoördinator van Hivos. “De bijdrage van de lokale gemeenschap zat hem vooral in het verzetten van handwerk en het aanleveren van lokaal aanwezige materialen zoals stenen en zand. De rest van de aanleg is door Hivos gesubsidieerd.”  

In 2010 is de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Hivos (Humanistisch Instituut voor Ontwikkelingssamenwerking) onder de naam ‘Sumba: Iconic Island’ een ambitieus project gestart om Sumba van duurzame energie te voorzien. In maart 2011 tekenden verschillende lokale partners met Hivos een overeenkomst om dit ambitieuze doel te realiseren door onder andere bij de veelal geïsoleerd levende gemeenschappen in het binnenland waterkrachtinstallaties, biogasvergisters en zonnepanelen aan te leggen.
Voor meer informatie over het project: www.supportsumba.nl

Elektriciteitsnetwerk
Augustinus behoort tot de kleine groep gelukkigen die ondertussen elektriciteit en gas in huis heeft. Hij kan daardoor langer doorwerken en zijn kinderen kunnen nu ’s avonds hun huiswerk doen.  Tegenwoordig gaat hij zelfs af en toe naar districtshoofdstad Waikabubak om daar cassave of rijst te verhandelen op de lokale markt. Met het geld dat hij daaraan overhoudt wil hij zijn kinderen laten studeren.

Een groot deel van zijn dorpsgenoten moet het echter nog zonder elektriciteit stellen. Aan de verderop in het bos gelegen waterkrachtcentrale Lokomboro, die eigendom is van de regering, hebben de dorpelingen tot nu toe weinig. De simpele maar effectieve waterkrachtinstallatie maakt ingenieus gebruik van de natuurlijke omstandigheden op Sumba. Het water stort vanuit een ondergronds bergmeer via een rode pijpleiding de berghelling naar beneden. Onder aan de berg wordt er stroom opgewekt door een turbine. Die turbines zijn ooit gefabriceerd door het Franse bedrijf Alsthom, legt Adi Lagur uit. “Lokomboro is jaren geleden gebouwd met geld van de Franse ambassade. De installatie is tegenwoordig eigendom van PLN en deel van een gesloten systeem waarbinnen ook een zonnekrachtcentrale en een centrale met dieselgeneratoren elektriciteit opwekken. In theorie kunnen we grote delen van west en centraal Sumba op deze manier van stroom voorzien. Maar omdat er geen fatsoenlijk elektriciteitsnetwerk is, profiteren dorpen in de omgeving niet mee van de elektriciteit die in Lokomboro opgewekt wordt. Door te focussen op de realisatie van kleinschalige energievoorziening in de dorpen zelf hopen we dat probleem te kunnen omzeilen.”

Foto: Flickr

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons