Achtergrond

Ontwikkelingslanden bedanken Nederlanders

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

AppleMark
Minister René Castro

“Hier gaat het om,” zegt hij en de minister neemt me mee naar de foto’s op de tentoonstelling die het meeste indruk op hem hebben gemaakt. Op de foto’s uit Bhutan, Benin en Costa Rica staan kinderen in schooluniform. “Hierin zie ik toekomst, deze scholieren kunnen later iets gaan betekenen. Heel anders dan deze  kinderen,” en hij laat me een foto zien met kinderen uit Benin die hongerbuikjes hebben en nare plekken op hun arm door lepra.
 

“Toen mijn vader naar school ging, vervolgt de minister zijn betoog, was hij de enige in de klas met schoenen aan. Toen ik zelf naar school ging was er nog één kind in de klas zonder schoenen en mijn eigen kinderen zitten in een klas waar alle leerlingen schoenen hebben. In Costa Rica hebben we in korte tijd belangrijke ontwikkelingsstappen gemaakt. Die willen we graag delen met andere landen. Hoewel deze drie landen sterk verschillen wat betreft religie, cultuur en geschiedenis, staan we voor vergelijkbare uitdagingen. Hierbij kunnen we elkaar helpen en er allemaal van profiteren.”

Ananassen en insecten
De Zuid-Zuid samenwerking was een pilot van drie jaar en bestond uit 36 verschillende projecten, met een totale investering van 9 miljoen euro. Costa Ricaanse boeren hebben bijvoorbeeld aan boeren in Benin geleerd hoe ze hun ananassen drie keer zo groot kunnen kweken. Een stuk grond levert nu veel meer op en de ananassen zijn aantrekkelijk geworden voor de Europese markt. Andersom leerden boeren uit Benin aan Bhutanezen en Costa Ricanen dat ze insecten konden gebruiken als voedzaam voer voor vee.

Vertrouwen
“Als er een ontwikkelingswerker uit ‘het noorden’ komt, hebben mensen toch minder vertrouwen. Ze willen weten wat die voor belang heeft met zijn advies aan arme mensen. Onder twee boeren bestaat meer gelijkheid. Bovendien kunnen ze van elkaar leren, dus hebben twee landen er baat bij”, vertelt Castro. “Een andere belangrijke reden dat deze projecten zo succesvol zijn, is dat het initiatief bij de mensen zelf ligt. Zij bepalen zelf hun prioriteiten en zijn verantwoordelijk voor het slagen ervan, niet de subsidieverstrekkers. De kosten blijven bovendien laag omdat de expertise gebruikt wordt van de mensen die direct profiteren: lokale boeren en ondernemers.”

Fototentoonstelling
De fototentoonstelling bestaat uit zestig foto’s gemaakt in Costa Rica, Bhutan en Benin  door de Argentijnse fotograaf Javier del Campo. De foto’s geven de mensen in de drie landen een gezicht.

De tentoonstelling is tot 16 juni te bezichtigen in het Atrium van het stadhuis in Den Haag. 

 

ToekomstHet was niet altijd een gemakkelijk project. De taal was bijvoorbeeld een grote barrière. “Gelukkig is de meest gesproken taal in de wereld ‘bad English’,” grapt de minister. Ondanks dit soort moeilijkheden ziet hij wel toekomst in Zuid-Zuid samenwerking en hoopt hij dat zich meer landen aansluiten. Hij vraagt de Nederlandse overheid om het programma te promoten in de Europese Unie, zodat daar misschien nieuwe financiering vandaan kan komen, naast het bedrag dat de landen er zelf in steken.
 

 

De financiering uit Nederland was eenmalig. “Daarom kunnen we nu ook zonder bijbedoelingen zeggen: ‘belastingbetaler bedankt!’ We vinden het belangrijk om te laten zien dat het geen weggegooid geld is geweest, maar dat er echt goede projecten mee zijn opgestart”.

Foto boven: ananassen (cc) Fredrik Sandén

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons