‘Gratis kraanwater bestaat niet’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Lang was hij werkzaam in de reclamewereld. En dat merk je. Met een vlotte babbel weet Geraldo precies hoe je van een saai onderwerp een goed verkoopbaar product maakt. Want toegegeven, zo sexy is kraanwater niet. Inmiddels heeft Join the Pipe (zie kader) honderden watertappunten in Nederland, werken ze samen met tientallen bedrijven, festivals en scholen en is het betrokken bij meer dan honderd waterprojecten in Afrika.

Join the Pipe

Join the Pipe is een organisatie die werd opgericht in 2008 met als doel om zo veel mogelijk mensen in de wereld toegang te geven tot schoon drinkwater. Sindsdien zijn er 25.000 mensen, scholen, restaurants en andere bedrijven bij aangesloten, zowel in Nederland als in de rest van de wereld. Het geld dat wordt verdiend met het installeren van tappunten en de verkoop van drinkflesjes in Nederland wordt besteed aan ontwikkelingsprojecten in het buitenland.

Hoe ben je vanuit de reclame in het water beland?
“Ik ben in 2004 gevraagd om filmpjes te maken over een aantal waterproblemen, waaronder de scheve verdeling van schoon drinkwater op de wereld en de toegankelijkheid daarvan. Na een paar jaar viel het me op dat we eigenlijk niet zo goed weten hoe het bijvoorbeeld in Afrika gaat. We kennen de beelden van dorstige kinderen en meisjes met emmers water op hun hoofd, maar van de ware problemen hoor je niet veel. Drinkwater is er wel, alleen vaak niet schoon, voor een beperkte groep toegankelijk of het wordt op een verkeerde manier gebruikt. Tegelijkertijd merkte ik dat er in Nederland ook niet echt een campagne was voor het drinken van kraanwater. Dus toen ben ik Join the Pipe begonnen.”

 

[[{“fid”:”30392″,”view_mode”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_kwart_breedte media-element file-file-styles-artikel-kwart-breedte”,”id”:”styles-5-0″}}]]

En wat houdt dat in?
“Ik heb geprobeerd hier en daar te verbinden. Dus gekeken naar hoe ik in Nederland iets opzet waar ik tegelijkertijd Afrika bij kan betrekken. Zo begon ik hier met het promoten van kraanwaterinitiatieven zoals watertappunten op scholen en de verkoop van drinkflesjes (van bioplastic red.). Voor elk tappunt dat werd geïnstalleerd kwam er ook een in Afrika. Ik ben begonnen op scholen in Gambia. En drinkflesjes die ik hier verkocht heb ik ook daar uitgedeeld. Die flesjes gaan tien jaar mee. De spullen worden allemaal in Nederland gemaakt, geen tweedehands troep of goedkope rotzooi uit India. Sterker nog, het is voor de mensen daar juist extra belangrijk dat de kwaliteit goed is.”

Heeft dat niet iets weg van ontwikkelingshulp? Wij komen allemaal spulletjes brengen. 
“Ik probeer juist niet de gebaande paden van de ontwikkelingshulp op te gaan. Er wordt in mijn ogen al vijftig jaar hetzelfde gedaan. Oxfam kijkt naar Unicef en andersom, ze doen elkaar allemaal na. Mannen met witte jassen delen zeep uit en vertellen hoe belangrijk het is om je handen te wassen. Maar dat werkt niet, helemaal niet bij kinderen. Ik heb thuis twaalf kranen, maar ik krijg mijn kinderen niet zo ver dat ze uit zichzelf hun handen gaan wassen. Bovendien moet ik in Afrika de eerste school nog tegenkomen die zeep kan betalen. Water is al duur genoeg.

Ik heb echt niet de illusie dat ik Afrika kan redden

Hou het simpel: geef die kinderen een drinkfles en zorg dat ze die makkelijk kunnen vullen bij een tappunt op school. Daar worden ze blij van, die flesjes nemen ze elke dag mee naar school. Er is niks mis met spullen geven, als het maar goed is. Of zet een kraantje naast het klaslokaal in plaats van op het toilet. Dan kan de leraar zien wie zijn handen wast. Het is allemaal geen rocket science en ik heb ook niet de illusie dat ik Afrika kan veranderen of kan redden. Maar ik probeer naar andere oplossingen te zoeken, kijken naar wat in de praktijk werkt in 2014. De aanpak moet op de schop.”

Dat klinkt behoorlijk radicaal, dat zorgt ongetwijfeld voor weerstand.
“Iemand moet aan de boom schudden. Het gaat erom dat mensen en organisaties zich achter de oren krabben en denken: misschien moeten we het geld een keer anders uitgeven. Ook lokaal is het niet altijd makkelijk. Als ik in Gambia een schooldirecteur vertel dat hij in plaats van één kraan die alle kanten op spuit drie tappunten moet aanleggen die automatisch stoppen, dan kijkt ‘ie me aan of hij water ziet branden. Dan betaal ik een half jaar de rekening, vertel ik dat het vijftig jaar mee gaat en er veel minder water verspilt wordt dan nu. Pas dan geeft hij me een kans. Dus je moet ook laten zien dat het op een andere manier wel werkt.”

Je probeert hier en daar te verbinden, wat zijn eigenlijk de grootste verschillen die je tegenkomt?
“Dat schoon water hier vanzelfsprekend is en in Afrika juist totaal niet. We hebben vaak niet eens door hoe belangrijk water is en dat er ook een prijskaartje aanzit. Als ik een dag de kraan laat stromen zal ik het niet eens merken op de rekening aan het einde van de maand. In Gambia bijvoorbeeld drinken veel mensen geen kraanwater omdat het voor hun niet toegankelijk is. Dat kan allebei anders. In Nederland moeten we weten dat gratis kraanwater niet bestaat. Tappunten die we op festivals aanbrengen zijn leuk, maar het gaat erom dat het wordt verkocht achter de bar in plaats van bronwater of bijvoorbeeld cola. Ook in Afrika kan het helaas niet gratis zijn. Maar dagelijks ver weg water halen met jerrycans kost ook geld. Het gaat erom dat je een goed verdienmodel creëert, zodat het de verkoper wat oplevert en de consument voor een lage prijs en op een snelle manier schoon water heeft.”

[[{“fid”:”30384″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Hoe ziet dat verdienmodel bij jullie eruit? 
“Wij verkopen watertappunten (foto links) aan steden, festivals, scholen en bedrijven in Nederland. Zo’n tappunt kost normaal iets van 2500 á 3000 euro. In Afrika doneren we voor elk tappunt dat hier geïnstalleerd wordt 400 euro aan een waterbedrijf dat het vervolgens daar aanlegt, meestal bij een schooltje. We zijn nu in onderhandeling met de NS zodat ze kraanwater gaan aanbieden op stations. Dat zijn processen van jaren, het gaat om liefst 400 stations. Ook in supermarkten willen we de flesjes bronwater vervangen door flesjes kraanwater. Daarnaast verkopen we in Nederland onze speciale Join the Pipeflesjes. Die flesjes zijn in de vorm van een stukje waterleiding. Alle stukjes samen vormen de langste waterleiding ter wereld. Vandaar onze naam, een metafoor. De opbrengst hiervan plus donaties investeren we weer in water- en sanitaire projecten in ontwikkelingslanden.”

Join the Pipe is niet het enige kraanwaterinitiatief dat de laatste jaren is opgekomen, neem ‘KRNWTR’ of ‘Kraanwater graag’. Waar komt die opmars ineens vandaan?  
“Het publiek is inmiddels verder dan de watersector. Het bewustzijn onder de mensen is de afgelopen jaren gegroeid en we komen erachter dat er heel veel mogelijk is. Waterbedrijven willen vaak alleen met dingen meedoen als het water gratis is. Dat is onzin, Shell geeft ook geen gratis benzine weg. Je moet een marge kunnen maken. Nu mensen zich realiseren dat er overal een prijskaartje aanzit zijn ze ook bereid om ervoor te betalen, zelfs voor kraanwater.

Shell geeft toch ook geen gratis benzine weg

Maar je moet wel zorgen dat je als verkoper daar goed mee omgaat. Het heeft geen zin om als festival gratis tappunten neer te zetten en de prijs van het kaartje te verhogen. Het werkt pas als mensen betalen voor het water aan bar en de kaartprijs gelijk blijft. En er is helemaal niks mis met daar geld aan verdienen. Het kost geld om water te koelen, in te schenken en te serveren. Datzelfde geldt voor restaurants.”

Je bent nu druk met van alles in zowel Nederland als in het buitenland. Wat wil je eigenlijk bereiken?  
“Er zijn verschillende dingen waar ik op hoop. Als het gaat om ontwikkelingssamenwerking zou ik willen dat grote organisaties meer gaan kijken naar wat werkt in plaats van hoe het zou moeten. In Nederland hoop ik gewoon dat kraanwater de norm wordt. Dat kinderen na het sporten niet meer beloond worden met een flesje limonade vol suiker, maar met kraanwater. En dat begint eigenlijk al op de crèche. Op jonge leeftijd heb je al aanleg voor verslaving en veel zoetstoffen leidt tot obesitas of andere ziektes. Er zal een hoop moeten gebeuren als we wat willen veranderen, maar ik zou al heel blij zijn als ik wat aan die verandering heb kunnen bijdragen.” 

In onderstaande video is te zien hoe Join the Pipe aan hun waterleiding rond de wereld bouwt.
[[{“fid”:”30376″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“alt”:”Jointhepipe.org”,”height”:”327″,”width”:”581″,”class”:”media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”}}]]

 

Foto’s: Join the Pipe en cc

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons