Klimaattop Katowice: wat staat ons te wachten?

Marcel Beukeboom is, als gezicht van het Nederlandse klimaatbeleid, de komende weken bij de jaarlijkse VN-klimaattop. Zo’n bijeenkomst is, zeker van buitenaf, moeilijk te begrijpen. In deze blog heeft hij een leidraad.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De VN-klimaatconferentie begint dit weekend in het Poolse Katowice. Het conferentiecentrum is bovenop een gesloten kolenmijn gebouwd. De symboliek zal u niet ontgaan. Inmiddels is het alweer de 24ste keer dat de landen die het klimaatverdrag uit 1992 ondertekenden bij elkaar komen om verdere afspraken te maken in de strijd tegen klimaatverandering. Ruim 20.000 mensen komen bij elkaar voor de jaarlijkse Conference of the Parties (COP). Voor buitenstaanders is het vaak lastig te doorgronden wat er allemaal gebeurt tijdens zo’n klimaattop. Formeel zijn er namelijk zes toppen tegelijk, en wachten er meer dan 130 onderwerpen op besluitvorming.

Buiten het officiële vergadercircuit presenteren zich bovendien honderden bedrijven, ngo’s, lobbyclubs en andere partijen. Veel van deze initiatieven proberen de besluitvorming te beïnvloeden, soms zelfs gesteund door partijen die wel formeel aan tafel zitten.

In 2015 is het welbekende Parijs-akkoord aangenomen. Daarin zijn belangrijke klimaatdoelen vastgelegd om de CO2-uitstoot te verminderen. De conferentie in Polen zal vooral gaan over de wijze waarop we dat gaan realiseren. Ik zie tenminste drie thema’s die het volgen waard zijn.

Veel van deze initiatieven proberen de besluitvorming te beïnvloeden, soms zelfs gesteund door partijen die wel formeel aan tafel zitten.

Het Parijs-akkoord in de praktijk brengen

De COP is in eerste instantie een vergadering van landen. Het belangrijkste onderwerp op de agenda is het zogenaamde Parijs Akkoord Werk Programma, in de wandelgangen ook wel Rulebook genoemd. Dit is een pakket aan gedetailleerde afspraken gericht op het meten en vergelijken van broeikasgasuitstoot. Het gaat ook over financiën, onder meer over het geld dat rijkere landen moeten opbrengen om in armere landen de aanpassing aan klimaatverandering te kunnen betalen. En naast deze, en nog een groot aantal andere onderwerpen, is ook resultaat gewenst op het zogenaamde ambitiemechanisme. Hoe gaan we er de komende jaren voor zorgen dat landen meer bijdragen om de opwarming van de aarde tegen te gaan? We weten immers dat de huidige inzet niet genoeg zal zijn om ruim onder de twee graden opwarming te blijven. Dit alles gaat een ingewikkeld stelsel aan deelafspraken opleveren en niet – zoals in Parijs – een overzichtelijk akkoord van 29 artikelen. De gewenste uitkomst is een soort regelgemeenschap, waarbinnen het Akkoord van Parijs in de praktijk gebracht kan worden. Dat is dus niet iets dat op enig moment ‘af’ is, maar waarvoor wel een solide basis gelegd moet worden.

Hoe gaan we er de komende jaren voor zorgen dat landen meer bijdragen om de opwarming van de aarde tegen te gaan? De huidige inzet is niet genoeg.

Steenkool: het hete hangijzer

Steenkool zal, zo is mijn verwachting, een terugkerend gespreksonderwerp zijn. Dat komt niet omdat deze klimaatconferentie op een gesloten kolenmijn plaatsvindt. De grootste klappen in het terugdringen van broeikasgasuitstoot zijn te maken in het stoppen met verbranding van steenkool. In landen als Polen zullen in dat geval echter grote klappen vallen op de arbeidsmarkt, simpelweg omdat er veel mensen in deze sector werken. Ik verwacht ook aandacht voor ‘schone kolen’ 1, bijvoorbeeld uit Australische en Amerikaanse hoek. En daar tegenover verwacht ik de ambitie versneld te stoppen met het gebruik van steenkool door de leden van de Powering Past Coal Alliance, waar Nederland deel van uitmaakt. Steenkool gaat daarmee een tot de verbeelding sprekende illustratie worden van de vele lastige dimensies van de overgang naar schone energie.

Basis van vertrouwen

Een belangrijke basis onder het Parijs-akkoord is het vertrouwen tussen alle ondertekenaars dat we gezamenlijk iets aan klimaatverandering kunnen doen. Maar het is ook een vertrouwen dat niet afdwingbaar is. Zo kunnen arme landen erop rekenen dat rijke landen hen (financieel) zullen helpen bij het realiseren van de doelen van Parijs. En geloven bedrijven en financiële instellingen dat dit de richting is waarin we de komende decennia collectief zullen bewegen. Er ligt bovendien een solide wetenschappelijke basis die de urgentie van het vraagstuk onderstreept en die niet meer ter discussie staat. Ook dat creëert een vertrouwen: er moet nu echt iets gebeuren.

Een belangrijke basis onder het Parijs-akkoord is het vertrouwen tussen alle ondertekenaars dat we gezamenlijk iets aan klimaatverandering doen.

Dit vertrouwen zal de komende weken danig op de proef gesteld worden. Het begint al met de G20-top die vlak van tevoren plaatsvindt in Buenos Aires. De G20 bestaat uit de 19 grootste nationale economieën en de Europese Unie. Die top gaat een verklaring uitbrengen die niet veel klimaatambitie zal uitstralen. De belofte van de rijke landen om voldoende klimaatfinanciering bijeen te brengen, zal ook onder een vergrootglas komen te liggen. Enerzijds als kritiekpunt vanuit ontwikkelingslanden die zullen wijzen op tekorten en onvoorspelbaarheid, anderzijds vanuit ambitieuze landen die zullen aankondigen meer te zullen gaan doen.

Politici krijgen in Katowice zelf de kans het begrip in elkaars standpunten te vergroten tijdens de zogenaamde Talanoa Dialoog. Hopelijk draagt deze andere manier van communiceren er toe bij dat de vertrouwensbasis versterkt wordt.

Handleiding

Veel organisaties brengen vlak voor deze klimaatconferentie belangrijke rapporten uit. Zo is het Emissions Gap Report verschenen van het VN-Milieubureau, de Staat van het Klimaat van de Wereld Metereologische Organisatie (WMO) en de World Energy Outlook van het mondiale Energie Agentschap (IAE). Dit is slechts een kleine selectie van wat er te zien en te horen is. Zowel binnen de muren van het conferentiecentrum als via de media zal het niet eenvoudig zijn de verhaallijnen te herkennen die ertoe doen. Hopelijk helpt deze summiere handleiding bij het begrijpen van al deze signalen.

'Kernenergiediscussie is splijtstof voor klimaatdebat’

  1. Schone kolen’ is een vage, misleidende term, want schone kolen bestaan niet, hooguit minder vervuilende kolen. Verder verschillen kolencentrales in CO2-uitstoot, o.a. omdat de nieuwe efficiënter zijn. Soms wordt met schone kolen ook verwezen naar het afvangen van de uitstoot d.m.v. Carbon Capture Storage. Er zijn zelfs technieken die de kolen wassen voor gebruik. Maar uiteindelijk maakt het kolen alsnog geen schone energiebron. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons