Achtergrond

Nationale Energieverkenning: de belangrijkste conclusies

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Nederland krijgt schonere energie, zo is vorig jaar in het Energieakkoord afgesproken met 40 maatschappelijke partijen. In 2020 moet 14 procent duurzaam opgewekt zijn. Ligt Nederland op koers om die doelen te halen? Vele rapporten en voorspellingen circuleren, maar het meest complete beeld geeft de Nationale Energieverkenning 2014 dat gisteren door het Energie Centrum Nederland en het Planbureau voor de Leefomgeving werd gepresenteerd. Het rapport bevat vele interessante inzichten op en feiten over de Nederlandse energiehuishouding. OneWorld Research zet de belangrijkste op een rij.

Wat is de Nationale Energieverkenning?

De Nationale Energieverkenning geeft een beeld van de Nederlandse energiehuishouding. Het gaat in op de vraag naar energie, het aanbod van energie, de uitstoot van broeikasgassen, maar ook op economische vraagstukken die samenhangen met energie zoals wat het Nederland financieel oplevert.

Doel van de verkenning is om de juiste informatie te geven over energievraagstukken en op die manier de discussie aan te zwengelen. En dat is hard nodig, omdat die informatie vaak niet compleet is of zelfs onjuist is, zo stelt het rapport.

Nederland is voor haar energie voor een groot deel afhankelijk van het buitenland. Zo worden de prijzen die wij voor ons energie betalen op de internationale markt bepaald. De ramp met de kerncentrale in Fukushima en de onrust in het Midden-Oosten hebben ook invloed op de energiehuishouding in Nederland.

Duurzame energie
Tussen 2000 en 2013 nam het aandeel hernieuwbare energie, zoals zonne- en windenergie, in het totale energiegebruik toe van 1,4 procent in 2000 tot 4,5 procent in 2013. Vanaf 2017 zal dit aandeel verder groeien. Domper op de vreugde is dat die groei vooral te danken is aan vertraagde projecten. Met andere woorden; de winst had al veel eerder behaald kunnen worden.
Daarnaast is er nog veel onzekerheid, bijvoorbeeld over de bereidheid om ook echt in duurzame energie te investeren, de kosten en de vraag of er voldoende geld gereserveerd wordt en ook speelt het draagvlak voor duurzame energie een belangrijke rol.
Als alleen aan de vastgestelde beleidsafspraken wordt voldaan, wordt in 2020 een aandeel duurzame energie van 10,6 procent verwacht. Als ook het voorgenomen beleid wordt doorgevoerd dan stijgt het aandeel naar 12,4 procent – in het Energieakkoord is afgesproken dat dit 14 procent zou zijn.

De doelen uit het Energieakkoord worden niet gehaald

Meer groei betekent niet per se meer CO2-uitstoot
Meer economische groei betekende lange tijd vanzelfsprekend ook meer uitstoot van broeikasgassen. Die tijd is voorbij. Als de economische groei tussen 2013 en 2030 met 30 procent stijgt, zal het energieverbruik gelijk blijven en de uitstoot van broeikasgassen afnemen.
De afgelopen jaren gebruikten Nederlanders al minder energie; in 2013 bijna 3 procent minder energie dan in het jaar 2000 en ruim 5 procent minder dan in 2004. Maar dat is niet genoeg; als Nederland alleen het beleid uitvoert dat nu is vastgesteld, haalt Nederland waarschijnlijk niet de Europese richtlijnen voor energie-efficiënte. Als Nederland haar voornemens waarmaakt, moet dat wel lukken.

Minder gas, meer steenkool en aardolie
In Nederland is aardgas altijd de belangrijkste energiebron geweest. Daar komt verandering in. Het einde van de aardgasvoorraden komen in zicht en andere bronnen worden belangrijker. Maar Nederland wordt niet meteen schoner; het aandeel van de grote vervuiler onder de energiebronnen, steenkool, neemt op korte termijn fors toe. Dat komt omdat de steenkoolprijs gunstiger is dan die van aardgas. Daarnaast bouwt Nederland ook veel nieuwe kolencentrales.
Het gebruik van kolen zal pas later afnemen. Daarbij komt dat het totale gebruik van olie voorlopig onveranderd blijft. In de transport neemt het wel af (denk aan de opkomst van de elektrische auto) maar in de industrie wordt juist meer olie gebruikt. Aardolie zal rond 2050 zelfs de belangrijkste energiebron worden. Vanaf 2020 wordt hernieuwbare energie ook belangrijker, maar tegelijkertijd wordt er dus heel wat CO2 door kolencentrales de lucht in geblazen.

Informatie over Nederlandse energie is vaak incompleet is of zelfs onjuist

Goed nieuws over de energierekening
Na een jarenlange stijging van de energienota voor huishoudens, zal de energierekening weer lager uitvallen. Dat komt vooral door energiebesparing en een toename van zonne-energie. Als Nederland de voornemens netjes nakomt, zal Nederland naar verwachting ruimschoots voldoen aan de Europese afspraken.

CO2 uitstoot
De uitstoot van broeikasgassen gaat gestaag omlaag; tussen 2000 en 2013 met 9 procent, wat neerkomt op 192 megaton broeikasgas. Als het afgesproken beleid wordt doorgevoerd, zal de uitstoot in de periode tot 2030 verder dalen, tot 161 megaton. In het geval ook de voornemens worden doorgevoerd, daalt de uitstoot tot 158 megaton.

Winst uit energie
Activiteiten die met de energievoorziening samenhangen waren in 2012 goed voor 5,4 procent van het Bruto Binnenlands Product. Ook leverde deze activiteiten zo’n 20.000 banen op. De groei zit hem vooral in de hernieuwbare energie. Nederland zet vooral in op samenwerking bij wind op zee; een centraal punt in het veelbesproken energieakkoord. Eerder concludeerde het Centraal Planbureau – niet te verwarren met het Planbureau voor de Leefomgeving, een van de opstellers van de Nationale Energieverkenning – dat de bouw van grote windparken op zee duur is, maar weinig oplevert en zelfs nadelig is voor de welvaart. Het rapport deed veel stof opwaaien onder energiebedrijven en leidde tot politieke discussies in Den Haag. De Nationale Energieverkenning 2014 zal de discussie verder voeden.

Breed gedragen verkenningHet ministerie van Economische Zaken nam het initiatief voor de Nationale Energieverkenning 2014. Het rapport is opgesteld door een ECN Beleidsstudies, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het Centraal Bureau voor de Statestiek (CBS) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De stuurgroep bestond naast de genoemde organisaties uit medewerkers van verschillende ministeries; Infrastrucuur en Milieu, Economische Zaken, Financiën, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tot slot zat de Sociaal-Economische Raad (SER) in de stuurgroep.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons