Achtergrond

Buitenlandse artsen leren in Nederland over gezondheid

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Er is een nijpend tekort aan mankracht in de gezondheidszorg in veel lage- en middeninkomenslanden. Onderwijsinstituten, waaronder het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), proberen dat tekort aan te pakken door masteropleidingen in publieke en internationale gezondheid aan te bieden. Sluiten deze programma's wel aan bij de vraag? En zijn ze effectief? Prisca Zwanikken deed er onderzoek naar. Ze promoveerde op 25 januari.

Doen we het goed en doen we het goede?
De bedoeling van de masteropleidingen is om gezondheidsspecialisten uit die lage- en middeninkomenslanden meer kennis en vaardigheden bij te brengen waarmee ze in hun eigen land gezondheidszorgproblemen variërend van Ebola en malaria tot verkeersslachtoffers helpen oplossen. Maar passen de kennis en vaardigheden die meestal in Westerse landen worden bijgebracht wel bij de behoeften van ontwikkelingslanden? Die vraag wordt zelden gesteld, laat staan dat hij wordt beantwoord. Opvallend genoeg zijn er nauwelijks studies naar de impact van opleidingen voor hoger opgeleiden in lage- en middeninkomenslanden gedaan, en al helemaal niet op het gebied van publieke gezondheid. Toch is het belangrijk om te onderzoeken of deze opleidingen effectief zijn. Op de eerste plaats om te weten of en in welke mate de opleidingen helpen om de gezondheid in die landen te verbeteren. En ten tweede willen ook financiers en toekomstige studenten weten of hun investering loont: zijn deze studies wel relevant? 

Wereldwijd onderzoek
Impact van hoger onderwijs is moeilijk meetbaar, daarom hebben we voor deze studie een speciaal meetinstrument ontwikkeld waarmee dit effect wel meetbaar is.Tijdens het onderzoek werden 445 alumni van zes instituten voor Public Health in China, Vietnam, Zuid-Afrika, Sudan, Mexico en Nederland (het KIT) met behulp van een uitgebreide enquête bevraagd. Uit de antwoorden blijkt dat de afgestudeerden, met al een aantal jaren werkervaring voordat ze aan de master begonnen, baat hebben bij deze opleiding: na hun terugkeer op de werkvloer konden ze naar eigen zeggen hun opgedane kennis en vaardigheden goed gebruiken in hun werk. In veel gevallen kregen ze daardoor meer verantwoordelijkheden, een (hogere) leidinggevende positie, en gingen ze meer verdienen. Volgens de afgestudeerden houden deze veranderingen nauw verband met de gevolgde opleiding. Daarnaast zijn ook afgestudeerden van de masters in internationale gezondheid ondervraagd. Ook zij gaven aan dat de inhoud van hun opleiding goed inspeelde op de praktijk van hun dagelijks werk. Verder hadden zij er vertrouwen in dat ze hun verworven vaardigheden goed konden toepassen. 

Prisca Zwanikken van KIT met deelnemers masteropleiding gezondheid

Foto:  Susan Huider. Prisca Zwanniken en huidige cursisten  masteropleidingen in Maastricht

Het nut van health managers
Leveren hoogopgeleide gezondheidsspecialisten nog wel een bijdrage aan de lokale problemen of maken zij een flitscarrière bij internationale organisaties? Van de afgestudeerden van de zes masteropleidingen die zijn onderzocht blijkt dat maar een klein percentage in een ander land ging werken en dan meestal op hetzelfde continent. Een deel van de opgeleide professionals maakte een switch van praktiserend arts naar het beleid en onderzoek rond gezondheid en gezondheidszorg.  Je kunt je wel afvragen of de wereld niet meer verpleegsters en praktiserend artsen nodig heeft dan managers of onderzoekers. Natuurlijk zijn praktiserend artsen belangrijk bij het bestrijden van ziekten, maar het is ook van belang om mensen als managers, beleidsmakers en onderzoekers in de publieke gezondheidszorg op te leiden, ook in ontwikkelingslanden. Dit kan ervoor zorgen dat ziektes vroegtijdig onderkend worden, er meer aan preventie wordt gedaan en er kwalitatief hoogwaardige en toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen is, niet alleen voor degenen die betalen. Dit zijn precies de thema’s die in de masteropleidingen aan bod komen. Alumni gaven zelf aan dat ze in hun werk beter advies geven over geschikte interventies, meer investeren in het managen van personeel, en zorgen dat er meer geld gaat naar minder bedeelde groepen, zoals arme mensen met HIV/aids of mensen in sloppenwijken.

De trend: grensoverschrijdend onderwijs
Onderzoek naar grensoverschrijdend onderwijs en de kwaliteit ervan is belangrijk omdat steeds meer studenten over de wereld hoppen om delen van hun onderwijs op verschillende plekken te volgen. Dat maakt een goede kwaliteitsafstemming cruciaal. Het netwerk van tropEd, een wereldwijd netwerk van onderwijsinstellingen op het gebied van internationale gezondheid, heeft een goed kwaliteitssysteem opgezet dat gebruikt kan worden door andere instituten. 

Ambities: meer synergie en intersectorale samenwerking
De wereld verandert in rap tempo en die veranderingen hebben ook gevolgen voor de gezondheid. Denk aan klimaatverandering en de impact die dat vermoedelijk zal hebben op lokale gezondheid. Zowel het KIT als de collega-instituten zullen in de komende jaren meer aandacht besteden aan globalisering, het vormgeven van beleid en de samenwerking met andere sectoren. Ook is er aandacht voor ICT en sociale media. Het is van groot belang om continu in beweging te blijven om relevant onderwijs te bieden aan ambitieuze gezondheidsprofessionals van over de hele wereld.

Meer informatie over de deelnemende instituten en de concrete onderzoeksresultaten? Download Questioning outcomes and impact of international public health educational programmes in Low and Middle Income Countries. Zie ook hier voor meer informatie over Prisca Zwanikken en de masteropleidingen van KIT. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons