Demonstranten die meededen aan een nationale staking in de Democratische Republiek Congo werden op grote schaal opgepakt, dat meldt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. De activisten demonstreerden op vreedzame wijze voor meer democratie tijdens de ‘ville morte’ (dode stad), zoals de staking werd genoemd.
Op 16 februari hebben de activisten gestaakt door niet naar school of werk te gaan, ter nagedachtenis aan de burgers die omkwamen bij een protest voor meer democratie op diezelfde datum in 1992. Ze protesteerden ook tegen het uitstellen van de verkiezingen door Joseph Kabila, de president van de Democratische Republiek Congo, die nog een derde termijn probeert te winnen. In de grondwet van het land staat dat hij maar twee termijnen het staatshoofd mag zijn.
Arrestaties
In Kinshasa bleven de straten rond 16 februari leeg, maar zeker 30 leden van de politieke oppositie werden opgepakt. Onder de arrestanten waren zes jongeren. De politie viel ’s nachts het kantoor binnen waar de jongeren aan spandoeken werkten. Daar hadden zij leuzen voor meer democratie op geschilderd. Volgens Human Rights Watch werden de zes vastgehouden op een politiebureau en verhoord zonder dat er een advocaat aanwezig was. De jongeren moesten voor de rechtbank verschijnen.
Andere activisten ontvingen bedreigende berichten op hun telefoon, afkomstig van een onbekend nummer. Ook komen er klachten binnen bij Human Rights Watch over geweld door de politie tegen burgers en van mensen die zonder reden uren op politiebureaus worden vastgehouden. De arrestaties zijn een schending van hun politieke rechten.
