Intelligente architectuur is de toekomst

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Verscholen tussen de grauwe kantoorblokken staat het pand van architectenbureau Paul de Ruiter. Het gebouw valt op – de voorkant bestaat voor het grootste gedeelte uit glas. Bij binnenkomst staat een groot zwart apparaat, door De Ruiter liefkozend ‘onze duurzaamheidsmachine’ genoemd. ’s Zomers slaat het zeventig meter onder de grond warme lucht op, wat in de winter wordt gebruikt om te verwarmen. En in de winter slaat het koude lucht op om te koelen. “Zo besparen we vijftig procent van ons energieverbruik.” Zo’n machine is zeker niet goedkoop? “Nee, maar hij verdient zich terug in vijf jaar.”

Paul de Ruiter (1962)Studeerde cum laude af aan de TU Delft. Hierna werkte hij bij architectenbureaus in Canada, Australië en Nederland. Hij promoveerde op een onderzoek naar gevels die op het klimaat reageren, genaamd The Chameleon Skin. In 1994 richtte hij architectenbureau Paul de Ruiter op, dat sindsdien duurzame gebouwen ontwikkelt. Bij het bureau werken 25 mensen.

Het met zonlicht gevulde atrium in het midden van het pand staat vol met planten. “Die nemen CO2 op.” Als een soort arena met twee verdiepingen verspreiden de werkplekken zich daaromheen uit. “We hebben het bestaande pand duurzaam gesloopt, alles gerecycled en dit ervoor in de plaats gemaakt. Met zo min mogelijk materiaal willen we iets zo duurzaam mogelijk maken, dat is volgens ons intelligente architectuur. We maken duurzaam schoon, eten biologisch, gebruiken daglicht voor energie. Behalve het bio-toiletpapier. Dat was iets te ruw, dus dat hebben we weggegooid.” En, toegegeven, het gebouw ziet er mooi uit.

Is de esthetiek of de functie van een gebouw belangrijker?
“Beiden. Je moet energie krijgen van een gebouw. Dat je er naar binnen loopt en denkt: ‘wauw, dit is leuk’. Bij sommige gebouwen loop je naar binnen en dan doet het iets negatiefs met je. Wat het precies is weet ik niet, maar daglicht is waarschijnlijk een belangrijke factor. Sommige gebouwen zijn slecht ontworpen, met weinig respect voor mensen. Ze zijn alleen gebouwd vanuit financiële redenen en voor de architect die niet nadacht over de menselijkheid.”

Is dit wat intelligente architectuur voor jullie inhoudt?
“Wij vinden gebouwen maken voor mensen belangrijk. Dan ben je dus niet alleen bezig met de esthetiek. In mijn promotieonderzoek The Chameleon Skin was de hypothese dat gebouwen energieproducenten in plaats van energieconsumenten kunnen zijn. Dat is volgens ons duurzaam en intelligent.

Wij spreken liever over intelligente architectuur dan over duurzaamheid, omdat duurzaamheid snel een politieke lading krijgt. Met minder materiaal en minder geld zorgen wij ervoor dat een gebouw beter functioneert en minder energie verbruikt. Zo maken we duurzaamheid sexy.”

Zoals bij jullie award winnende project Villa Kogelhof?
“Ja. Een rijke uienhandelaar wilde door ons een boerderij laten ontwerpen. Hij kocht 25 hectaren op de Nederlandse ecologische hoofstructuur – belangrijke natuurgebieden die met elkaar verbonden zijn.  Daar hebben we 70.000 bomen geplant, grond verzet en vijvers gegraven om te zorgen dat er natuur zou ontstaan.

Op zo’n mooi stuk grond kan je natuurlijk geen ouderwetse klont van een huis neerzetten. Een groot deel van zijn auto’s en dingen die hij kwijt wilde hebben we onder de grond gebracht en het huis zelf raakt het landschap maar op één punt aan. Het zweeft als het ware in de lucht, om een zo klein mogelijke voetafdruk op de natuur achter te laten. En het huis is helemaal energieneutraal.”

Een energieneutraal gebouw wekt in principe (minimaal) zoveel energie op als het verbruikt. Zo’n huis wekt zelf duurzame energie op door middel van bijvoorbeeld zonnepanelen en gebruikt energie efficiënt.

Dat klinkt niet goedkoop. Is het realistisch voor starters of mensen met lage inkomens om in zo’n huis te wonen?
“Ja, kijk, voor een vastgoedbelegger is het belangrijk dat hij geld binnen krijgt. Jouw geld. En alles wat jij aan de energiemaatschappij geeft kan hij niet meer van jou ontvangen. Dus als hij zorgt dat hij energieneutrale woningen heeft kan hij meer voor zijn woningen vragen. Dan ben jij uiteindelijk hetzelfde kwijt.”

Maar jullie kunnen dit als architectenbureau niet initiëren.
“Nee. Wij zijn afhankelijk van onze opdrachtgevers. Maar we proberen mensen ervan te overtuigen dat zulke gebouwen de toekomst zijn. Fabrikanten en de overheid zijn wel al geïnteresseerd in duurzaamheid. Zij zien het als de nieuwe werkelijkheid. Maar we moeten het inderdaad vooral van vooruitstrevende individuen of bedrijven hebben, die naar ons toekomen met een project.”

Dat deed de Rijksgebouwendienst in 2008. Wat hebben jullie toen bedacht?
“Zij wilden kijken wat de invloed was van duurzaamheid op architectuur en hadden de opdracht verzonnen om een gebouw te maken voor duizend rijksambtenaren op de Zuidas in Amsterdam. We waren destijds bezig met het nieuwe hoofdkantoor van TNT, waar we een GreenCalc score van 1000 wilden halen (zie kader). Die score was nog nooit hoger geweest dan 300, maar het is ons gelukt.

GreenCalc is een instrument waarmee de duurzaamheid van een gebouw of wijk in kaart wordt gebracht. Het beoordeelt duurzaamheid op drie thema’s: materiaalgebruik, waterscore en energieverbruik. Uiteindelijk resulteert dit in de milieu-index die in één oogopslag weergeeft of een gebouw duurzaam is of niet. Hoe hoger de score, hoe duurzamer het gebouw.

De Rijksgebouwendienst wilde ook een score van 300 aanhouden, maar wij wisten inmiddels dat het beter kon. Daarom zijn we onderzoek gaan doen naar de essentie van duurzaamheid. CO2-reductie is erg belangrijk, maar ook het beperken van waterverbruik en het recyclen van afval. Voedsel heeft bijvoorbeeld een grote CO2-voetafdruk – eten wordt de hele wereld overgevlogen. Wij bedachten daarom de Zuidkas, een gebouw waarin alles aan elkaar gekoppeld is: er wordt gewoond en gewerkt bovenop een kas die voedsel produceert en CO2 opneemt, water wordt hergebruikt en van de biomassa wordt weer energie gemaakt. En we zijn het nu ook echt aan het uitvoeren.”

 

Ontwerp van de Zuidkas

Dat is dus intelligente architectuur?
“Ja. Bij het TNT hoofdkantoor hebben we met twintig procent minder materialen eenzelfde en eigenlijk beter gebouw gemaakt. Zo zien we duurzaamheid als een vorm van intelligentie, door slimmer te ontwerpen en met materialen om te gaan. Bij het Amstelkwartierhotel waar we nu aan werken gaat automatisch de verwarming aan of uit als de bezoeker binnenkomt of weggaat, want het hotel herkent hem of haar. Wie wil er nou geen deel uitmaken van zo’n intelligent proces?”

10 tips van Paul de Ruiter om je kantoor of huis te verduurzamen

  1. Schakel de stroom uit als je weggaat
  2. Haal stekkers uit het stopcontact wanneer je ze niet gebruikt
  3. Zet de verwarming uit als je er niet bent. Dit bespaart 20 tot 30 procent energie
  4. Plaats zonnecellen op je dak. Ze zijn prijzig, maar verdienen zichzelf terug binnen 5 tot 10 jaar
  5. Vervang je energievretende deurbel met een deurklopper of een ander alternatief
  6. Breng tochtstrips aan bij deuren
  7. Schaf slimme stopcontacten aan met tijdschakelaar
  8. Gebruik LED verlichting
  9. Breng een hotfill aansluiting aan voor je douche en wasmachine voor energiebesparing
  10. Zet de tv echt uit in plaats van op stand-by

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons