Partnerbericht

Uit de brand dankzij uien

Voor het uienzadenproject startte FCMN-NIYA via Agriterra een samenwerkingsverband met De Groot en Slot, een Nederlandse specialist in uienzaden. Door de teelttechnieken, opslag en verwerking van het uienzaad te verbeteren, is het de bedoeling dat de Nigerese uienboeren in 2015 in staat zijn een productie 7.500 kilo uienzaad te realiseren (in 2007 zat men op 150 kilo).

Bij het aangaan van de samenwerking beloofde De Groot en Slot om tien jaar lang – twee keer per jaar – een deskundige op het gebied van uien naar het project te sturen. Hans van Leeuwen, gepensioneerd productiemanager van De Groot en Slot, ging de verbinding aan en legde in januari 2006 zijn eerste bezoek af.

Teelttechnische voorlichters van FCMN-NIYA krijgen van Hans praktisch, teelttechnisch advies, dat zij op proefvelden toepassen en uitproberen. Ook adviseert Hans over het conserveren en de opslag van de uien en het zaad. Met FCMN-NIYA overlegt hij strategieën voor de duurzaamheid van de uienzadenproductie en over zaken rondom het beheer en distributie van de uien en het uienzaad.

In 2006 stelde FCMN-NIYA een strategisch meerjarenplan op om het verloop van het project te structuren. Omdat de resultaten ver boven verwachting waren, werd dit plan in 2009 aangepast. In datzelfde jaar reisden 20 tuinders van FCMN-NIYA naar Frankrijk om de teelt en bewerking van uien en uienzaad te bekijken bij een Franse vestiging van De Groot en Slot.

Sinds 2005 hebben verschillende instellingen en organisaties contact met elkaar rond de uienteelt. Zij praten over de mogelijkheden om de productie te verbeteren en om keumerken voor de uienzaden te regelen. De agrarische onderzoekscentra ICRISAT en INRAN leveren het stamzaad voor de uienproductie en de Food and Agricultural Organization (FAO) levert het plantgoed en de zaaizaden. Ook SNV is aanwezig voor ondersteunende activiteiten.

De kwaliteit van zowel de uien als het uienzaad is met sprongen vooruit gegaan bij de tuinders die de adviezen en aanbevelingen opvolgen. Dit zijn niet alleen de leden van FCMN-NIYA: iedere tuinder die in een plaats woont waar een coöperatie van FCMN-NIYA gevestigd is, kan gebruik maken van de expertise van de lokale deskundige voorlichters.

In 2010 is er 2.600 kilo zaad geoogst. Met deze oogst kunnen de tuinders in totaal 650 hectare uien telen, wat een opbrengst van 16.000 ton uien kan opleveren. Een tuinder in Niger gebruikt 1 kilo zaad per jaar. Een rekensom leert dat er dus 2.600 tuinders zijn die in elk geval goed zaad tegen een redelijke prijs hebben en daar uien van goede kwaliteit van kunnen telen.

Een verhaal uit de praktijk

Amadou Ali is uienboer en lid van FCMN. Hij vertelt: "Ik ben opgegroeid in Yoreize Keira, maar op jonge leeftijd vertrok ik naar het kustgebied om daar een bedrijf op te zetten. Toen ik later besloot om terug te keren naar het dorp van mijn familie, werd dit opgevat als een mislukking. In de ogen van de inwoners was ik niet geslaagd. Ik begon met het verbouwen van rijst en gierst en kocht een boomgaard aan de rand van het dorp.

Tien jaar geleden begon ik met het verbouwen van uien voor de verkoop. Ik ben getrouwd en kreeg elf kinderen. Zoals voor iedere vader, was het voor mij belangrijk dat ik mijn gezin kon onderhouden. Het landbouwkundig onderzoekscentrum INRAN in Maradi stelde uitgangsmateriaal van uienzaad beschikbaar, waardoor ik me naast uienteelt ook bezig kon gaan houden met de productie van uienzaden. In 2006 kreeg ik steun van een coöperatie in Guidan Ider die uienzaad produceert, waardoor ik weer nieuw zaad kon produceren.

De ui die ik verbouw is de Violet de Galmi: een ronde ui, afgeplat aan de polen, paars van kleur. De groeicyclus van deze ui varieert tussen de vier en vijf maanden. De Violet de Galmi kan met minder verlies geconserveerd worden en de oogst is doorgaans erg goed. Consumenten waarderen de scherpe smaak van de ui.

Dit seizoen schat ik mijn uienzaadproductie op 40 kilo en mijn uienproductie op 42 zakken van 100 kilo uien. Dit is minder dan vorig jaar, want toen heb ik gebruik kunnen maken van een krediet om het seizoen voor te kunnen financieren. Dit kwam door een initiatief van FCMN-NIYA om hun producenten te ondersteunen met een voorschot van 6.500 franc per geproduceerde zak. Met dat voorschot kon ik mensen inhuren en zo tot een productie van 350 zakken komen. Dit jaar kwam ik helaas niet in aanmerking voor zo’n voorschot.

Een deel van mijn uien is bestemd voor de uienzaadproductie. Een ander deel verkoop ik direct op de markten in Niamey en Boubon. Dit jaar verkocht ik een zak van 100 kilo uien voor 12.000 franc. De laatste partij uien bewaar ik, die verkoop ik later. De zaden verkoop ik aan uienproducenten in het dorp voor 40.000 franc per kilo. Tegenwoordig weten de andere producenten dat mijn zaden van goede kwaliteit zijn en dat ik ze graag wil verkopen. Ik heb ze zelfs verkocht aan de organisatie van een project voor voedselzekerheid, PDIT, voor 30.000 franc per kilo. Dit is wel een lagere prijs maar hiermee ga ik een overeenkomst aan met de organisatie: ik lever de zaden voor een voordelige prijs, zij ondersteunen mij bij de drainage en omheiningen en de levering van bijvoorbeeld meststoffen."