Achtergrond

In Myanmar maken oud-rebellen protheses voor slachtoffers oorlog

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Na bijna 70 jaar burgeroorlog liggen Myanmar’s etnische conflictgebieden bezaaid met mijnen. En ondanks het vredesproces komen daar nog steeds nieuwe mijnen bij. Een reportage over de gevolgen van deze vreselijke wapens.

Vier soldaten zitten gedwee in het kantoor van ex-kolonel Thant Zin in Myanmar’s voormalige hoofdstad Yangon en leggen één voor één uit hoe ze gewond raakten door een wapen dat verborgen ligt in grote delen van dit land: landmijnen.

“Ik marcheerde met een peloton op een pad door de jungle om voedsel te brengen naar een legerkamp aan het front”, zegt korporaal Kyaw Oo, 31, die zijn linkerbeen verloor in 2012. “Toen de mijn explodeerde vroeg ik me af of ik mijn ouders ooit nog weer zou zien.”

Alle vier raakten gewond tijdens gevechten met etnische Karen rebellen in zuidoost-Myanmar, een van de meest zwaar bemijnde gebieden van het land, dat ook wel bekend staat als Birma. 

De mannen zijn simpele soldaten en het verlies van een ledemaat maakt hun leven in het arme Myanmar moeilijk. Allen zijn rond de 30 jaar oud, maar ze zijn geen aantrekkelijke huwelijkspartner en niet getrouwd. 

“Dit zijn alleenstaande mannen. Ze worden vaak kappers of wassers op een militaire basis”, zegt Thant Zin, die in 1991 zelf ook been verloor door een mijn.

Gehandicapte ex-kolonel Thant Zin (midden) helpt vier soldaten die ook een been verloren door een landmijnen in zijn NGO, Peace Myanmar Aid, in Yangon. (Paul Vrieze)

In 2012 zette hij Peace Myanmar Aid op, een kleine NGO die steun biedt aan landmijn-slachtoffers in het leger en in enkele dorpen in zuidoost-Myanmar. De organisatie geeft hen simpele beroepstraining, voorziet in protheses en doet aan voorlichting over gevaren in gebieden met veel mijnen. 

“Soldaten, burgers, rebellen, iedereen die gewond raakt door een landmijn verliest veel in zijn leven: een ledemaat, tijd en geld, kansen op een baan”, zegt Thant Zin. “Als oud-officier die opdracht gaf om mijnen te plaatsen voel ik mij verantwoordelijk om slachtoffers te helpen, voorlichting te geven en mijnen te verwijderen.”  

Elk jaar nieuwe landmijnen

Na bijna 70 jaar burgeroorlog met zo’n 20 rebellengroepen liggen Myanmar’s etnische conflictgebieden bezaaid met mijnen—tussen de 100.000 en 200.000, schat Thant Zin—die nauwelijks in kaart zijn gebracht. 

Myanmar, Syrië en Noord-Korea waren de enige landen ter wereld waar vorig jaar nieuwe landmijnen werden geplaatst 

In 2011 begon, na decennia van militaire dictatuur, een democratische transitie in Myanmar en tevens een complex vredesproces. Sinds april leidt Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi een democratisch gekozen regering. 

Desondanks wordt er nog hevig gevochten in delen van Myanmar en het leger en de rebellen gebruiken beide mijnen. Volgens de Landmine and Cluster Munition Monitor waren Myanmar, Syrië en Noord-Korea de enige landen ter wereld waar vorig jaar nieuwe landmijnen werden geplaatst. 

Het gebruik van mijnen is wereldwijd sterk gedaald sinds het Verdrag van Ottawa uit 1997 dat gebruik, productie en overdracht van antipersoneelsmijnen verbiedt. Zo’n 80 procent van alle landen heeft het verdrag getekend of geratificeerd. Myanmar – maar ook wapenproducenten Rusland, Amerika en China – echter niet.

Na Colombia en Afghanistan heeft Myanmar al jaren het grootste aantal slachtoffers van antipersoneelsmijnen, aldus de Landmine and Cluster Munition Monitor. Tussen januari 2015 en juni 2016 vielen er 101 doden, volgens het ministerie van Volksgezondheid, dat onlangs voor het eerst dergelijke gegevens publiceerde. Het aantal gewonden, dat niet vermeldt werd, is waarschijnlijk vele malen hoger omdat mijnen ontworpen zijn om te verminken maar niet te doden. 

Slachtofferhulp is in Myanmar zeer beperkt. Gehandicapte militairen mogen 10 jaar in dienst blijven en krijgen een prothese. Gewonde burgers wonen vaak in afgelegen gebieden en zijn afhankelijk van armtierige lokale ziekenhuizen of, als ze geluk hebben, een NGO die steunt biedt en voorziet in protheses. 

Een kleine prothesewerkplaats

In de zuidoostelijk deelstaat Karenni zijn landmijnen een constant gevaar voor de bevolking en in de staatshoofdstad Loikaw hebben enkele gehandicapte etnische Karenni oud-rebellen een kleine werkplaats opgezet om slachtoffers van protheses te voorzien. 

Kyaw Win (L) en een andere ex-Karenni rebel, beiden gehandicapt door landmijnen, maken protheses in hun kliniek in Loikaw, Karenni Staat. (Paul Vrieze)

Kyaw Win, 40, schuifelt samen met twee andere voormalige leden van het Karenni National People's Liberation Front (KNPLF), door de rommelige werkplaats en laat zien hoe ze simpele protheses maken met gips, plastic frames en stukken hout. 

Hij verloor zelf een been in 2003. “We marcheerden door de jungle om lokale dorpelingen te organiseren voor de KNPLF, toen stapte ik op mijn”, zegt Kyaw Win. 

De slachtoffers zijn meestal arme dorpelingen die gingen vissen of werken op het land en toen op een landmijn stapten

Hij werd snel naar het ziekenhuis in Loikaw gebracht en vervolgens naar de Mae Tao Clinic in Mae Sot, net over de grens met Thailand. De kliniek, die al 25 jaar oorlogsslachtoffers uit Myanmar gratis behandelt, hielp Kyaw Win te revalideren en trainde hem daarna in het maken protheses. 

In 2007 keerde hij terug naar Loikaw en opende met steun van de KNPLF en een donor, Clear Path International zijn werkplaats.  

“Ik wilde vechten voor een nieuw leven want mijn geest is nog sterk”, zegt Kyaw Win, die inmiddels ongeveer 750 mensen van protheses heeft voorzien. “De slachtoffers zijn meestal arme dorpelingen die gingen vissen of werken op het land en toen op een landmijn stapten. Ze hebben hulp nodig.” Hij voegt toe dat zijn werkplaats nu helaas lijdt onder een gebrek aan donorsteun.

Een begin met opruimen?

Nog belangrijker dan slachtofferhulp is het opsporen en verwijderen van de tienduizenden mijnen. Nadat het vredesproces begon in 2012 en vele rebellengroepen bilaterale staakt-het-vuren tekenden met de regering openden international NGO's die zich specialiseren in mijnen ruimen, zoals HALO Trust en MAG, kantoren in Myanmar. De Europese Unie gaf 3,5 miljoen euro voor het opzetten van een Myanmar Mine Action Center. 

Het vredesproces verloopt echter langzaam en het leger, dat erg machtig blijft in Myanmar, stond lang niet toe dat er mijnen werden verwijderd en de donorsteun bleef beperkt tot voorlichtingsactiviteiten.  

Het is heel eng als je de kaarten met gebieden met mijnen vergelijkt met de gebieden waar de vluchtelingen vandaan komen

In oktober 2015 tekenden acht rebellengroepen, voornamelijk uit het zuidoosten, een gezamenlijk staakt-het-vuren met de regering. Maar pas op 15 september jl. spraken het leger en de Karen National Union rebellen af dat ze een pilot-project voor het verwijderen van mijnen gaan uitvoeren in Karen Staat. 

Het project moet rurale gebieden langzaam weer veilig maken voor de geleidelijke repatriëring van zo’n 150.000 etnische Karen vluchtelingen die al 20 jaar in kampen in Thailand leven.   

Volgens Bjarne Ussing, programma manager van DanChurchAid Humanitarian Mine Action, zal het veilig maken van de ontvluchte gebieden een enorme uitdaging zijn omdat er veel mijnen liggen. “Het is heel eng als je de kaarten met gebieden met mijnen vergelijkt met de gebieden waar de vluchtelingen vandaan komen”, zegt hij. 

Het zal waarschijnlijk ook nog jaren duren voordat mijnen in andere conflictgebieden kunnen worden verwijderd. Aung San Suu Kyi leidt inmiddels het vredesoverleg, maar er is nog een lange weg te gaan voordat alle rebellengroepen, de regering en het leger tot een nationaal staakt-het-vuren akkoord kunnen komen. 

Volgens Kyaw Oo, de gehandicapte korporaal, moeten alle partijen het voorbeeld van andere landen volgen en het gebruik van landmijnen compleet beëindigen. “Landmijnen zouden niet moeten bestaan – ze maken geen onderscheid in hun slachtoffers. Ze doden blindelings”, zegt Kyaw Oo. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons