Achtergrond

‘Een half jaar training is te kort’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ook buiten Kunduz worden lokale agenten door Nederlandse politietrainers opgeleid. Nederland zendt 18 politietrainers uit naar de nieuwe staat Zuid-Sudan. OneWorld sprak in de provinciehoofdstad Bor met Susan Hendriks, rechercheur bij het Joint Hit Team van de politie Zuid-Limburg. Sinds eind oktober vorig jaar werkt ze in Zuid-Sudan.

Een eerste lichting trainers raakte behoorlijk gefrustreerd over hun tekort schietende mandaat en tegenwerking door de Zuid-Sudanese autoriteiten, getuige een artikel in Vrij Nederland van oktober vorig jaar ‘De slechtste missie ooit’. Susan loopt echter behoorlijk enthousiast rond in een van de meest onderontwikkelde gebieden ter wereld, en heeft als eerste trainer een half jaar verlenging aangevraagd én gekregen.

Wat doe je precies?
“Mijn taken hier zijn divers. Als UNPOL (politie die voor de VN werkt) zijn we hier om de SSNPS (South Sudanes National Police Service) te trainen, monitoren en adviseren. Dus geregeld geef ik training aan Zuid Soedanese politiecollega’s. De onderwerpen verschillen. Het kan gaan over verkeer, hoe je de ‘plaats delict’ behandelt , over het verhoren van slachtoffers, getuigen en verdachten, en over het schrijven van rapporten.

Waar schort het vooral aan?
“Wij proberen de Zuid-Sudanese politie community policing bij te brengen. Daarbij moet je denken aan de zogenaamde wijkagent zoals bij ons in Nederland: de politie werkt samen met de burger en deelt informatie over criminele activiteiten en onrusten. De politieagenten hier is dat vreemd. Je moet ze dus letterlijk mee naar buiten nemen, bijvoorbeeld naar de markt, om contact te maken met alle lagen van de bevolking. Daarnaast gaan wij co-locaten. We gaan dan bij de politiebureautjes langs om bijvoorbeeld de rechercheurs te adviseren als ze aan het werk zijn. Dagelijks gaan we het naar het ‘cellenblok’ van het politiebureau om te kijken hoe het met de arrestanten zit: zijn er onterechte aanhoudingen, hoe zit het met de de rechten van arrestanten en hoe gaan ze met jeugdige delinquenten om? Die behandelen ze niet altijd even netjes, om het zo maar te zeggen.”

Je bestrijkt de hele provincie?
“Ja, ik ben ook heel actief in de buitengebieden. Long Range Patrol noemen we dat. In het plaatsje Yuai heb ik bijvoorbeeld navraag gedaan over een verkrachtingszaak. Daar zouden ze een familielid van de verdachte hebben aangehouden omdat de verdachte ontsnapt was. De Long Range Patrol heeft een hoog primitief kampeergehalte en het is vaak lang en ver reizen. Niet iedere UNPOL wil het doen, maar ik vind het helemaal geweldig. Want daar zijn ook politieagenten en burgers die onze adviezen en onze hulp broodnodig hebben. Misschien wel meer dan in een iets grotere stad als Bor.

Je hebt nu ander werk gekregen?
“Ja, sinds enkele weken heb ik een andere functie en zit ik niet meer bij de trainingspoot. Ik ben nu GCVPP (Gender, Child and Vulnerable People Protection) coördinator voor de hele staat Jonglei. Ik houd bijvoorbeeld toezicht op de Special Protection Investigation Unit, een soort blijf-van-mijn-lijf-huis dat door een hulporganisatie is opgezet, maar waarbij de politie ook betrokken is. Ik wil een gender unit in Bor beginnen en ontdekken waar verder behoefte aan is. Ik kan me dus lekker in deze functie storten en het is mij helemaal op het lijf geschreven. Tenslotte hebben kinderen, vrouwen, bejaarden, gehandicapten en andere kwetsbare personen recht op bescherming, veiligheid en gelijke rechten ongeacht leeftijd, handicap, gender, huwelijkse status, nationaliteit, ras, taal, sociaal-economische staus, ethnische achtergrond, geloof, etc etc. Maar ik besef ook wel dat ik weer véél te veel plannen heb en dat er wellicht weinig van terecht komt omdat Zuid-Sudan er nog niet klaar voor is.”

{C}[[{“type”:”media”,”view_mode”:”media_large”,”fid”:”20083″,”attributes”:{“height”:321,”width”:480,”style”:”width: 409px; height: 292px; float: left;”,”class”:”media-image media-element file-media-large”}}]]Waarom doe je dit werk?
“Ik heb een enorme passie en interesse voor andere culturen, en voor verscheidenheid in religie en natuur. Ik ga al jaren op reis naar landen zoals Nepal, Tibet, India, Thailand, Bolivia, Peru, Chili, Paaseiland en maak trekkingen in gebieden als Himalaya, Patagonia en Vuurland. Dat doe ik alleen, met alleen een vliegticket en mijn rugzak. Ik reis low budget en overnacht het liefst bij de lokale bevolking. Dus ik ben nogal avontuurlijk aangelegd.Jaren geleden wilde ik mijn reizen combineren met vrijwilligerswerk. Een collega wees me op de vredesmissies waar ook politietrainers deel van uitmaken. Het leek me een ideale combinatie: mijn werk in een ander land gaan doen.
Ik vind dat iedereen recht heeft op zo’n goed en veilig leven als ik in Nederland heb. En als ik daar een steentje aan mee zou kunnen dragen…”

“Daarnaast is het mooi om een  – weliswaar heel klein – aandeel te hebben in de opbouw van een in dit geval ‘nieuw’ land en in de opbouw van het politieapparaat. Ik kan mijn kennis uit ruim twintig jaar politiewerk hier delen met anderen, en mezelf ook ontplooien en groeien. Dat is als vrouw moeilijker geaccepteerd zou kunnen worden, maakte het extra uitdagend. Maar ik moet zeggen dat ik op dat gebied totaal geen problemen ervaar.”

Wat trof je hier aan?
“De politie in Zuid Soedan heeft totaal geen basisopleiding gehad, geen basis politie-opleiding of welke andere school dan ook. Velen kunnen niet schrijven en lezen en spreken geen Engels. Soms weten ze dus niet eens hoe ze zich in een klaslokaal moeten ‘gedragen’. Ook moet je hen vaak letterlijk bij de hand nemen en alles exact voordoen omdat ze het simpel weg niet begrijpen. Ook dat vind ik logisch en soms zelfs wel aandoenlijk. Sommigen zijn heel erg gemotiveerd, met name de vrouwen en politieagenten in afgelegen gebieden, anderen hebben totaal geen interesse in training. Met een beetje creativiteit, spontaniteit, inventiviteit en motivatie krijg je toch heel wat dingen gedaan. Ik vind het in ieder geval geweldig als politieagenten mij op de tweede lesdag begroeten met een dikke knuffel en een gulle glimlach. Dat betekent dat ik toch iets goed doe. En al zetten ze maar kleine stapjes, er is vooruitgang.”

Kun je iets uitrichten tegen het etnisch geweld dat hier de afgelopen maanden honderden doden heeft geëist?
“Ja, dat is heel triest, die onderlinge twisten. Eerlijk gezegd kunnen wij daar niet veel aan doen voor wat betreft trainingen. Het zit zo in deze cultuur ‘gebakken’. Vooral in de staat Jonglei is het nu raak. Het ligt politiek erg gevoelig en ik laat me er nu dan ook liever verder niet over uit. In ieder geval heeft al dit geweld gevolgen voor ons als UNPOL. Veel van onze Long Range Patrols worden geannuleerd omdat het in sommige gebieden te onveilig voor ons is.”

Wat is je grootste succes?
“Nou, je kunt hier niet echt over grootste successen spreken, want het zijn echt babystapjes die wij zetten. Misschien een vrouwelijke agent die mij laatst in redelijk Engels aansprak. Zij heeft Engelse les bij ons gevolgd en heeft dit heel snel weten op te pakken. Misschien het gevaarlijke afdakje bij het politiebureau dat op instorten stond, en dat uiteindelijk na weken ‘adviseren’ toch werd afgebroken? Misschien het jongetje dat dagenlang gevangen zat bij de volwassenen voor een simpele diefstal, en dat uiteindelijk naar huis gezonden werd? Misschien de agenten die ik wél enthousiast en trots heb weten te maken op hun bijzondere taak als politieagent?”

Wat was het dieptepunt?
“Ik was goed voorbereid en kwam dus niet snel voor verrassingen te staan. Maar de omstandigheden waaronder gevangenen worden gehouden vind ik soms mensonterend. Ik was eens in de gevangenis in Juba, bij de afdeling ter dood veroordeelden. Daar stonden gevangenen, waarschijnlijk ook nog onschuldigen, met een ketting tussen hun benen. Negen man in een klein hokje, met een wc. Toen ben ik wel met een knoop in mijn maag weggegaan.”

Richten wij als Nederland met 18 politietrainers voldoende uit?
“Ik denk niet dat het specifiek een taak voor Nederland alleen is, maar ik denk wel dat wij óók hier moeten zijn om onze kennis te delen. Volgens mij steekt ons politieapparaat redelijk goed in elkaar, hebben wij goede politieagenten  – civiel én marechaussee – en daar kan de Zuid-Sudanese politie zijn voordeel mee doen. Of we met voldoende mensen binnen UNMISS (de VN-vredesmissie in Zuid-Sudan, red.) zijn? Tja, mijn mening is dat dit soort landen zoveel mogelijk hulp nodig heeft. Verder ben ik van mening dat de termijn van zes maanden – zolang duurt de missie voor ons Nederlanders hier –  véél te kort is. Er wordt namelijk veel geld gestoken in onze screening en opleiding,  en in de ondersteuning. Maar de daadwerkelijke periode dat ik hier zou werken was niet eens een half jaar – trek in- en uitroteren en ons verlof er vanaf en we houden 3,5 maanden over…. Tegen de tijd dat we precies weten wat onze taken zijn, wat we kunnen en willen en ons netwerk hebben opgebouwd, is het alweer bijna tijd om uit te checken.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons