Achtergrond

Lichaamslengte als maat voor welzijn

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Hoe meet je welzijn? Het eerste waar meestal naar wordt gekeken is het Bruto Nationale Product van een land en de verdeling van het geld binnen een land. Maar geld alleen maakt niet gelukkig. Bij welzijn gaat het niet alleen over inkomen en kapitaal maar ook om gezondheid, gelijkheid, rechten en onderwijs. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft op tien dimensies gekeken hoe het welzijn van de mens de afgelopen twee eeuwen is ontwikkeld.

Het rapport How was life? Gobal well-being since 1820 van de Oeso geeft inzicht in hoe de verschillende delen in de wereld zich sinds het begin van de industriële revolutie hebben ontwikkeld.

De tien dimensies van welzijn

 

 

1: Economische verhoudingen: Bruto Nationaal Product
2: Inkomensongelijkheid
3: Loonontwikkeling: lonen van arbeiders
4: Onderwijs: alfabetisme en aantal jaar onderwijs
5: Gezondheid: levensverwachting
6: Gezondheid: lichaamslengte
7: Persoonlijke veiligheid: het aantal moorden
8: Democratie: politieke en sociale rechten
9: Milieukwaliteit: CO2 -uitstoot en biodiversiteit
10Gelijkheid tussen mannen en vrouwen

Economie en onderwijs
Het Bruto National Product is de bekendste maatstaf om economische verhoudingen tussen landen te bepalen. Het gemiddelde BNP per hoofd van de bevolking was aan het begin van de 21e eeuw tien keer zo groot als in 1820. Deze groei is echter zeer ongelijk over de wereld verdeeld en deze ongelijkheid is gegroeid. Zo waren de rijkste landen in 1820  vijf keer rijker dan de armste landen. In 1950 waren de rijkste landen 50 keer rijker. Inkomensgelijkheid wordt ook vaak gebruikt om iets over welzijn aan te geven. In Europa nam de inkomensongelijkheid in het begin van de 20e eeuw toe. Vooral na de Tweede Wereldoorlog nam het in de meeste landen echter af. In Latijns Amerika,  Afrika en Azië nam de inkomensongelijkheid toe, behalve in China. Zuid Afrika is gedurende de hele periode het land met de grootste inkomensongelijkheid.  

De OESO geeft naast deze bekende maten acht andere dimensies. Sommige maten zijn wel bekend of worden vaker gebuikt om ontwikkeling aan te geven. Zo zeggen alfabetisme en aantal jaren onderwijs iets over de kansen van mensen op de arbeidsmarkt. In 1820 kon maar 12% van de wereldbevolking lezen en schrijven. In het rijke Westen kan nu bijna iedereen dit en voor Latijns Amerika 94% van de bevolking. De cijfers liggen een stuk lager in Afrika waar 65% van de mensen kan lezen en schrijven en in Zuidoost Azië waar dit geldt voor 75% van de mensen.

Gezondheid, milieu en rechten
De gemiddelde lichaamslengte van mensen is op het eerste gezicht een verassende indicator. De OESO stelt dat lichaamslengte iets zegt over de gezondheid van mensen. De lengte geeft bijvoorbeeld goed aan of mensen tijdens hun kindertijd genoeg te eten hebben gehad. De figuur laat de verschillen in ontwikkeling van lengte zien per regio. Opvallend is dat de inwoners van Noord Amerika en Australië in de hele periode langer zijn dan in de andere regio’s. In de tweede helft van de 19e eeuw waren mensen in het Midden Oosten, Noord Afrika en in Sub Sahara Afrika langer dan in Europa. Net voor 1900 halen de Europeanen hen echter in. De lengte ontwikkeling van Oost en West Europeanen loopt ongeveer gelijk op tot de Eerste Wereld Oorlog, waarna West Europeanen sneller groeien dan Oost Europeanen. Vanaf de jaren zestig zijn Nederlanders de langste mensen in Europa. Sinds het begin van de 21e eeuw met een gemiddelde lengte van maar liefst 1.82m. In tegenstelling tot Zuid en Zuid Oost Azië, heeft Oost Azië vanaf 1920 een groeispurt doorgemaakt. Ondanks deze groei blijft de regio onder het wereld gemiddelde. Sub Sahara Afrika is de enige regio waar de gemiddelde lengte in de laatste periode afneemt.

Figuur Gemiddelde lengte per regio over tijd

[[{“fid”:”30898″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-1-0″}}]]Bron: Baten en Blum (2014) Why are you tall why other are short? Agricultural production and other proximate determinants of global heights. European Review of Economic History, 18(2), 144-165.

Andere indicatoren waar de OESO naar gekeken heeft zijn de gemiddelde levensverwachting en indicatoren waarin milieukwaliteit centraal staan, veiligheid uitgedrukt in het aantal moorden per 100.000 inwoners en het algemeen kiesrecht en concurrentie tussen politieke partijen. Zo nam in 1900  in West-Europa, Noord-Amerika en Australië de levensverwachting toe van zo’n 35 jaar tot 80 jaar in 2000, terwijl de levensverwachting voor de inwoners van Sub Sahara Afrika blijft steken op iets meer dan 50 jaar. Centraal en Zuid Afrika spannen samen met Latijns Amerika de kroon wat betreft het aantal moorden.  

De acht Millenniumdoelen  van de Verenigde Naties ter bestrijding van armoede wereldwijd richten zich ook op onderwijs, gezondheid, en gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Hoe het hier mee staat vind je hier.

Op de foto staan soldaten van rond 1900. Van links naar rechts: Brit, Amerikaan, Australiër, Indiër, Duitser, Fransman, Habsburger, Italiaanse Rus, Japanner.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons