Achtergrond

Sri Lanka 10 jaar na de tsunami

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

OneWorld Research geeft pas afgestudeerden de gelegenheid om een artikel te schrijven over hun scriptie. Het vierde artikel is geschreven door Arvid van Dam en gaat over de machtsstrijd die na de tsunami langs de kust van Sri Lanka ontstond.

Het proces van wederopbouw na een grote ramp is een langdurige onderhandeling tussen verschillende, ongelijke partijen met elk een eigen agenda. Voor mijn scriptie deed ik etnografisch onderzoek naar de manier waarop de onderhandelingen tussen vissers, overheid, hoteleigenaren en internationale hulporganisaties het proces van wederopbouw langs de zuidkust van Sri Lanka hebben vormgegeven.

Ranuga is zo’n visser uit het zuiden van Sri Lanka. Voordat de tsunami kwam, woonde hij in een vissersdorpje aan zee. Nu woont hij in een dorp 6,5 kilometer van de kust, gebouwd door een internationale ngo. Elke ochtend loopt hij twee uur om bij zijn boot te komen, en aan het eind van de dag loopt hij twee uur terug. Hij wil graag weer aan zee wonen, maar de overheid staat dat niet toe. Op de plaats van zijn oude huis wordt namelijk een hotel gebouwd. Voor Ranuga vormt de tsunami dus nog altijd een bedreiging: voor zijn inkomen, zijn leefomstandigheden en zijn familie.

Nieuwe mogelijkheden
Grote rampen zorgen voor chaos. In die chaos komen de structuren van een samenleving bloot te liggen. Dit gebeurde ook na de tsunami van 2004. In die ongereguleerde, kwetsbare situatie ontstonden nieuwe en onverwachte mogelijkheden.

Zo zagen veel mensen de tsunami als een kans om Sri Lanka’s kwakkelende economie te stimuleren. Dit idee werd aangewakkerd door de onvoorstelbare hoeveelheid geld die via noodhulp het land binnenkwam; ook wel de ‘gouden golf’ of ‘tweede tsunami’ genoemd. Daarnaast werden er kansen gezien in de vernieling en ontwrichting die de tsunami veroorzaakte. De grote vraag was hoe die wederopbouw er uit moest komen te zien. Velen vonden een terugkeer naar de oorspronkelijke staat geen verbetering.

Bufferzones: toeristen versus vissers
Een van de eerste en meest betwiste maatregelen die de Sri Lankaanse overheid trof in reactie op de tsunami was het implementeren van zogenaamde bufferzones: een strook land van 35 tot 125 meter langs de kust waar officieel niet gebouwd mag worden. De overheid rechtvaardigt de zones met het argument dat ze de bevolking zouden beschermen tegen een toekomstige tsunami.

Sri Lanka heeft paradijselijke stranden, maar om hiervan te profiteren moeten deze stranden ‘schoon’ zijn

Niet iedereen hoeft zich echter aan de beperkingen van de bufferzones te houden. Voor ‘commerciële doeleinden’ maakt de overheid een uitzondering. Als gevolg hiervan is er voor de toeristenindustrie een prachtige strook land vrijgekomen. Voor mensen die geen mogelijkheid hebben om hun eigen hotel te starten zit er niets anders op dan hun land aan de kust te verkopen aan de toeristenindustrie. In de praktijk betekent dit dat  families die aan de kust woonden gedwongen werden hun land te verlaten en te verhuizen naar dorpen in het binnenland. Lokale vissersfamilies, zoals die van Ranuga, ondervinden hier veel hinder van. Zij zien hun inkomsten dalen en moeten ver lopen langs gevaarlijke routes. Ook raken ze hun erfgoed kwijt en concurreren ze met andere vissers om de beste aanlegplaatsen voor hun boot.

Begeerde stranden
De toeristenindustrie had lang gewacht op een kans om zich te ontwikkelen. Het verlangen van Sri Lankaanse politici om de economie van het land te stimuleren werd verhinderd door de status quo: de burgeroorlog blokkeerde buitenlandse investeringen en nederzettingen op het strand blokkeerden de ontwikkeling van aantrekkelijke stranden voor toeristen. Sri Lanka heeft paradijselijke stranden, maar om hiervan te profiteren moeten deze stranden ‘schoon’ zijn. Dit betekent dat er geen rommel, vissersboten, netten, en waar mogelijk geen Sri Lankanen van lagere klasse op het strand mogen zijn. De bufferzones versterken dan ook de sociale segregatie tussen rijk en arm, wit en zwart, toerist en visser.

Terwijl het toerisme toeneemt, verliest de kleinschalige visserij aan potentie

Vooruitzicht
In de afgelopen tien jaar is de tsunami veel meer gaan betekenen dan alleen een overstroming van de kustgebieden. De ramp heeft tot structurele veranderingen geleid.

Toerisme is booming in Sri Lanka en zal de komende jaren alleen maar verder toenemen. De druk op de Indische Oceaan als bron van inkomsten zal alleen maar groter worden. Grootschalige infrastructurele projecten en voorzieningen moeten het land toegankelijker en aantrekkelijker maken.

Terwijl het toerisme toeneemt, verliest de kleinschalige visserij aan potentie. De sector staat onder druk van overbevissing, lage inkomsten en de concurrentiestrijd met het toerisme. Hoewel de bufferzones niet onbetwist zijn, zullen ze een essentieel onderdeel blijven in de groei van het toerisme. Soms ten koste van lokale levensstijlen aan de kust, zoals die van Ranuga.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons