Hoe kunnen we klimaatgeld écht goed besteden?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het verleden heeft aangetoond dat geld uit klimaatfondsen zoals het Clean Development Mechanism nauwelijks iets oplevert voor de mensen die het ’t hardst nodig hebben. De realiteit is namelijk dat geld uit bestaande klimaatfondsen vooral gaat naar grootschalige projecten. En die hebben voor mensen die op dit moment te maken hebben met de gevolgen van klimaatverandering vaak geen, of zelfs nadelige effecten. Zo wordt er weer breed ingezet op grote dammen voor het opwekken van energie, waarvan bekend is dat ze grote risico’s met zich meebrengen voor zowel mens als milieu, ook al worden ze gepresenteerd als ‘duurzame energie’. 

danielle hirsch van both ends
Daniëlle Hirsch, directeur van Both ENDS.

Vooral water
In Parijs deden NGO's uit de hele wereld een oproep om te leren van de lessen uit het verleden en het beschikbare klimaatgeld op een andere manier te gaan besteden. Die oproep is om vooral te luisteren naar de behoeften en ideeën van de mensen voor wie klimaatverandering nu al de realiteit is: de boeren en boerinnen die kampen met toenemende droogte, de vissers die door het verdwijnen van koraal steeds minder vangen of de mensen in laaggelegen kustgebieden die lijden onder de gevolgen van overstromingen en cyclonen. De problemen die ontstaan door klimaatverandering hebben meestal te maken met water. Teveel of juist te weinig regenval, overstromingen en droogte, smeltend ijs en stijgende zeespiegel. En die problemen vragen om specifieke, lokale oplossingen.

Dijken en waterkeringen
Ook ons koude kikkerlandje wordt bedreigd door zeespiegelstijging, extreme stortbuien en veel te warme en natte winters. Maar is hier de nood aan de man, dan hogen we gewoon onze dijken op, leggen we waterkeringen aan en veredelen we zaden net zo lang tot ze in de nieuwe omstandigheden goed blijven groeien. En als dat niet lukt, halen we ons voedsel gewoon ergens anders vandaan. Wij hebben het geld en de middelen om ons aan te passen en te beschermen. Arme mensen in arme landen niet. Zij zijn voor hun voedsel direct afhankelijk van vruchtbaar land, bossen en… water. Als hun land onder water komt te staan of juist door droogte wordt geteisterd, is er geen geld voor dijken, waterkeringen, irrigatiesystemen of andere manieren om aan voedsel te komen. 

Lokale aanpassingen
Gelukkig hebben juist veel mensen in ontwikkelingslanden iets wat wij westerse stedelingen allang kwijt zijn: een diepgewortelde kennis van hun omgeving. Hun realiteit maakt dat ze zich voortdurend moeten aanpassen aan veranderende weersomstandigheden. Hun ervaring leert dat die problemen minder heftig zijn als ze de rivieren, bossen en mangroven zoveel mogelijk in stand houden: een groot deel van de klap van de veranderende weersomstandigheden wordt dan al opgevangen. 

Mensen in ontwikkelingslanden hebben iets wat wij westerse stedelingen allang kwijt zijn: een diepgewortelde kennis van hun omgeving

In Vietnam bijvoorbeeld, bekeek Suu Lam van het CSRD samen met de lokale bevolking, overheid en wetenschappers, hoe de mensen in het Huong stroomgebied in het noorden van Vietnam zich beter kunnen weren tegen de toegenomen stormen, regenval en het stijgende zeewater. Het gebruik van andere gewassen, het op slimme manieren veilig stellen van voedsel in het geval van een overstroming en het aanleggen van mangrovebossen, bleken lokaal toepasbare en effectieve strategieën. Dankzij de samenwerking tussen CSRD, gemeenschappen en lokale overheden, vormen ze nu de basis van het provinciale klimaatplan. Suu en haar collega’s gingen samen met de lokale bevolking aan de slag en vijf jaar later is er een uitgestrekt mangrovebos van 30 hectare verrezen, dat zorgt voor kustbescherming en een betere waterkwaliteit en biodiversiteit. 

Luister naar mensen als Suu
Eén van de grote uitdagingen de komende maanden en jaren, is te zorgen dat klimaatgeld terecht komt bij mensen zoals Suu en de lokale mensen waar zij mee werkt. Dat betekent dat het geld niet primair naar grote projecten moet gaan, maar vooral toegankelijk moet zijn voor vrouwenorganisaties, gemeentes, waterschappen en boerencoöperaties. De Nederlandse politiek staat ook achter die strategie: in een net aangenomen motie wordt de Nederlandse regering dan ook verzocht om hier actief werk van te maken. 

Parijs heeft pas echt effect voor arme mensen als het toegezegde geld ook goed besteed wordt. Dat zal alleen kunnen als lokale groepen, zoals CSRD, actief betrokken zijn in de besluitvorming en monitoring van projecten die met klimaatgeld worden gefinancierd. Parijs geeft voorzichtig hoop maar brengt ook risico’s van uitsluiting met zich mee. Het bereikte akkoord kan alleen tot verandering leiden als arme mensen het zelf voor het zeggen krijgen en mee kunnen denken en werken aan de manieren waarop zij minder kwetsbaar zullen worden voor de effecten van klimaatverandering. Met z’n allen moeten we koste wat het kost voorkomen dat Parijs er alleen maar toe leidt dat we in naam van klimaatverandering meer ellende veroorzaken dan we oplossen. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons