Achtergrond

Goudkoorts in het land van zilver

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

In de zestiende eeuw kwamen de Spanjaarden naar Argentinië, op zoek naar zilver. Ze vernoemden het land er zelfs naar. Vijf eeuwen later heerst er goudkoorts in de provincie Santa Cruz, in het zuiden van Argentinië. Er zijn vijf grote mijnbouwprojecten, en hun aantal blijft groeien.

Mijn tocht start in Puerto Deseado, aan de Atlantische kust. In de haven liggen vissersboten,  maar het is de mijnbouw die voor nieuwe banen en welvaart moet zorgen. Op 80 kilometer van het stadje wordt een nieuwe mijn gebouwd.

De provinciale overheid, maar ook veel inwoners hadden zich al rijk gerekend met de komst van de multinatonals, maar volgens raadslid Pablo Rapetti is de praktijk anders: “Tot nu toe zijn nog niet veel mensen aangenomen. Ook profiteren lokale ondernemers nog te weinig als leverancier.” Daarom richtte Rapetti een commissie op die de activiteiten van het bedrijf controleert. Hij wil de band tussen het mijnbedrijf en de lokale bevolking verbeteren.

Met z’n tienen
Sommige inwoners willen überhaupt geen mijn in de buurt. Zij hebben in de basisschool een bijeenkomst georganiseerd.  Ik schrik van de opkomst: we zijn met z’n tienen. Rodrigo neemt het woord. Omdat hij in de visvaart werkt, is hij vaak in de haven. “Iedere week lost een schip containers met cyanide, dat kan niet gezond zijn.” De cyanide wordt gebruikt om goud en zilver te scheiden van het gesteente. Volgens hem is het laden en losse van cyanide in andere havens van Argentinië verboden.

Activisten als Rodrigo proberen de mijnbouw te stoppen, maar hun middelen zijn beperkt: hier en daar zie je wat muurschilderingen. En op een rots die boven Puerto Deseado uit torent, hebben ze stiekem een spandoek opgehangen, dat ze me met trots laten zien.

Als ik ze vraag of steun krijgen van de lokale bevolking, is het even stil. Luis: “Mensen denken niet aan het milieu, maar aan werk. Maar juist onze banen staan op de tocht. Als de cyanide het water vervuilt, kunnen wij niet meer vissen en verliezen we onze baan.” Een andere activist – die uitdrukkelijk anoniem wil blijven – vertelt dat hij wordt bedreigd door mijnwerkers uit zijn wijk.

Mensen maken zich zorgen om hun baan, niet om het milieu.

Omar Latini, een politicus van de Arbeiderspartij uit de regio praat de groep moed in. “In mijn stad was het moeilijk om mensen te interesseren voor milieuproblemen. Totdat er twintig dagen geen drinkwater was vanwege een kapot aquaduct. Ondertussen hadden de oliebedrijven wel toegang tot water.” Nog deze maand wordt in het parlement een wet behandeld die de watervoorziening in de regio moet beschermen. Latini adviseert de groep naar een referendum over de mijnbouw toe te werken. Dat kan in Santa Cruz. Als een meerderheid tegen is, dan kan de mijn gesloten worden. Bij Rodrigo komt even een twinkeling in de ogen; “Ik wil dat mijn zoontje ook in Puerto Deseado kan opgroeien.”

Journalist Daniel Altamira geeft de activisten echter weinig kans. “De economie van Santa Cruz ligt stil. Buiten de mijn- en oliesector is er erg weinig werk. Mensen maken zich zorgen om hun baan, niet om het milieu.”

Toenemend geweld
Een paar honderd kilometer verderop, in Pico Truncado, heb ik een afspraak met Marcos Pintos in het regionale kantoor voor de bouw. “We willen dat de mijnbedrijven meer lokaal personeel aannemen,” zegt hij. “Nu gebruiken zeggen ze dat er onvoldoende gekwalificeerd personeel is. Daarom hebben we opleidingen opgezet.” Javier Castro, hoofd van de vakbond voor mijnwerkers wil dat er een opleiding voor de mijnindustrie wordt opgezet: “Ik hoop dat we ooit een mijnindustrie hebben waarin alle werknemers Argentijns zijn: van mijnwerker tot directeur.”

Wel maakt Castro zich zorgen om het toenemende geweld in de sector. De vakbond van Pintos is niet bang om grof geschut in te zetten. “Als bedrijven niet luisteren, dan is het af en toe nodig om te dreigen. Dan gooien we bedrijven gewoon op slot.” Artikelen in de lokale kranten claimen echter dat gewelddadige confrontaties tussen mijnwerkers en vakbonden regelmatig voorkomen. Het zou voorkomen om mijnbedrijven met geweld te dwingen met bepaalde leveranciers in zee te gaan.

Als bedrijven niet luisteren, dan is het af en toe nodig om te dreigen. Dan gooien we bedrijven gewoon op slot

Structureel begrotingstekort
De politici in Santa Cruz kijken ondertussen de andere kant op. Journaliste Sara Delgado uit hoofdstad Río Gallegos probeert me uit te leggen hoe dat kan. “De provincie heeft een structureel begrotingstekort. Daarom wil de regering dat bedrijven meer gaan betalen. Zo heeft het parlement de royalties al verhoogt van 1% naar 3% van de winst. De gouverneur wil nog een extra belasting heffen die € 1.200.000 moet opleveren.  Maar deze heffing wordt door slechts enkele mijnbedrijven, onder protest en slechts deels betaald.” Het parlement blokkeert op dit moment nieuwe fiscale voorstellen, omdat ze ruzie hebben met de gouverneur.

Met ieder gesprek dat ik voer, wordt mijn verbazing groter en groter: mijnbedrijven doen waar ze zin in hebben, de overheid is vooral druk met zichzelf, vakbonden strijden met elkaar om lucratieve contracten en milieuactivisten weten al helemaal niet wat ze met de situatie aanmoeten. Een verantwoorde manier van omgang met grondstoffen lijkt in Santa Cruz nog heel ver weg.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons