Productontwerp voor ontwikkelingslanden: hoe werkt het wel?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Producten speciaal ontworpen voor gebruik in ontwikkelingslanden blijken in de praktijk vaak niet te werken. Er wordt te weinig rekening gehouden met de specifieke gebruikers en de culturele context. Annemarie Mink ontwikkelde tijdens haar promotieonderzoek bij de TU Delft een stappenplan om dit probleem aan te pakken. 

Te weinig kennis over de cultuur van een ontwikkelingsland of over de specifieke context waarin een product gebruikt gaat worden leidt vaak tot problemen. Zo kan het ervoor zorgen dat een product niet of weinig gebruikt wordt, maar het kan ook nog ingrijpendere gevolgen hebben. Om vrouwen in India te helpen, werd er bijvoorbeeld een kleinere zijdehaspelmachine ontworpen. Deze machine gaf vrouwen de mogelijkheid om vanuit huis te werken. De machine produceerde meer en snel, waardoor de vrouwen meer geld verdienden. Na een tijdje bleek echter dat de nieuwe machine zo gemakkelijk was in het gebruik dat ook hele jonge meisjes ermee aan het werk gezet konden worden. Hoewel de intenties van dit ontwerp positief waren, bleek het in de praktijk bij te dragen aan kinderarbeid in India. 

Het stappenplan

In dit stappenplan worden vier fases doorlopen. Fase één is de Voorbereiding waarin contact wordt gelegd met organisaties en literatuur wordt bestudeerd om de context te leren kennen. In fase twee, Informeel inzicht, wordt vooral veel gesproken met potentiële gebruikers. De derde fase, Diepgaand Inzicht, bestaat uit het afnemen van diepte-interviews met gebruikers. In de laatste fase, Controle van Inzichten, worden de resultaten gecontroleerd door ze voor te leggen aan een grotere groep mensen.  

De mensen die dit soort producten ontwikkelen hebben vaak te weinig tijd en kennis om uitgebreid onderzoek te doen naar de culturele context en mogelijke onbedoelde gevolgen van hun producten. Voor haar promotieonderzoek aan de Technische Universiteit Delft ontwikkelde Annemarie Mink daarom een stappenplan dat ontwerpers helpt bij het in beeld brengen van de gebruikerscontext, specifiek voor ontwikkelingslanden. Het belangrijkste hierin is een speciale interviewtechniek, waarin tools zoals vragenkaarten en tekeningen gebruikt worden om zo veel mogelijk te weten te komen over de potentiële gebruikers van het product. De oplossing

Meer informatie over deze aanpak en de specifieke interviewtechniek is te vinden op de website van Mink: ‘Design for Well-being’. 

Annemarie Mink promoveerde op 11 november 2016 aan de TU Delft op basis van haar proefschrift ‘Design for Well-being. An Approach for Understanding Users’ Lives in Design for Development’. 

Bron: Pers- en Wetenschapsvoorlichting TU Delft. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons