Te veel obstakels voor duurzaam investeren? Onzin

Marcel Beukeboom is het gezicht van het Nederlandse klimaatbeleid. Hij is overal waar over klimaat gesproken wordt, van internationale conferenties tot lokale bijeenkomsten. Deze keer in zijn blog: voor verandering is geld nodig, maar duurzaam investeren gebeurt nog veel te weinig. En de reden daarvoor berust op een mythe.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het pad naar een duurzame toekomst is geplaveid met allerlei hordes die veranderingen vertragen of ronduit tegenwerken. Denk bijvoorbeeld aan de wet die het verplicht maakt om nieuwe woningen op het gasnetwerk aan te sluiten – die zorgde er lang voor dat het heel lastig was om huizen gasloos te bouwen (per 1 juli 2018 is die verplichting overigens afgeschaft).

Ook voor de financiële sector (banken, pensioenfondsen, verzekeraars) maken bestaande wetten en regels het vooralsnog onmogelijk om te investeren in energiebesparende maatregelen of schone energie. Dat is althans een veelgehoorde verklaring voor het feit dat er wereldwijd onvoldoende wordt geïnvesteerd om de doelen van het Parijs-akkoord en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te halen. 1 Maar klopt die verklaring wel?

Het is vooralsnog onmogelijk om te investeren in schone energie – is de gedachte.

Op die vraag wilde het Nederlandse Platform Duurzame Financiering (PDF) een antwoord vinden. Dat platform is een samenwerking van financiële spelers (zie kader), waar ik namens de Rijksoverheid ook lid van ben. Enkele keren per jaar komen we samen om de aandacht voor duurzame financiering in de financiële sector te stimuleren.
Platform Duurzame Financiering
Het platform wordt voorgezeten door De Nederlandsche Bank en bestaat uit vertegenwoordigers van Nederlandse banken, pensioenfondsen, verzekeraars, vermogensbeheerders, de Rijksoverheid en toezichthouders. Daarnaast zitten leden van het Sustainable Finance Lab aan tafel: academici die een brug willen bouwen tussen wetenschappelijke theorie en de praktijk.
Om te onderzoeken of overheidsbeleid, toezicht of financiële regelgeving nou echt een belemmering vormen voor duurzame investeringen, richtte het PDF een werkgroep op. Die onderzocht de reële én de veronderstelde belemmeringen. Het rapport wordt in september gepubliceerd, maar vorige week hoorden we in onze bijeenkomst alvast hun verrassende conclusie.

Duurzame financiering is…

De werkgroep begon zijn onderzoek met het bepalen van de definitie van duurzame financiering. Dat op zichzelf bleek nog niet zo eenvoudig. Verschillende instellingen hanteren verschillende definities, waarbij begrippen als klimaat, milieu en duurzaamheid door elkaar lopen (zie figuur). Het is aan iedere financiële instelling zelf om te bepalen welke financiering het als duurzaam beschouwt, waardoor er onderling grote verschillen kunnen bestaan. Dit gebrek aan een duidelijke definitie kan op zichzelf al gezien worden als een belemmering.
investeren
De belangrijkste reden die de werkgroep vond voor het tekort aan investeringen: financiers zijn bang voor een te hoog risico, een te laag rendement of een combinatie van beide.

Van duurzame investeringen die wel financieel aantrekkelijk zijn, zijn er bovendien te weinig. Dat komt door twee belangrijk factoren:

1. De overheid zet de toon

De financiële sector vergroent pas als de overheid vergroent.

Simpel gezegd: wanneer de overheid de economie ‘vergroent’, vergroent de financiële sector mee. En omgekeerd: wanneer vervuilende activiteiten zijn toegestaan (en winstgevend zijn), worden deze gefinancierd. Cruciaal is een consistent langetermijnperspectief, waarbinnen negatieve effecten worden beprijsd, bijvoorbeeld door een CO2-prijs. Dat gebeurt nog onvoldoende.

Een mooi voorbeeld van de relatie tussen overheid en financiële sector is het aangekondigde verbod op kantoren met een energielabel lager dan C na 2023. Hierdoor vergroent de economie. De financiële sector zorgt voor een versnelling door hun investeringen hierop aan te passen. Panden die niet energiezuinig zijn, vormen immers ineens een financieel risico.

2. De markt is nog in ontwikkeling

CO2-uitstoot wordt nauwelijks meegewogen in investeringsbeslissingen

In elke transitie speelt innovatie een belangrijke rol. Het is gedurende de overgangsfase niet altijd makkelijk te bepalen wat de ‘winnende’ technologie wordt. Denk aan de keuze tussen elektrische of door waterstof aangedreven auto’s. Het nieuwe karakter van de markt betekent bovendien dat er nog weinig gegevens zijn over hoe dergelijke investeringen presteren. Dit maakt investeren lastiger. Daarnaast is er weinig informatie beschikbaar over bijvoorbeeld CO2-uitstoot van de verschillende technologieën, en wordt deze dus nauwelijks meegewogen in investeringsbeslissingen. Die informatie verzamelen vergt extra inspanning en is daarom duurder.

Tussen de oren

De werkgroep keek daarnaast naar mogelijke belemmeringen vanuit de hoek van toezicht en financiële regelgeving. 2 Ze stelden vast dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen duurzame en niet-duurzame investeringen. Er bestaat geen regelgeving die duurzame bedrijven of projecten benadeelt.

Er bestaat geen regelgeving die duurzame bedrijven of projecten benadeelt

Dit is een belangrijk inzicht. De gedachte dat er voor duurzame investeringen extra drempels zijn in regelgeving en toezicht bestaat alleen tussen de oren van (potentiële) investeerders. Natuurlijk is er nog werk te doen: de overheid moet nog duidelijker de richting aangeven en het ontwikkelen van een markt kost tijd. Ook moeten bedrijven zelf aan de slag met het vastleggen van informatie die helpt bij het nemen van groene (investerings)beslissingen.

Maar we moeten stoppen met elkaar na te praten dat er formele belemmeringen bestaan. Dat is een mythe die hierbij hopelijk is ontkracht – voor eens en voor altijd.

  1. Parijs-akkoord: de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 – 2 graden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. SDG’s: 17 concrete doelen om de wereld grote stappen voorwaarts te laten maken, zoals ‘eerlijk werk’ en ‘betaalbare schone energie’. ↩︎
  2. Toezichthouders zoals De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten kijken naar de hoeveelheid risico die financiële instellingen nemen en meten dit af aan zaken als de hoeveelheid geld in de kas en de verhouding tussen uitstaande investeringen en eigen vermogen. Ze vinden het bovendien belangrijk dat niet al het vermogen wordt geïnvesteerd in één sector. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons