Wanneer water een probleem wordt

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Om beter te kunnen begrijpen welke waterrisico’s we lopen in de wereld, hebben we de webtool Aqueduct ontwikkeld. Dat is een data-atlas waarop elke watergebruiker met een internetverbinding kan zien hoe het met de watersituatie gesteld is in een bepaald gebied, in een bepaald seizoen en over een langere periode. Is er water beschikbaar, is het zoet, zout, schoon of vervuild? Hoe groot is de kans op droogte of een overstroming?” zegt Otto.

Dat is belangrijke informatie voor de voedingsindustrie, die afhankelijk is van landbouw. De 450 grootste leveranciers van McDonald’s gebruiken Aqueduct al.

Hoe gebruiken voedselproducenten de tool?
“Een aardappelleverancier in India zoomt bijvoorbeeld in op de kaart van zijn landbouwgronden en krijgt een Excelsheet met de verschillende waterrisico’s die daar spelen. Hij hoeft geen expert te zijn om zo’n overzicht te begrijpen. En op basis van die informatie kan hij dan betere beslissingen nemen.”

Aqueduct combineert open data over twaalf risico-indicatoren rond water. Die gaan verder dan de vraag of er voldoende schoon water is. De tool bevat ook data over de gezondheid van bewoners van het stroomgebied. En over de aanwezigheid van amfibieën, wat wijst op een gezond ecosysteem. Maar ook hoe het gesteld is met regelgeving rond water in een bepaald gebied en of water een issue is in de media en hoe erover geschreven wordt.

“Reputatie-risico’s en onzekere regelgeving zijn zaken waar bedrijven zich druk om maken, dus dat soort data hebben we ook in de tool gestopt om hun aandacht te trekken.”

Passen bedrijven en overheden hun werkwijze aan vanwege die informatie?
“Aqueduct is oorspronkelijk ontwikkeld voor bedrijven die produceren over de hele wereld. Zij zijn immers de grote spelers met veel impact op de watersituatie van de plekken waar ze zitten. Zij willen zelf ook voor al hun productielocaties weten hoeveel water hun fabriek ingaat en in wat voor staat het er weer uit komt. Dan kunnen ze dat managen door bijvoorbeeld extra water in te kopen, of afvalwater te behandelen en te hergebruiken. Maar ze maken zich ook zorgen over hun reputatie en wijzigingen in lokale regelgeving. Als er bijvoorbeeld niet genoeg schoon water overblijft voor lokale bevolking of boeren dan kan het bedrijf daarop worden aangevallen. En het treft hun eigen lokale werknemers ook. Of als het slecht gaat met amfibieën, omdat het water in het gebied vervuild is, dan lopen bedrijven daar de kans dat regelgeving wordt aangescherpt.

Omdat bedrijven zelf getroffen worden door dergelijke waterissues móeten ze er wel op reageren. En dat doen ze ook. Sommige worden net een beetje wakker, maar een paar grote merken in de voedsel- en drankeninstrustrie proberen echt iets te veranderen. Ze denken na over waterefficiëntere productiemethodes zoals druppelirrigatie waarbij minder water verloren gaat, of ze kopen grondstoffen in van kleinschalige producenten. En ze realiseren zich ook dat zij het niet alleen voor het zeggen hebben binnen een stroomgebied en dat ze daar moeten samenwerken met andere belanghebbenden. Zoals boeren, bewoners, milieuorganisaties, die trouwens ook de informatie uit Aqueduct gebruiken. Dat is eng voor bedrijven, want die processen kunnen ze niet zelf beheersen en ze weten ook niet hoe snel het resultaat oplevert.”

En wat doen overheden?
“Overheden doen vaak hun ogen dicht en hopen dat waterproblemen zichzelf oplossen. Vaak weten ze niet wat ze moeten doen en willen ze ook liever niets doen. Politiek gezien hebben ze ook redenen om níets te doen omdat er economische belangen en andere krachten spelen om de bestaande situatie zo te laten. Maar we proberen overheden wel te adviseren op basis van onze data. Zo zijn we in China in gesprek met NDRC (National Reform and Development Commission). China heeft zo’n 12% van de wereldbevolking en maar 4% van de wereldwatervoorraad, dus dat leidt tot problemen. Om te voorzien in de energiebehoefte, willen ze nieuwe kolencentrales aanleggen in de buurt van grote steden, waar de kolen in de grond zitten. Maar energiecentrales zijn enorme waterslurpers en de boeren en bevolking hebben ook water en voedsel nodig. Wij hebben de kaarten met de plannen voor de centrales op onze waterkaarten gelegd en het blijkt dat de helft gepland is in gebieden waar water al extreem schaars is. China probeert ook iets te doen aan de luchtvervuiling, dus hebben we de plannen om schoon gas te winnen uit kool voor ze bekeken, maar die bleken nóg veel meer water te verbruiken dan een gewone energiecentrale op kool.

In de VS gelden trouwens vergelijkbare problemen voor het winnen van schaliegas: in de Westelijke staten ligt 70% van de schaliegasvelden in hele droge gebieden. En dan hebben we het alleen nog maar over de hoeveelheid water en niet over de risico’s voor de waterkwaliteit.”

Zijn er naast rampscenario’s ook succesverhalen?
“Ja, we hebben een analyse gedaan voor Portland, Maine in de VS waar ze een nieuwe zuiveringsinstallatie wilden bouwen met een prijskaartje van 155 miljoen dollar. Wij hebben laten zien dat ze 100 miljoen dollar konden besparen door stroomopwaarts ontbossing tegen te gaan en te investeren in herbebossing, waterbuffers en andere groene oplossingen. Dat leverde ze net zulk schoon water op als de nieuwe zuiveringsinstallatie en nog een heleboel andere milieuvoordelen, naast een besparing van geld. Dat is een mooi praktijkvoorbeeld hoe een kleine gemeenschap geld bespaart en er tegelijk op vooruit gaat.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons