EPA-deadline hakbijl voor Afrikaanse tuinbouw

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De Europese handelscommissaris, Peter Mandelson, waarschuwde vorige week nog eens dat de voorkeursbehandeling die 79 landen uit Afrika, de Cariben en de regio van de Stille Oceaan (ACS) nu genieten in de EU, eind dit jaar wegvalt. Als de vrijhandelsakkoorden waarover de EU nu met al die landen onderhandelt niet ondertekend zijn, treedt volgens hen het Veralgemeend Systeem van Voorkeurtarieven (GSP) in werking. Dat systeem behandelt alle ontwikkelingslanden gelijk en daarvoor zijn vooral producenten in zwart Afrika bang.
 
Nu mogen groente, fruit en vis uit de ACS-landen zonder invoerheffingen de EU binnen. Onder het GSP-regime zullen die heffingen oplopen van 2 tot 24 procent, zegt de Keniaanse expert Gichinga Ndirangu.
 
Landen als Uganda, Rwanda en Burundi hebben daar niet meteen veel van te vrezen. Ze behoren tot de groep van de Minst Ontwikkelde Landen, en mogen daardoor in het kader van het 'Alles behalve wapens-initiatief' nog altijd tolvrij uitvoeren naar de EU.
Iets rijkere landen als Kenia vallen niet in die categorie. Dat betekent dat Keniaanse exporteurs het moeilijker zullen krijgen als er geen EPA-akkoord komt dat voor alle ACS-landen de lat weer even hoog legt. Buurlanden betalen dan minder invoerheffingen dan Kenia, terwijl de Keniaanse tuinbouwers geen voordeel meer hebben tegenover geduchte concurrenten uit Marokko en Egypte.
 
"Zonder akkoord moeten we voor verse groenten een invoerheffing van 8 procent betalen", vreest Stephen Mbithi, de directeur van de Vereniging van Keniaanse Exporteurs van Verse Producten. "Dat maakt onze waren duurder". Ook David Nalo van het Keniaanse ministerie van Handel en Industrie vreest dat Kenia marktaandeel in de EU zal verliezen dat het land kon veroveren door de voorkeursbehandeling van de ACS-landen.
 
"Er moeten een overgangsregeling komen om te verhinderen dat de handel volgend jaar in duigen valt", vindt Hasit Shah, de voorzitter van Afrikaanse Tuinbouwraad (HCA). Die regeling moet volgens hem van kracht blijven tot de Europese Partnerschapsakkoorden rond zijn.
 
Ook Walter Kamau, een directeur van de Keniaanse Vereniging van Fabrikanten, pleit ervoor druk te zetten op de EU zodat de huidige voorkeurtarieven ook na 31 december van dit jaar blijven gelden.
 
De bezorgdheid in Kenia is begrijpelijk. Volgens Kamau verdient het land per jaar 4,9 miljard shilling (53 miljoen euro) met de export van tuinbouwproducten. Ook de transportsector, producenten van landbouwwerktuigen en leveranciers van meststoffen en verpakkingsmateriaal zijn voor een deel afhankelijk van het succes van de sector.
Erastus Mwencha, secretaris-generaal van de Gemeenschappelijke Markt van Oost- en Zuidelijk Afrika, is er gerust op. Eind augustus stelde hij dat er zeker overgangsmaatregelen komen als de onderhandelaars de deadline niet halen.
 
De onderhandelingen over de partnerschapsakkoorden vorderen traag omdat veel landen vinden dat ze onvoldoende voorbereid zijn op de harde concurrentie met Europese bedrijven, een van de gevolgen van de EPA's. Er zijn ook nog geen grondige effectenstudies gemaakt.
 
De nieuwe handelsakkoorden moeten er komen omdat de Wereldhandelsorganisatie oordeelt dat de EU geen voordelige handelsvoorwaarden kan toestaan aan een willekeurige groep van ontwikkelingslanden terwijl vergelijkbare landen daarvan uitgesloten blijven.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons