Achtergrond

Vrijwilligerstoerisme: ‘Zoek verder dan de eerste hits in Google’

Dat vrijwilligersreizen populair zijn, weten we. Maar naar welke plaatsen vrijwilligers afreizen, en wat ze daar precies doen, is minder bekend. Op basis van informatie uit de Transparantie-index van Volunteer Correct, plus wat speurwerk daarbuiten, weten we nu iets meer over het waar en wat van het internationaal vrijwilligerswerk.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Volunteer Correct is een stichting die transparantie en accountability in internationaal vrijwilligerswerk bevordert. Jaarlijks stellen ze een ‘Transparantie Index’ op waarin ze alle Nederlandse vrijwilligersorganisaties langs de lat leggen. De resultaten uit onderstaand onderzoek zijn verkregen uit een analyse van de websites van organisaties uit de Transparantie Index die hetzij vanuit Nederland, hetzij met een Nederlandstalige website geïnteresseerden zoeken voor internationaal vrijwilligerswerk.

Wereldwijd aanbod vrijwilligerswerk

Wat meteen opvalt aan het wereldwijde aanbod in vrijwilligerswerk, is de enorme spreiding: het totale aanbod omvat liefst 102 landen. Het zijn lang niet altijd ‘ontwikkelingslanden’, waar het bij veel discussies rond de kosten en de baten vrijwilligerstoerisme om draait. Tegelijkertijd is er een duidelijke concentratie: Tanzania en Zuid-Afrika zijn de populairste landen, op de voet gevolgd door twee andere Afrikaanse landen (Ghana en Kenia), alsmede Latijns-Amerikaanse landen (Peru en Ecuador). Opmerkelijk is dat erg populaire en erg impopulaire landen dikwijls aan elkaar grenzen. Waarschijnlijk spelen vier factoren een rol in die populariteit.

  1. Veiligheidsoverwegingen. Populaire vrijwilligerslanden zoals Tanzania, Ghana en Peru zijn politiek gezien relatief rustig en kennen al geruime tijd vrede . In Ghana stortte de markt voor toerisme en vrijwilligerswerk na de uitbraak van ebola in 2014 totaal in, maar inmiddels is de situatie weer redelijk hersteld. Nigeria, toch dichtbij Ghana en Kameroen, heeft nauwelijks aanbod voor vrijwilligers. Hier is de veiligheidssituatie danig slechter.
  2.  De taal: deze factor is verbonden aan het koloniaal verleden. In West-Afrikaanse landen als Ivoorkust, Togo en Senegal is Frans de voertaal voor buitenlanders, waaronder ook de vrijwilligers. Nederlandse vrijwilligers kiezen sneller voor een land waar je je goed met Engels kunt redden.
  3. Hoe arrangementen voor vrijwilligers worden vormgegeven. Landen met een groot toeristisch ‘appeal’ doen het ook goed als bestemming voor vrijwilligerswerk. Een mooi voorbeeld is Tanzania, waar de vrijwilligerswerkmarkt bijna volledig is geconcentreerd rond de belangrijkste nationale (safari)parken. Of neem Zuid-Afrika, waar je vrijwilligerswerk in een township mooi kunt combineren met het vertier aan de prachtige kust. Ook Zuidoost-Aziatische landen hebben een flinke toeristische aantrekkingskracht.
  4. Tot slot moet er daadwerkelijk ‘iets te doen’ zijn voor vrijwilligers, er moet een lokale hulpvraag (‘need’) zijn. Denk aan projecten gericht op de ondersteuning van kwetsbare groepen, zoals dak- en thuislozen of vluchtelingen. Zulke projecten vind je in ontwikkelingslanden, maar ook in Italië en Griekenland.

Geografisch geconcentreerd

Nu we weten welke landen populair zijn, zochten we uit waar precies de projecten zich binnen die landen bevinden. Dat was een stuk moeilijker: we moesten daarvoor dikwijls flink graven in de projectbeschrijvingen. We hebben het uitgezocht voor de meest populaire Afrikaanse landen: Tanzania, Zuid-Afrika, Ghana en Kenia. Al was niet altijd duidelijk  waar de projecten zich bevinden, komt er toch een redelijk duidelijk patroon naar voren.

Onderstaande kaarten laten zien hoeveel organisaties tenminste één project aanbieden op een locatie. Hoe groter het bolletje, hoe meer organisaties op die locatie projecten aanbieden. (Uiteraard hangen de verklaringen voor die geografische concentratie samen met de factoren die we hierboven al noemden.)

 

Veel projecten concentreren zich in centrale stedelijke gebieden. Een extreem voorbeeld is Kaapstad, waar bijna alle organisaties die in Zuid-Afrika actief zijn, wel één of meerdere projecten hebben. Als het aanbod een goede indicator is voor de populariteit van een bestemming, lijkt de overgrote meerderheid van de vrijwilligers voor deze vier landen op slechts een paar locaties te vertoeven. In Zuid-Afrika: behalve Kaapstad voornamelijk Port Elizabeth en rondom het Krugerpark. In Tanzania rondom de Kilimanjaro, met name Moshi en Arusha, plus Zanzibar. Accra en Tamale lijken de hotspots in Ghana, terwijl in Kenia vooral Nairobi en Mombasa populair zijn.

Een aanvullende factor die deze concentratie binnen landen kan verklaren is reisgemak. Veel hotspots bevinden zich in of rondom steden met een luchthaven: de KLM vliegt dagelijks naar Accra in Ghana, Kilimanjaro in Tanzania en Kaapstad in Zuid-Afrika. In alle vier de landen zijn echter ook projecten te vinden in meer afgelegen gebieden. Waarschijnlijk spelen naast de aantrekkelijkheid en bereikbaarheid van plaatsen ook andere factoren een rol. Je kunt daarbij denken aan reiservaring van de medewerkers, of bestaande contacten met partnerorganisaties en hun netwerk.

Wat doen vrijwilligers zoal?

Tot slot probeerden we te achterhalen welke activiteiten vrijwilligers ondernemen. Omdat niet alle organisaties dezelfde aanduiding gebruiken, hebben we de projecten zelf opnieuw ingedeeld. Soms was het daarbij nodig om met een brede kwast te werk te gaan. Zo vallen landbouwprojecten, wildlifeprojecten of projecten gericht op duurzaam leven, hier allemaal onder ‘natuur en duurzaamheid’: ze hebben immers met elkaar gemeen dat ze primair op behoud van de leefomgeving zijn gericht. Ook is de onderlinge afbakening niet altijd scherp. Veel projecten gericht op basisonderwijs voorzien bijvoorbeeld ook in gymles of sport- en spelactiviteiten, maar we rekenen ze dan niet tot de sportprojecten. Hoewel een project dus soms meerdere gebieden kan omvatten, hebben we geprobeerd te bepalen wat de primaire taak of activiteit is waarmee de vrijwilliger zich bezighoudt.

Op basis van deze indeling konden we bepalen waar het zwaartepunt ligt. Ook hier geldt: uit de informatie die ons ter beschikking stond hadden, kunnen we alleen iets afleiden over het aanbod van de verschillende vrijwilligersprojecten. Hieronder een weergave van het aantal organisaties dat tenminste één project heeft in de betreffende sector.

Ruwe omschrijving categorieën: Bouw (scholen bouwen, onderhoud aan publieke ruimte), Cultuur (muziek workshop geven, traditionele weeftechnieken beschermen), Gemeenschap (vooraf onbepaalde werkzaamheden), Gezondheid (medische assistent in een ziekenhuis, home-based care, HIV/Aids voorlichting), Natuur en duurzaamheid (ondersteunen dierenopvang, biologisch onderzoek, agrarisch werk), Onderwijs (Engelse les geven, klassenassistent), Organisatie (administratie, fondsenwerving, microkrediet beheren) , Rechten (onderricht geven in mensenrechten,  vrouwenemancipatie), Sociaal (ondersteunen kinderopvang of verzorgingstehuis, directe dienstverlening gemarginaliseerde groepen), Sport (voetbalcoaching, surfles geven)

 

Onderwijsprojecten worden het meest aangeboden. Vaak gaat het om projecten in het basisonderwijs, gericht op het leren van Engels. Ook de wat bredere ‘sociale’ projecten zijn populair; denk aan een opvanghuis of dagopvang voor kleinere kinderen. In deze sector kunnen studenten die een maatschappelijke opleiding volgen, dikwijls hun stage doen. Daarnaast zijn de ‘natuur en duurzaamheid’-projecten of die in de gezondheidszorg goed vertegenwoordigd. Vooral deze laatste categorie is interessant, vanwege het gespecialiseerde karakter van het werk. Hoewel ook generalistische home-based care of medical outreach projecten hieronder vallen, leek het gros van de projecten gericht te zijn op studenten in de medische of therapeutische hoek. Het lijkt er sterk op dat het aanbod voortbouwt op de internationalisering van het onderwijs. Mogelijk kunnen de wervende organisaties een rol vervullen in het aanleren van wereldburgerschapscompetenties zoals inzichtelijkheid in de wederkerige afhankelijkheid van landen en mensen in de wereld, betrokkenheid bij internationale vraagstukken en gevoel voor internationale rechtvaardigheid.

Vrijwilligerstoerisme vs massatoerisme

Al met al lijkt het Nederlands vrijwilligerstoerisme enerzijds te worden gedreven door eisen vanuit het onderwijs of de arbeidsmarkt, en anderzijds vorm te krijgen door de mogelijkheden die de toerismesector heeft geschapen.

"Zoek verder dan de eerste hits in Google en wees niet bang ongebaande paden te bewandelen"

Dit zorgt voor een mate van concentratie die deze ‘alternatieve’ vorm van toerisme dichterbij het massatoerisme brengt. De consequenties van deze concentratie zijn lastig inzichtelijk te maken, maar het lijkt ons een ontwikkeling die tegen de oorspronkelijke gedachte van het vrijwilligerstoerisme ingaat.

 

Daarom onze raad aan aankomend vrijwilligers: zoek verder dan de eerste hits in Google en wees niet bang ongebaande paden te bewandelen.

Reinier Vriend en Niko Winkel zijn bestuursleden van stichting Volunteer Correct. Niko Winkel is tevens werkzaam als adviseur binnen de vrijwilligersbranche.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons