Achtergrond

TTIP, een buitenkansje voor ontwikkelingslanden?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Met een imagoprobleem dat met de dag groeit, nam de Europese Commissie recent een toch wel erg verrassende vlucht naar voren. Naast de veronderstelde TTIP-vruchten die de Europese burger zal plukken, is een mogelijk vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten ook 'een buitenkansje' voor ontwikkelingslanden. De Commissie ontleent haar optimisme aan een studie van het Duitse Ifo Instituut, uitgevoerd in opdracht van de Duitse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking.

Voor landen die exporteren naar de trans-Atlantische markt maakt TTIP het leven een stuk makkelijker

''Met TTIP zullen de meeste importproducten nog maar aan één standaard hoeven te voldoen'', lichtte Marc Vanheukelen, hoofd van het EU-handelsdepartement (DG Handel), toe tegenover nieuwswebsite EurActiv tijdens de presentatie van de Ifo-studie in Berlijn. ''Voor landen die exporteren naar de trans-Atlantische markt maakt dat het leven een stuk makkelijker.'' Ook zullen 'derde landen' volgens de Commissie profiteren van meer exportmogelijkheden door TTIP.

Maar op basis van de Ifo-studie blijken de uitspraken op z'n minst eenzijdig. ''In onze studie identificeren wij twee krachten die tegen elkaar opwegen'', zegt hoofdonderzoeker professor Gabriel Felbermayr. ''Economische groei in de EU en VS – een mogelijk gevolg van TTIP – zal de vraag naar import versterken. Het gaat dan met name om producten die Europa en Amerika zelf niet produceren.'' Felbermayr noemt palmolie uit Indonesië en Ghanese cacao. ''Aan de andere kant leidt TTIP tot handelsverstoring. Neem Bangladesh, een land dat negentig procent van haar textiel exporteert naar de EU en VS. Als Amerika de invoertarieven voor Europese kleding schrapt, dan worden landen als Roemenië en Bulgarije gelijk competitiever. Dat kost Bangladesh marktaandeel.''

Gevolgen 'beperkt'
De Ifo-studie concludeert dat de 'twee krachten' elkaar zullen uitbalanceren, en dat daarom de gevolgen van een EU-VS vrijhandelsverdrag voor ontwikkelingslanden 'beperkt' zullen zijn.

Opmerkelijk is dat professor Felbermayr in 2013 nog tot een héél andere conclusie kwam. ''Ontwikkelingslanden zijn de grote verliezers'' stelde hij toen in een studie in opdracht van de Duitse Bertellsman stiching. ''De lijst met verliezers wordt aangevoerd door Ivoorkust en Guinee. Hun exportgoederen worden van de EU-markt weggedrukt door Amerikaanse import.'' 

De aannamen die in de studie worden gedaan zijn politiek utopisch

Waarom de studie in opdracht van de Duitse regering nu tot een mildere conclusie komt? Felbermayr stelt dat de nieuwe methodiek 'realisitischer' is. Er zou bijvoorbeeld nu wel zijn gekeken naar wat landen buiten de TTIP-zone precies produceren. ''We maakten geen verschil tussen de productiestructuur van de EU en een land als Ghana. Het was een simplistische aanpak.'' 

Politiek utopisch
Maar volgens foodwatch Duitsland is er nog een andere reden waarom de studie van het Ifo Instituut een stuk rooskleuriger is. ''De aannamen die in de studie worden gedaan zijn politiek utopisch'', zegt woordvoerder Martin Rücker. ''Om de gunstige effecten voor ontwikkelingslanden te creëren gaan de onderzoekers uit van een hele reeks aan politieke maatregelen, waaronder hervorming van het gehele wereldwijde handelssysteem. De lijst is onrealistisch, en het gaat om zaken die niet worden overwogen binnen de huidige TTIP-onderhandelingen.'' 

Ook ligt de Ifo-studie om nog een andere reden onder vuur. Want wat zeggen macro-economische effecten op gehele landen nu werkelijk over welvaartsverdeling in de wereld?

Dit zal de voedselzekerheid van honderden miljoenen kleine boeren, vissers en herders in gevaar brengen

''De Ifo-studie kijkt helemaal niet naar de gevolgen van TTIP op de sociale en economische rechten van mensen in ontwikkelingslanden'', zegt Sven Hilbig van Brot für die Welt, een Duitse NGO die het dossier ook kritisch volgt. ''Zo kaart de studie niet aan dat een grotere vraag naar grondstoffen zal leiden tot meer negatieve gevolgen verbonden aan de winning van mineralen en de productie van fossiele brandstof: mensenrechtenschendingen, conflicten over landrechten, vervuiling van oppervlaktewater met zware metalen, enzovoort.''

Kleine boeren
Een groep waar Brot für die Welt zich met name zorgen om maakt zijn kleine boeren in ontwikkelingslanden. ''De agribusiness zal voornamelijk profiteren van de nieuwe handelsmogelijkheden die TTIP creëert. Dit zal de voedselzekerheid van honderden miljoenen kleine boeren, vissers en herders in gevaar brengen. Zelfs meer dan nu het geval is zullen goedkope landbouwproducten uit de EU en VS in arme landen de markt overspoelen.'' 

Europarlementariër en oud-vakbondsleider Agnes Jongerius (PvdA) deelt deze zorg met Brot für die Welt. Jongerius twijfelt of TTIP ontwikkelingslanden überhaupt wel voordeel zal opleveren. Het is volgens haar namelijk nog maar de vraag of alle hoera-berichten over economische groei in de TTIP-zone kloppen, en of er wel iets zal zijn om van te profiteren.

Vraagtekens
''De positieve effecten van TTIP worden opgehangen aan het feit dat regelgeving in de EU en VS op elkaar wordt afgestemd'', zegt ze, ''aan dat er één set aan spelregels komt. Maar als mensen zich zorgen maken over voedselkwaliteit of, zoals ik, over sociale regels, dan zegt de Europese Commissie: 'Nee, we houden aan onze eigen standaarden vast'. Doorredenerend kan je dus vraagtekens zetten bij de enorm positieve effecten van TTIP voor ontwikkelingslanden.'' 

Omdat ongewis is in welke mate de EU en VS in staat zullen zijn om regelgeving te harmoniseren erkent ook professor Felbermayr dat zijn studie eigenlijk koffiedik kijken is. ''Als we eerlijk zijn is er heel grote onzekerheid. We weten niet wat er uit de onderhandelingen komt.''

De export van Niger naar de Verenigde Staten met 12,1 procent teruglopen

Minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking en Handel) heeft echter minder reserveringen. ''Hoewel ontwikkelingslanden last kunnen hebben van het wegvallen van bepaalde voordelen en het krijgen van meer concurrentie'', zegt een woordvoerder, ''is de algemene verwachting dat de positieve effecten van TTIP op lage- en middeninkomenslanden zwaarder zullen wegen dan de negatieve effecten.'' Ze refereert ter onderbouwing naar een studie van de universiteit van Sussex, uitgevoerd in opdracht van de Britse regering.
 
Effecten 'minimaal'
De Sussex-studie concludeert dat de effecten op ontwikkelingslanden 'minimaal' zullen zijn. Toch stellen deze wetenschappers ook dat sommige individuele landen vanwege TTIP flink zullen inleveren. Zo zal export van Niger naar de Verenigde Staten met 12,1 procent teruglopen.

Volgens de woordvoerder van Ploumen is verder het beeld dat Brot für die Welt schetst over de effecten voor kleine boeren in ontwikkelingslanden onterecht. ''Het kan zijn dat producenten in de EU en de VS door kostenbesparing in de trans-Atlantische handel ook goedkoper kunnen produceren voor derde landen, maar er zal geen spraken zijn van 'overspoelen' met goedkope landbouwproducten.'' Ploumen's woordvoerder verwijst wederom naar de studie van de universiteit van Sussex. Echter, de studie zegt niks over mogelijke gevolgen van goedkopere landbouwexporten naar ontwikkelingslanden.

Nieuw onderzoek
Minister Ploumen heeft inmiddels opdracht gegeven tot een eigen onderzoek, zegt haar woordvoerder. ''Momenteel laat de minister een nieuw onderzoek uitvoeren door de Universiteit Groningen om scherper te krijgen hoe we de positieve effecten van TTIP voor ontwikkelingslanden zo groot mogelijk kunnen maken. De uitkomsten worden deze zomer verwacht.'' 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons