Tussen augustus en november zitten de wateren voor de Somalische kust vol met tonijn. Tweederde van alle tonijnvangst in de Indische Oceaan wordt in die periode binnengehaald. Sinds de Somalische piraten steeds vaker opduiken en steeds agressiever te werk gaan wordt de grond de tonijnvissers echter te heet onder de voeten en zoeken zij hun heil elders. Hierdoor is volgens Alejandro Anganuzzi, het hoofd van de Indian Ocean Tuna Commission, de vangst van tonijn met 30 procent afgenomen.
In de tonijnindustrie van de Indische Oceaan gaat jaarlijks ongeveer 6 miljard dollar om. Behalve dat de piraten met hun losgeldeisen de internationale economie schade berokkenen, zorgen zij dus ook voor een verlies van 2 miljard dollar in de tonijnindustrie. Behalve in Somalië zelf, is dit onder meer te merken op de Seychellen, veel vissersvloten in de Indische Oceaan zijn op deze eilandengroep gevestigd, 40 procent van de inkomsten uit export halen de Seychellen uit de tonijnvangst en aanverwante industrie. Ook Europese vissers worden getroffen door de piraten. Franse en Spaanse vissers haalden vorig jaar 50 procent minder tonijn binnen. Door de geringe aanvoer van tonijn is de prijs van de vis gestegen.
De afname van de vangst is wel goed nieuws voor de tonijn. De vis is ernstig bedreigd door overbevissing. Volgens milieuactivisten bewijzen de piraten de bedreigde tonijn dan ook onbedoeld een dienst. Alleen door vangstbeperkingen valt de vis volgens hen te redden.
