Achtergrond

Wereldjongeren: zo belangrijk is een opleiding

Waar dromen jonge mensen op de hele wereld over? Wat doen ze om die dromen te bereiken en welke obstakels moeten ze overwinnen? Deze week vertellen de Nigeriaanse Rose en de Nederlands-Iraanse Melodi over hun opleiding en het vooruitzicht op werk.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Op 12 augustus is het Wereldjongerendag. De Verenigde Naties hebben deze dag in 1999 ingesteld om te laten zien hoe belangrijk het is dat jonge mensen betrokken worden bij de grote vraagstukken en problemen van deze tijd. Zonder de inbreng en ideeën van jonge mensen is er geen duurzame wereld mogelijk.

Maar dan moeten die jongeren wel een kans krijgen om volwaardig mee te doen aan de maatschappij. Volgens cijfers van de International Labour Organization, een organisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met arbeidsvraagstukken, leven maar liefst 156 miljoen van de werkende jongeren wereldwijd – in (extreme) armoede, van wie de meesten in ontwikkelings- en opkomende landen wonen. Dat is 37,7 procent van het totaal aantal werkende jongeren.

Hoe komt dat? En hoe kunnen we zorgen dat het beter wordt? Hoe zien jongeren dat voor zelf voor zich? En wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jonge mensen in Nederland, Nigeria of Nepal?

In de maand augustus interviewt OneWorld daarom jongeren wereldwijd in een serie van dubbelportretten. We leggen ze dezelfde vragen voor: wat zijn hun eigen dromen en die van hun vrienden over werk en carrière, welke opleidingskansen hebben ze gekregen en wat zijn de obstakels?

Voor dit eerste deel spraken we Rose uit Nigeria en Melodi uit Nederland. Hieronder het verhaal van Rose, scroll naar beneden voor het verhaal van Melodi.

Rose Omoruy (31)
Rose woont op zichzelf in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja, met financiële steun van haar zus.
Ze studeerde Business Administration en werkt nu via Next Economy van SOS Kinderdorpen aan haar toekomstmogelijkheden.

Ik wil het liefst in een kledingwinkel werken, maar ik grijp nu elke kans op een stage aan

“Mijn vader wilde graag dat ik scheikunde ging studeren. Hij had er moeite mee toen ik hem vertelde dat ik daar niets voor voelde. Ik wilde verder met economie, omdat ik daar goed in was. Ik deed mijn toelatingsexamen, maar met mijn score kon ik niet naar de universiteit die ik wilde. Met hulp van een familievriend schreef ik me in bij een andere universiteit waar ik met mijn scores wel werd toegelaten. Althans, dat dacht ik. Want later kwam ik erachter dat ik nooit goed was geregistreerd, door die familievriend. Ik had alleen een registratienummer. Ik had mijn schoolgeld betaald en zat al vier jaar op school, maar had geen inschrijvingsnummer. Zodoende kon ik geen diploma krijgen en heb ik al die jaren verspild.

Daarna heb ik twee jaar stage gelopen om werkervaring op te doen en geld te sparen. Inmiddels waren allebei mijn ouders overleden en kon ik alleen een deeltijdopleiding betalen. Gelukkig sprong mijn familie bij. Dankzij steun kon ik een voltijdopleiding Business Administration volgen. In 2014, na twaalf jaar, was ik eindelijk klaar voor de arbeidsmarkt.

Na mijn opleiding ging ik in een oogkliniek werken en daarna kwam SOS Kinderdorpen op mijn pad. Ik zit nu in het SOS-programma Next Economy waarvoor ik op zoek ben naar een stage. Het project helpt betere kansen op de arbeidsmarkt te krijgen en geeft me daarin trainingen. Liefst zou ik later een kledingwinkel beginnen, maar ik neem nu elke stage aan die ik kan vinden. Ik wil niet nog meer tijd verspillen, ik wil gewoon aan het werk. Veel van mijn vrienden van de middelbare school wonen en werken in het buitenland. We houden elkaar op de hoogte via een Whatsapp groep. Aanvankelijk stak het me dat ik nooit de kans heb gehad om naar het buitenland te gaan. Ik dacht altijd dat het daar beter is en er meer werk is dan in Nigeria. Nu heeft dat gevoel geen grip meer op me en zie ik in dat het hier niet slecht is.”
Melodi Tamarzians (25)
Melodi woont met huisgenoten in Rotterdam en kwam op haar zevende uit Iran naar Nederland. Ze heeft een bachelor in Rechtsgeleerdheid en een master in het Recht van de Gezondheidszorg. Ze werkt voor de gemeente Amstelveen en is trainer/projectontwikkelaar voor jongeren. In september begint ze op een werkervaringsplek bij CHOICE, een organisatie die zich inzet voor seksuele en reproductieve gezondheidsrechten van jongeren.

Nu ik met probleemjongeren werk, begrijp ik hoe moeilijk het is om te studeren als je geld nodig hebt

“Ik heb altijd een sterk rechtvaardigheidsgevoel gehad. Zo zag ik als klein meisje in Iran een politieagent een vrouw slaan. Toen ik hem vroeg waarom, zei hij tegen mijn moeder dat ik mijn mond moest houden. Ik begreep dat nooit. Thuis leerde ik dat ik moest opkomen voor anderen, maar op straat gebeurde dat niet.

Ik had mijn studies niet kunnen doen als we in Iran waren gebleven. Daar word je snel weggezet als activist en dat is gevaarlijk. Je leven kan in gevaar komen als je iets doet wat de overheid niet zint. Tijdens mijn studie heb ik financiële steun gehad van Duo en van mijn ouders. Daarnaast had ik bijbaantjes, onder meer bij, de Nationale Jeugd Raad, waar ik vrijwillig jongeren trainde; dat doe ik nu nog steeds, maar nu als freelancer. Ik geef presentatie- en communicatietrainingen aan ‘kansrijke jongeren’, zoals ik ze noem, zodat ze zich persoonlijk kunnen ontwikkelen. Daarnaast geef ik trainingen, aan bijvoorbeeld gemeenten of jongerenwerkers, in hoe je jongeren activeert en betrekt bij je project.

Na mijn bachelor wilde ik verder studeren. Het allerliefst wilde ik iets met mensenrechten of ontwikkelingswerk doen, maar daar is bijna geen werk in te vinden. Mijn ouders waren daarom kritisch. Mijn keuze voor een master was voor hen vooral op werk van belang. Ik vond ethiek in de zorg en het recht op zorg interessant, maar tijdens de studie kwam ik erachter dat de studie te lokaal was. Denk aan de toegang tot zorg: in Nederland gaat dat vaak goed, maar in andere landen nog niet.

Ik ben erachter gekomen dat je in een bubbel zit als je studeert. Ik dacht altijd dat het vanzelfsprekend was; mijn ouders hebben gestudeerd en mijn vrienden ook. Maar nu ik met probleemjongeren werk, begrijp ik hoe moeilijk het is om te studeren als je eigenlijk geld nodig hebt. Ik ben 25 en ga pas nu iets verdienen. Dat voelt dan raar. Gelukkig heb ik vanaf september een werkervaringsplek waar ik aan seksuele en reproductieve gezondheidsrechten ga werken.”
Het tweede deel van de serie wordt volgende week gepubliceerd en gaat over het zoeken naar een stage.

Dit artikel is het eerste deel in de serie ‘Wereldjongeren’ in samenwerking met SOS Kinderdorpen. Omdat het 12 augustus Wereldjongerendag is, wil SOS Kinderdorpen deze maand jongeren aan het woord laten over hun dromen en uitdagingen. De organisatie ontwikkelt voor kwetsbare jongeren werkgelegenheidsprogramma’s om hen te begeleiden naar de banenmarkt en een zelfredzaam bestaan. Dit doen ze door middel van trainingen en het delen van ervaringen. Vanuit de kinderdorpen kunnen jongeren op latere leeftijd doorgroeien naar jongerenhuizen, waar ze begeleid worden in hun opleiding en verdere levensloop.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons