Achtergrond

Recht op ontwikkeling in de metamorfose

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De VN Verklaring voor het recht op ontwikkeling viert over twee jaar haar 30-jarig bestaan. Er is echter weinig reden tot een feestje, stelt professor Jumoke Oduwole. In haar inaugurele rede van 20 mei  als nieuwe leerstoelhouder van de Prins Claus Leerstoel  betreurt zij het gebrek aan juridische doeltreffendheid. De oplossing? Een meer pragmatische benadering. Alleen dan kan het recht op ontwikkeling transformeren van slechts een ‘social aspiration’  naar een juridisch instrument. 
 
Gebrek aan doeltreffendheid
 ‘Conceptual inflation’ , dat is waar het recht op ontwikkeling volgens professor Oduwole onder lijdt. Waar ontwikkeling  ten tijde van de introductie van het recht simpelweg werd gezien als economische vooruitgang, staat sinds de jaren ’90 daarnaast ook het menselijk welzijn (human development) centraal. Als gevolg nam de reikwijdte en interpretatie van het recht op ontwikkeling toe, maar nam tegelijkertijd de juridische doeltreffendheid juist áf. Want wie is er nou eigenlijk verplicht tot wat? 
 
Artikel 1 van de VN Verklaring van het recht op ontwikkeling: "Het recht op ontwikkeling is een onvervreemdbaar mensenrecht op basis waarvan elk mens en alle volken het recht hebben om deel te nemen aan, bij te dragen aan, en de vruchten te dragen van economische, sociale, culturele en politieke ontwikkeling waarin alle mensenrechten en fundamentele vrijheden kunnen worden gerealiseerd". 
 
Spanningsveld
Het tekort aan juridische afbakening, zo betoogt professor, laat teveel ruimte over om het recht naar eigen believen  in te vullen. Deze speelruimte zorgt voor spanningsvelden tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. De laatsten vinden dat de ontwikkelde landen zowel de verplichting hebben om hen te helpen, als om hen niet te dwarsbomen in hun groei. De ontwikkelde landen op hun beurt weigeren zichzelf al deze verplichtingen op te leggen. Bij gebrek aan concrete en juridisch uitvoerbare wetgeving ontbreekt het de ontwikkelingslanden echter aan een afdwingmechanisme.
 
Versmalling noodzakelijk
Wil het recht  ooit werkelijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Afrika, dan is volgens Oduwole een herinterpretatie noodzakelijk.  Het recht op ontwikkeling kan nu nog zowel positief (de verplichting iets te doen)  als negatief (de verplichting om iets niet te doen) worden benaderd. De geringe ontwikkeling van Afrika in de afgelopen dertig jaar laat volgens Oduwole zien dat een positieve benadering echter  niet effectief is. Integendeel, ontwikkelingshulp heeft er volgens haar zelfs aan bijgedragen dat Afrika in een vicieuze cirkel van onderontwikkeling is blijven hangen. De professor pleit daarom voor een uitluitend negatieve invulling van het recht.   In deze versmalde opvatting legt het recht de andere landen de verplichting op de economische ontwikkeling van Afrika niet te dwarsbomen, bijvoorbeeld door oneerlijke internationale handelsovereenkomsten. Niet alleen wordt zo de weg vrij gemaakt voor economische groei (en daarmee sociale ontwikkeling), Afrika krijgt hiermee ook eindelijk een juridisch instrument in handen waarmee het continent zelf in charge is over zijn eigen toekomst. 
 
Professor Jumoke Oduwole  (onderzoeker aan de Universiteit van Lagos in Nigeria) is de nieuwe leerstoelhouder van de Prince Claus Chair in Development and Equity bij het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. In deze functie zal Oduwole bovenstaande ideeën nader uitwerken en toepassen op de casus van de Economic Partnership Agreement (EPA) die momenteel tussen de Europese Unie en West-Afrikaanse landen in onderhandeling is. Haar volledige  rede  'International Law and the Right to Development: a Pragmatic Approach for Africa’ is  hier na te lezen. 
 
 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons