Achtergrond

De woede van de rock drillers in mijnen Zuid-Afrika

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Sinds half augustus is de Lonmin mijn in Marikana, Zuid-Afrika, het toneel van gewelddadige demonstraties. Hoewel een conflict tussen twee rivaliserende vakbonden de aanleiding is voor het geweld, liggen er diepere oorzaken ten grondslag aan de onvrede, vertelt Nathalie Ankersmit van ActionAid. 

Wie zijn de stakers van Lonmin?
Er werken twee groepen arbeiders in de mijnen, de arbeiders uit Johannesburg en die uit buurlanden als Lesotho. De arbeiders uit Lesotho zijn ‘rock drillers’. Zij zijn verantwoordelijk voor het kapot boren van rotsen. Dit is het gevaarlijkste werk in de mijn waarbij regelmatig mensen ledematen verliezen of zelfs omkomen door vallende stenen. De ‘rock drillers’ krijgen het laagste loon van alle mijnwerkers. Bij deze groep arbeiders zit de meeste onvrede.

Wat doet ActionAid?

ActionAid voert campagne voor betere internationale regelgeving in de mijnbouw. De organisatie werkt samen met Afrikaanse partners die zich op inzetten voor eerlijke mijnbouw. Bench Marks Foundation leidt bijvoorbeeld mensen in lokale gemeenschappen op tot ‘community monitors’. Die rapporteren misstanden bij mijnbouwprojecten in hun regio aan Bench Marks Foundation. Al jaren waarschuwt Bench Marks Foundation voor de negatieve sociale gevolgen van mijnbouw. Zo wees Bench Marks Foundation vorige maand, in de zesde monitoring rapportage, wederom op de kwalijke omstandigheden bij de Lonmin mijn in Marikana.

Waar zijn de mijnwerkers boos over?
De mijnwerkers verzetten zich tegen de lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden. Een derde van de Lonmin mijnwerkers zijn tijdelijke werknemers. Zij zijn niet in vaste dienst maar worden steeds voor een week of twee aangenomen. Deze tijdelijke werknemers zijn voor het bedrijf  spotgoedkoop omdat zij geen recht hebben op training, kleding of sociale voorzieningen. Verder is de huisvesting rond de mijn van slechte kwaliteit en ontbreken essentiële voorzieningen. Tot slot nemen mijnbouwbedrijven grote lappen gemeenschapsgrond in en vervuilen ze veel van het beschikbare water.

Waarom breekt er juist nu geweld uit?
De staking in Lonmin was een gevolg op een staking eerder dit jaar bij een andere mijn, Implats, waar rock drillers eveneens een loonsverhoging eisten. Hier is het loon uiteindelijk ook fors gestegen. Bovenop deze staking kwam een conflict tussen twee vakbonden. Ontevreden mijnwerkers stellen dat de vakbond NUM niet opkomt voor hun belangen. De onvrede leidde tot het overlopen van veel mijnwerkers, voornamelijk de rock drillers, naar de relatief nieuwe vakbond AMCU. Eén van de dingen die AMCU NUM verwijt is dat ze zich opstellen als enige vakbond en de AMCU niet erkennen. De NUM krijgt ook politieke steun van het ANC. Het is een ingewikkeld web van belangen mijnwerkers, werkgevers en politiek, dat geleid heeft tot het uitbreken van het conflict.

Is er hoop op verbetering in de mijnbouw?
Zuid-Afrika heeft wel goede wetgeving op het gebied van mijnbouw, maar deze wordt niet nageleefd. Mijnbouwbedrijven beloven veel moois aan de lokale gemeenschap, maar hier komt niets van terecht. Zo leidt de nieuwe industrie in de regio tot een armere bevolking, in plaats van dat er juist vooruitgang wordt geboekt.

Er zijn sterkere internationale wettelijke kaders nodig om de mijnbouw in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat de lokale bevolking profiteert van de komst van een mijn. Alleen als bedrijven aan deze richtlijnen worden gehouden, is er hoop op verbetering.

Meer weten? ActionAid

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons