Julio Sánchez Pastillas: 'Dit is een land van tegenstellingen: wanneer we het lichaam vinden van een vermiste, dan vieren we het, omdat de familie dan eindelijk kan rusten.' Beeld: Heriberto Paredes

Mexicanen zoeken vermiste geliefden in illegale graven

Wat de overheid nalaat, moeten Mexicaanse burgers steeds vaker zelf doen: op zoek gaan naar vermisten. Dat betekent soms ook illegale graven delven, in de hoop menselijke resten te vinden. Een reportage van Heriberto Paredes.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het is een fenomeen dat sinds 2018 steeds vaker voorkomt in Mexico: naasten die zelf op zoek gaan naar hun vermisten. Ze organiseren zich in brigades en kloppen aan bij gevangenissen en ziekenhuizen, bij lokale politiekorpsen en de kerk en bevragen voorbijgangers op straat – in de hoop hun geliefde nog levend aan te treffen.

Maar ze gaan ook verder dan dat, en bezoeken lijkenhuizen of leggen illegale graven bloot op zoek naar de stoffelijk resten van hun naasten.

De naasten worden stilaan forensische experts die niet onderdoen voor professionals

De afgelopen jaren zijn in Mexico naar schatting maar liefst 40.000 mensen als vermist opgegeven, het reële aantal ligt waarschijnlijk nog veel hoger. Meer dan 26.000 lichamen wachten op identificatie in de koelkamers van forensische diensten, soms al jaren. Confronterende cijfers voor een land dat naar eigen zeggen niet in oorlog verkeert en het geweld onder controle heeft.

Naar schatting tweederde van de moorden in Mexico heeft te maken met de drugshandel. In de noordelijke stad Tijuana vallen dagelijks doden in conflicten tussen bendes. Ook worden mensen vermoord bij overvallen.

Ook moorden op vrouwen, zogenaamde feminicidios, komen vaak voor in Mexico. Het helpt niet dat 95 procent van de moorden onopgelost blijft: die straffeloosheid voedt nog meer misdaad.

De voorbije jaren zijn in Mexico maar liefst 40.000 mensen als vermist opgegeven, en het reële aantal ligt nog hoger. Beeld: Heriberto Paredes
‘We hebben 1100 illegale massagraven geregistreerd in het land’, klonk het recent en bijna tussen neus en lippen door op de dagelijkse persconferentie van de president, Andrés Manuel López Obrador. Hij had Alejandro Encinas, subsecretario ofwel staatssecretaris van Binnenlandse Zaken belast met Mensenrechten, opgetrommeld om verduidelijking te geven over het probleem van de illegale graven in Mexico.

De staatssecretaris schiep geen helderheid, integendeel. Waren die graven al geopend en onderzocht, of niet? Hoeveel lichamen werden erin aangetroffen? Wie zijn de slachtoffers? Waar? Waarom? Hoe? Er kwam geen antwoord, enkel dat onverschillige en tegelijk verpletterende cijfer. De necro-boekhouding van een land in crisis.

‘Los desaparecidos’

De meest recente brigade — ze noemen het zelf ‘karavanen’ — vond plaats in de deelstaat Michoacán, waar families in twee weken tijd zeven gemeenten aandeden. De Quinta Caravana Internacional de Búsqueda de Personas Desaparecidas, zo werd deze vijfde zoektocht gedoopt.

Deelstaat Michoacán haalt tegenwoordig de krantenkoppen omdat meer dan tien misdaadbendes er elkaar naar het leven staan. Het resultaat daarvan is talloze doden en vermisten.

Soms krijgen ze een tip, fluistert iemand toe: 'daar liggen lijken begraven'

Het spreekt boekdelen dat een woord dat zoveel voorkomt in Mexico zich maar moeilijk naar het Nederlands laat vertalen: los desaparecidos. Het zijn vermisten, natuurlijk, maar de betekenis van de letterlijke vertaling uit het Spaans is zoveel droever: de verdwenenen. Er spreekt weinig hoop uit dat ze gevonden worden. Het is alsof ze door een zwart gat verzwolgen zijn.

Hoe werken deze reddingsbrigades? Hun strategie is tweeledig: zoeken in de veronderstelling dat de vermisten nog leven en zoeken in illegale graven. Familieleden gaan bijvoorbeeld mensen op straat aanspreken waar de vermiste de laatste keer gezien werd.

Ze stellen vragen, winnen informatie in. Soms krijgen ze een tip, fluistert iemand hen iets toe: ‘daar, achter het schooltje of beneden in deze of die kloof, zijn lijken begraven’. Rondslingerende kledingstukken zijn een aanwijzing dat er inderdaad iemand begraven ligt. Ook een hoop lege flessen water betekent doorgaans dat er graven gedolven zijn.

Als we het lichaam vinden van een vermiste dan vieren we het, omdat de familie eindelijk kan rusten

De menselijke resten die de zoekbrigades aantreffen, vertellen vaak een verhaal. Soms zijn de polsen vastgebonden, of men vindt een schedel die door een kogel doorboord werd. De naasten worden zo stilaan forensisch experts die niet onderdoen voor professionals.

De familieleden beschikken inmiddels over een heel arsenaal aan technieken om graven te herkennen, om te zien waar aarde is omgewoeld. Ze leren bij, leiden anderen op en worden alsmaar bekwamer in hun roeping. ‘De pijn maakt experts van ons’, fluistert de moeder van een vermiste ons toe.

Falende overheid

De zoekbrigades worden doorgaans vergezeld door zwaarbewapende politiemensen. Het is immers niet zonder risico om rond te snuffelen in het werkgebied van criminelen. Zo duiken bij de opgravingen regelmatig verdachte types op die zich wel heel geïnteresseerd tonen in de resultaten.

Mensen zijn bang om verdwijningen aan te geven, omdat de autoriteiten onder één hoedje spelen met misdadigers

Ondanks die politieaanwezigheid werken de families in de marge. Hun werk wordt amper erkend door de overheid en op steun hoeven ze al helemaal niet rekenen. De naasten van vermisten leveren een constante strijd tegen de onverschilligheid en incompetentie van overheidsdiensten. Zo worden moordslachtoffers vaak niet gematcht met opsporingsberichten van vermisten: ze verdwijnen zonder nader onderzoek in gemeenschappelijke graven.

Maar het werk van de brigades werpt wel degelijk vruchten af en toont dat het mogelijk is om iets te doen aan deze enorme Mexicaanse tragedie.

De meest recente karavaan leverde zeventien mogelijke ‘positieven’ op: bruikbare informatie over vermisten, die uiteindelijk naar hun locatie kan leiden. De karavaan legde maar liefst 39 nieuwe verdwijningen vast. Veel mensen zijn te bang om de verdwijning van een naaste aan te geven bij de autoriteiten, omdat die vaak onder een hoedje spelen met misdadigers. De komst van de zoekbrigades, allen lotgenoten , schept veiligheid en vertrouwen: mensen durven hun hart uit te storten.

Het werk van de burgerbrigades werpt haar vruchten af en toont dat het mogelijk is om iets te doen aan deze enorme Mexicaanse tragedie.Beeld: Heriberto Paredes
De families die zich organiseren in zoekbrigades nemen de taak van een falende overheid in eigen hand. Ze zijn het beu te wachten op eindeloze excuses en steken zelf de handen uit de mouwen. Anders gebeurt er niets.

De regering van president López Obrador, die op 1 december aantrad, heeft een reeks maatregelen voorgesteld om meer illegale graven te openen en te onderzoeken. Sommigen werpen geen vruchten af, anderen zijn nog niet eens ingevoerd. Sterker nog: de werking van de overheidsorganen die aan de taak gewijd zijn, lijkt erop achteruit te gaan.

Rondzwerven voor gerechtigheid

Het collectief van familieleden dat de zoekbrigades organiseert, heet Familiares Caminando por Justicia: familieleden die wandelen, rondzwerven eigenlijk, op zoek naar gerechtigheid. Ik sluit me aan als ze beginnen aan hun twee weken durende zoektocht door Michoacán.

Ik ben er zeker van dat daar beenderen liggen, ik moet weten of die met mijn DNA matchen

In elk van de zeven gemeenten begint de meerdaagse taak met een mis. Een priester zegent de missie. Op het altaar worden de beeltenissen van de vermisten tentoongesteld. Dan volgt een persconferentie waar informatie gedeeld wordt en twijfels opgehelderd worden.

“Deze mensen zijn erop uit de pijn te stillen die ze voelen bij de afwezigheid van hun geliefden”, zegt Herculino Medina, aartsbisschop van de stad Morelia, die ochtend. “Daarom steunen wij hen en voegen we ons bij hun strijd, solidair en respectvol. We staan erop engagement en begeleiding aan de dag te leggen voor diegenen die lijden.”

Mexicaanse ‘caravanas’ van burgers gaan zelf op zoek naar (stoffelijke resten) vermiste geliefden.Beeld: Heriberto Paredes
De familieleden voelen zich geschoffeerd door de overheid. Een aantal weken geleden klopten ze in Mexico-Stad aan bij Karla Quintana, het pas benoemde hoofd van de Nationale Zoekcommissie. Bedoeling was haar uit te nodigen om op een of andere manier deel te nemen aan de activiteiten. Quintana weigerde de delegatie te ontvangen. Per toeval liep de delegatie haar alsnog tegen het lijf toen ze er via een zij-ingang vandoor wilde gaan.

Het is moeilijk om iets gedaan te krijgen van precies die overheidsinstellingen die opgericht zijn om het zoeken naar vermisten te vergemakkelijken. Ondanks de mooie, gebroken beloftes beginnen de families aan de zoektocht. Ze trekken er nogmaals op uit, ondanks alles.

Tegenstellingen

‘Dit is een land van tegenstellingen: wanneer we het lichaam vinden van een vermiste, dan vieren we het, omdat de familie dan eindelijk kan rusten.’ Julio Sánchez Pastillas is de coördinator van de Vijfde Karavaan, en spreekt aan het einde van een werkdag de groep toe over de vermiste die ze die dag wisten te vinden.

Een 31-jarige bouwvakker keert op 15 april na zijn werkdag in de stad Zitácuaro (in het oosten van Michoacán) nooit meer huiswaarts. Niemand weet waarom. Pas tien dagen na zijn verdwijning wordt hij als vermist opgegeven.

Een man werd begraven in een gemeenschappelijk graf, zonder medeweten van zijn familie

Ondertussen is de zoekbrigade voor Michoacán in volle voorbereiding. Niemand weet dat deze twee verhalen elkaar later zullen kruisen.

Een deel van de zoekbrigade was materiaal over recente moorddossiers gaan verzamelen bij het Openbaar Ministerie. Ze namen een foto mee van een unieke tatoeage van een moordslachtoffer. De familie van de 31-jarige bouwvakker verscheen toevallig tijdens een openbaar evenement van de zoekbrigade in hun stad. Er was hen gevraagd foto’s mee te nemen van kenmerkende eigenschappen, zoals tatoeages. De puzzelstukjes vielen meteen op hun plaats.

De bouwvakker verdween op 15 april. Een dag later nam de lijkschouwer zijn lichaam in ontvangst, zonder medeweten van zijn familie. Niet veel later werd hij in een gemeenschappelijk graf begraven, opeengepakt met drie andere niet-geïdentificeerden.

Tevergeefs probeert ze een overheidsdienst zover te krijgen genetisch onderzoek uit te voeren op de stoffelijke resten

Binnen amper twee uur zijn alle aanvragen geregeld om het lichaam op te graven. De hele groep trekt die avond naar het kerkhof om samen met experts van het OM het graf te openen. Het derde lichaam dat naar boven komt draagt de tatoeage. De familie heeft eindelijk rust gevonden.

Zelfverdedigingsmilities

Tania, de dochter van Evangelina Contreras Ceja verdween twee keer. De eerste keer op 11 juli 2012, samen met haar vader. Daarna een tweede keer. In 2012 terroriseert een veelkoppig monster de staat Michoacán: de Caballeros Templarios, ofwel de Ridders Tempeliers, een drugsbende die een religieuze pseudofilosofie voorstaat. Ze moorden erop los. In de chaos verdwijnt Tania.

Begin 2014 nemen burgers in de regio het recht in eigen handen. Ze richten zelfverdedigingsmilities op, de zogenaamde autodefensas. Ze openen de jacht op de Ridders Tempeliers, pakken hen op en ondervragen hen. Bij een van die ondervragingen komt een massagraf ter sprake, bij een verlaten boerderij. De autoriteiten worden erbij gehaald.

Zijn de moordenaars van Tania teruggekeerd om het bewijs mee te nemen?

In een van de graven treft het OM van Coahuayana twee lichamen aan, een man en een vrouw, beiden in foetushouding. Een kennis herkent een schoen van Tania’s vader. Moeder Contreras Ceja wordt via via over de vondst ingelicht. Maar wanneer ze bij het OM aanklopt, gelooft ze niet wat ze hoort: er zijn helemaal geen lichamen aangetroffen en er is ook geen onderzoek geopend. Ze wordt naar een andere stad gestuurd en geïnformeerd dat men de mogelijke stoffelijke resten van haar dochter ‘niet meer in het bezit’ heeft. Opnieuw is Tania verdwenen.

Sindsdien is haar moeder drie keer teruggekeerd naar de plek waar haar dochter vermoedelijk begraven ligt. De eerste keer treft ze er zelf enkele beenderen aan, en iets wat lijkt op vrouwenkleding. Ze beweegt hemel en aarde om een overheidsdienst zover te krijgen genetisch onderzoek uit te voeren op de resten. Tevergeefs.

Evangelina is op zoek naar haar dochter Tania. Op de plek waar haar dochter vermoedelijk begraven ligt, gaat de burgerbrigade samen met forensisch overheidsexperts op zoek.Beeld: Heriberto Paredes
Een tweede keer keert ze terug om zichzelf ervan te verzekeren dat alle menselijke resten nog op hun plaats liggen. Maar het graf waar vermoedelijk haar dochter begraven ligt, is omgewoeld.

De derde keer arriveert Contreras Ceja in het gezelschap van de karavaan en zo’n 35 forensisch experts van het OM. Deze keer is de hoop van haar gezicht af te lezen: “Ik ben er zeker van dat daar beenderen liggen, ik moet en zal weten of die met mijn DNA overeenkomen.”

Wittepakkenbrigade

De zon staat al hoog wanneer de ploeg aan het graven gaat. De forensisch experts gaan voor. Ze trekken hun witte pakken aan, kogelvrije vest eronder. Aanvankelijk lijken ze heel wat mogelijk bewijs aan te duiden met nummerbordjes. Maar uiteindelijk geven ze toe dat het geen menselijke resten zijn.
Forensisch experts van het Openbaar Ministerie onderzoeken een mogelijk graf van vermiste personen, maar vinden geen menselijke resten. Familielieden vinden wél resten. Beeld: Heriberto Paredes
Contreras Ceja staat er verbouwereerd bij. Hoe kan het mogelijk zijn dat ze niets aantreffen? Zijn de moordenaars van Tania teruggekeerd om het bewijs mee te nemen? Of waren het de onderzoekers die in 2014 geen dossier openden en het bestaan van de lichamen ontkenden?

Hoe dan ook: de wittepakkenbrigade houdt het voor gezien en wacht op nadere orders. Een aantal familieleden twijfelt, niet goed wetend wat te doen. Dan gaan ze zelf aan de slag in het graf. Ze stellen meteen vast dat de experts slordig te werk zijn gegaan. Ze hebben de aarde niet goed gezeefd en zochten enkel naar grote stukken.

Tranquilina Hernández, een vrouw uit Cuernavaca die op zoek is naar haar dochter en inmiddels redelijk wat ervaring heeft als forensisch burgerexpert, trekt de handschoenen aan. Meteen vindt ze een mogelijke botrestje, het eerste van 43. “Het kan niet dat Tania een derde keer verdwijnt, dat kan ik niet accepteren. Ik wist dat we hier iets zouden aantreffen. Je moet hen laten zien hoe er gewerkt moet worden.” Binnenkort worden de stoffelijke resten onderzocht in een lab en zal de moeder van Tania uitsluitsel krijgen.

Familieleden gebruiken een zeef en gaan overal met hun gehandschoende handen door, in tegenstelling tot overheidsexperts. Beeld: Heriberto Paredes
Het verschil tussen de methode van de families en die van de overheidsexperts, naast houding en toewijding, zit ‘m in het hanteren van de zeef. De methode van de experts is allesbehalve minutieus. De familieleden daarentegen gaan overal met hun gehandschoende handen door, ze wroeten en kijken goed. Stukjes die op aarde lijken, kunnen namelijk net zo goed botresten zijn.

De ene methode maakt enkel nieuwe slachtoffers, de andere leidt tot verder zoeken. Tot vermiste geliefden gevonden en geïdentificeerd zijn. Tot het rouwen kan beginnen.

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij MO*

Mexico verandert van doorreisland in eindbestemming

Deze Mexicaanse gemeenschappen stappen over op zelfbestuur

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons