Partnerbericht

Unilever betrokken bij kinderarbeid, maar belooft bijdrage aan oplossing

Unilever heeft laten weten (NRC 3-5-2003) bij te willen dragen aan de oplossing van het probleem van kinderarbeid in de katoenzaadteelt in India. Naar schatting 22.500 kinderen, meestal meisjes, werken gemiddeld tien tot dertien uur per dag voor Paras Extra Seed Growth Seed (PESG), een bedrijf waarin Unilever’s Indiase dochter Hindustan Lever een aanzienlijk belang heeft. Zij verdienen minder dan 40 Eurocent per dag en staan tijdens hun werk bloot aan giftige pesticiden als Endosuphan. Voor de Nederlandse zaadmultinational Advanta werken 2.700 kinderen.
Dat blijkt uit onderzoek van de Indiase Dr. D. Venkateswarlu voor de Landelijke India Werkgroep.**

Schuldslavernij

Katoenzaadteelt is zeer arbeidsintensief. ‘Uniek’ is ook dat negen van de tien werknemers kinderen tussen de 6 en 14 jaar zijn. In geen andere commerciële bedrijfstak in India werken zoveel kinderen. Zij zijn meestal, via voorschotten aan hun ouders, gebonden aan dezelfde werkgever. Uit onderzoek het onderzoek van Dr. Venkateswarlu blijkt ook dat bijna 30% van de kinderen via bemiddelaars als ‘migranten’ worden geronseld in verder weg gelegen gebieden. Deze kinderen werken twaalf tot dertien uur per dag en slapen – zoals Narasamma – in de veestal van de boer of in een ‘kinderkamp’ van tien tot dertig kinderen.
Alleen al in de Indiase deelstaat Andhra Pradesh werken 223.000 kinderen in de katoenzaadteelt (400.000 in heel India), de meeste voor Indiase bedrijven. Ook andere multinational zoals Monsanta, Syngenta en Bayer zijn echter betrokken. De katoenzaadbedrijven hebben de kinderen niet zelf in dienst maar zij stellen een prijs vast die het voor boeren bijna onmogelijk maakt om volwassenen in dienst te nemen. Een kind verdient namelijk 30% minder dan een vrouw en 55% minder dan een man.

Bevrijdingsfestivals vragen aandacht voor kinderarbeid

Vandaag worden op de meeste bevrijdingsfestivals enkele honderden loonzakjes uitgedeeld met daarin 20 Indiase rupees, het dagloon van een kind dat katoenzaad teelt. Ook bevat het loonzakje een folder waarin de campagne ‘Stop kinderarbeid – School, de beste werkplaats’ wordt aangekondigd. Deze campagne van de Landelijke India Werkgroep (LIW), FNV, Algemene Onderwijsbond (AOb) en Hivos gaat op 14 mei van start. Bepleit wordt onder meer dat de EU-landen meer ontwikkelingshulp besteden aan basisonderwijs. Daarnaast moet er door een gerichte aanpak voor worden gezorgd – en dat gebeurt vaak niet – dat ook nu nog werkende kinderen naar volledig dagonderwijs kunnen. De Indiase MV Foundation laat in de praktijk zien hoe dat kan. Op de bevrijdingspodia vertellen leraren (leden van de AOb) wat zij daarvan vorig jaar oktober in de praktijk hebben gezien.

Eerdere gesprekken: geen resultaat

De MV Foundation is ook nauw betrokken bij het bestrijden van kinderarbeid in de katoenzaadteelt. In februari 2002 hebben de MV Foundation, de LIW, de FNV, Amnesty International, NOVIB en de MV Foundation een gesprek met Unilever gevoerd. Unilever beloofde om in een vervolggesprek tussen Hindustan Lever en MV Foundation over oplossingen te praten. Dit gesprek heeft niet plaatsgevonden. Ook een gesprek van FNV en LIW in oktober 2002 in India met Para Extra Growth Seed leidde niet tot resultaten.

Nadere informatie

Gerard Oonk, tel. 030-2321340
Astrid Kaag (FNV Mondiaal; tel. 020—5816338.

* Zie verhaal Narasamma op pagina 12 en 13 onderstaand rapport. Zij verdient op jaarbasis €192, tegenover Antony Burgmans van Unilever ruim €2,4 miljoen (bron: Volkskrant, 29 april 2003)
** ‘Child Labour and Trans-National Seed Companies in Hybrid Cotton Seed Production in Andhra Pradesh’ by Dr. Davuluri Venkateswarlu

site Landelijke India Werkgroep