Achtergrond

Waarom horen we niets over de massamoorden in DR Congo?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Met de moord op twee jonge VN-medewerkers was het conflict in Congo even in het nieuws, maar verder is het stil in de Europese media. De situatie in Congo lijkt volgens Alphonse Muambi op die van Aleppo in Syrië.

Ver van Nederland, ver van Europa, in de ver-van-mijn-bed-show daar in Afrika, in de Democratische Republiek Congo, in de provincie Kasai voltrekt er zich een andere ramp waarbij twee blanke VN-experts, de Zweedse Zaïda Catalan en de Amerikaan Michael Sharp, omgebracht zijn. Zaïda Catalan is zelfs onthoofd. Geen haan die voor hen om aandacht kraait. Radiostilte. Waarom?   

Ik wil niet tot die zwijgende hanen behoren. Ik wil niet medeplichtig zijn.
Ik wil buigen voor deze twee moedige jonge mensen die, ver van hun dierbaren, voor mijn dierbaren zijn gestorven.

Drie dingen zullen nooit verborgen blijven: de zon, de maan en de waarheid

Zaida Catalan (37) en Michael Sharpe (34) kwamen in de diamantprovincie Kasai om onderzoek te doen naar massamoorden die daar de afgelopen maanden plaatsvonden. De slachtoffers werden achtergelaten in massagraven.

Gezonden door de Veiligheidsraad van de VN, dat betekent Frankrijk, China, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en tien andere landen, kwamen ze begin maart in Kananga aan. Kananga is de hoofdstad van die provincie. Vol energie stapten ze op de motor om naar Tshimbulu en omgeving te rijden, de plaats delict.  De plek waar mijn achterneven, achternichten, achtertantes, opa’s en oma’s door de autoriteiten zijn vermoord. De plek waar mijn roots liggen.

‘Werken’ betekent: mensen gaan doden.

Zaida Catalan en Michael Sharpe zouden Tshimbulu nooit bereiken. Op 12 maart werden ze ontvoerd, samen met hun Congolese collega’s.

Minister Mende, woordvoerder van de Congolese regering, ook bekend als de nationale papegaai, wist het meteen: de ontvoering moest het werk zijn van leden van de Kamuina Nsapu militie. De twee  VN-experts zouden zich volgens hem niet hebben gemeld bij de lokale autoriteiten en hadden zich willens en wetens begeven in een gevaarlijke zone. Eigen schuld, dikke bult.

In haar laatste tweet citeerde Catalan een uitspraak van Boedha: ‘Drie dingen zullen nooit verborgen blijven: de zon, de maan en de waarheid’. Die waarheid was nu precies het probleem van de Congolese regering, die niet gecharmeerd was van westerse pottenkijkers in hun democratische republiek. De democratie die door datzelfde westen, waaronder ook Nederland, financieel en militair is gesponsord.

Kamuina Nsapu

Alles begon in 2016.  Jean Pierre Mpandi (1966)  kwam terug uit Zuid-Afrika, waar hij als arts werkte, om zijn vader op te volgen als chef van de clan Bajila Kasanga. Een clan heeft veel weg van een koninkrijk, ook wat betreft de opvolging. Een chef is dus een koning. Nadat de clan een opvolger heeft aangewezen, formaliseert de politieke autoriteit de keuze van de clan via een officiële akte van erkening. De Bajila Kasanga, een clan bestaande uit diverse dorpen (stammen) van duizenden mensen, valt onder de administratieve en politieke macht van de gouverneur van de provincie Kasai Centrale, die op zijn beurt onder de nationale administratieve en politieke macht van de nationale regering in Kinshasa valt, zo’n duizend kilometer verderop. Er is dus een duidelijke, bijna heilige scheiding der machten tussen de politieke macht en de traditionele macht van zo’n chef.

De chef oftewel de koning is de bewaarder van de tradities, gewoontes, de ongeschreven regels, de grond en rijkdommen van de clan. Een clan is eigenlijk een staat binnen de staat. Congo, eigenlijk heel Afrika, bestaat uit twee machtsstructuren: de traditionele en de politieke structuur.

Jullie zijn dom. Jullie zijn dom gestorven…” Alsof hij in opdracht van zijn hiërarchie moest filmen.

De politieke structuur bestaat, zoals in het Westen, uit burgemeesters, gouverneurs, premier en president. De traditionele macht wordt erkend door de politiek, via de (grond)wet, het zogenaamde droit traditionel.

In de Mijnwet is bijvoorbeeld geregeld dat een bedrijf dat een mijn wil exploiteren, eerst naar het dorp moet gaan waar de mijn ligt om daar met de chef te onderhandelen. Pas nadat de chef zijn fiat heeft gegeven, kan het bedrijf officiële papieren regelen bij ministeries, de politieke macht.

De chef kan weigeren mijnen in zijn gebied te verkopen wegens corruptie van de politieke macht of omdat de opbrengst niet toevalt aan zijn gebied en zijn mensen. In 2013, toen ik met een delegatie bedrijven geleid door prins Jaime de Bourbon in de Kivu was voor een bezoek aan de mijnen, moest dat ook via zo’n chef worden afgesproken. De traditionele chef  is per definitie apolitiek en geen lid van een partij. De belangen van zijn volk overstijgen politieke belangen.

Jean-Pierre Mpandi ging naar de gouverneur in Kananga, onder wie zijn gebied valt. De gouverneur weigerde de akte van erkenning te verlenen tenzij de nieuwe chef, die de titel Kamuina Nsapu zou gaan dragen, lid zou worden van zijn partij, het Congrès national des alliés pour l’action au Congo (CAAC). Een partij die om de haverklap bier geeft aan mensen om hen te laten te demonstreren voor president Kabila aan wie de gouverneur zijn positie te danken heeft.

Mpandi weigerde en keerde terug naar zijn dorp. Hij mobiliseerde zijn volk en riep hen op om de nationale regering niet langer te erkennen. Dit werd de druppel. Regeringsmilitairen kwamen uit Kananga en Kinshasa. Zij doodden hem en namen zijn lichaam met zich mee. Zijn volk – kinderen, jong en oud, marcherend, zingend met stokken in hand en een rode band om het hoofd ­– kwam in opstand. Ze vielen overheidsgebouwtjes aan. Zij wilden het lichaam van hun chef terug. De regering plakte hun het label ‘militie’ op. De internationale NGO’s en media namen dat label over. Sindsdien is er sprake van de militie Kamuina Nsapu, maar in Congo zelf is de bevolking blij dat de mensen van Kamuina Nsapu zijn opgestaan. Op sociale media vind je overal berichten van gewone mensen uit andere gebieden zoals Lubumbashi en Kivu, die oproepen om het voorbeeld van de ‘leden’ van de Kamuina Nsapu over te nemen. Zij verdedigen hun rijkdommen en hun grond.

Mijn zus

Mijn zus woont in Kananga. Nachtenlang hangt ze aan de telefoon om te smeken of ik haar en haar kinderen kan helpen van Kananga naar de Congolese hoofdstad Kinshasa te vluchten. Elke avond kan voor haar en haar kinderen de laatste avond zijn. Ze vertelt over huurlingen uit Tanzania die Swahili spreken en in dienst van de regering opereren. Elke avond gaan ze langs de huizen. Terwijl meisjes verkracht worden, worden jongens van tien jaar en ouder, meegenomen naar een onbekende bestemming. Foto’s van afgehakte handen en hoofden circuleren op Facebook en Whatsapp. Wijken aan de rand van de stad zoals Katoka, Ndesha, Kananga II, Nganza en Kamayi zijn het meest getroffen.

Mijn neef die in Kamayi, in een familiehuis woonde, werkte als politieman. Nu is hij ondergedoken bij mijn zus, in het centrum van de stad. Hij gooide zijn telefoon weg om te voorkomen dat hij gebeld met een sommatie te gaan werken, want ‘werken’ betekent: mensen gaan doden. Zelf loopt hij twee risico’s. Als politieman, kan hij door boze burgers gedood worden als vergelding op de politie die hun dierbaren ombracht. Als man kan hij door huurlingen of regeringsmilitairen  gedood worden omdat elke man in die regio gezien wordt als lid van de Kamuina Nsapu militie. “Er is sprake van huizen waar alle familieleden zijn gedood. Er zijn wijken waar de lichamen nog steeds op straat en in huizen liggen”, vertelt mijn zus. 

Kananga is het bolwerk van de oppositie die Kabila het leven zuur maakt, door hem er telkens weer aan te herinneren dat zijn tweede en laatste termijn als president op 19 december 2016 afgelopen was en dat hij verkiezingen moet organiseren. 

De Islamitische Staat

De situatie in Congo lijkt op die van Aleppo in Syrië onder de Islamitische Staat. Het verschil is dat in Congo de overheid zelf de rol van de Islamitische Staat vervult. Regeringsmilitairen doden burgers. Mensen die vreedzame demonstraties houden, worden opgepakt, onthoofd en in de grond gestopt of in rivieren gegooid. Ik heb beelden gezien van militairen in Kananga die dode lichamen het vliegtuig in slepen. Ik heb beelden gezien van regeringsmilitairen die de zogenaamde militie van Kamuina Nsapu –kinderen, oude mannen en oude vrouwen zingend en marcherend, gewapend met stokjes – doodschieten. In een video die door militairen zelf is gemaakt, hoor je de stem van een commandant, een majoor. Hij geeft zijn troepen in uniform bevel om op die mensen te schieten. “Schiet!”, roept hij. Zijn mannen schieten. Kinderen, moeders en vaders worden geraakt. Wie dan nog niet dood is, wordt extra hardhandig afgemaakt, van dichtbij. Om te zorgen dat de doden goed dood zijn, wordt

bevel gegeven om op de lijken te schieten. “Die, die daar, en die verderop bewegen nog. Maak hem af. Maak haar ook af. Die daar is ook nog niet dood”, roept de majoor in het filmpje. Zijn mannen vuren. De majoor die de macabere reportage voor zijn superieuren maakt, beledigt de dode lichamen.  Jullie dachten dat dit land van jullie was, he, maar het is van ons. Jullie zijn dom. Jullie zijn dom gestorven…” Alsof hij in opdracht van zijn hiërarchie moest filmen.

Toen de beelden de buitenwereld bereikten, sprak de nationale papegaai van gemonteerde beelden. Volgens hem zou de oppositie een montage hebben gemaakt om de democratische regering te saboteren. Later zou hij toegeven dat de beelden echt zijn en dat die militairen berecht zouden worden, na een onderzoek dat de militairen zelf mogen uitvoeren.  

De Monusco

In totaal spreekt de Monusco, de grootste VN-macht ter wereld die al meer dan 15 jaar in Congo gelegerd is en die jaarlijks 1.4 miljard dollar kost, van 600 doden, 23 massagraven en twee miljoen mensen die op de vlucht zijn. Sinds 1996 wordt Congo geteisterd door oorlogen met inmenging van buitenlandse rebellen en militairen, binnen en buiten de regio, waarbij in totaal ruim zes miljoen slachtoffers zijn gevallen. De missie van de VN was toch om vrede te brengen en burgers te beschermen? Nu turven ze de doden en tellen ze de verkrachte vrouwen. Is dit de wereld waarin we moeten leven? Soit!

Minister Koenders

Wat ik nu op papier zet is nog geen fractie van wat er in Congo gebeurt. Ik schrijf dit om het Nederlandse volk te informeren. Ik weet dat er geen verandering zal komen. Wat ik nu schrijf, heb ik al van mijn moeder gehoord. Zulke dingen gebeurden hier al in de jaren ’60, in de tijd van de onafhankelijkheid. Ook toen zat er in Congo een VN-macht. Ook toen gebeurde er niets. De economische belangen in Congo zijn enorm. Al die hutten, al dat woud, al die heuvels, al die bergen herbergen diamant, goud, kobalt en andere grondstoffen, ter waarde van miljarden dollar, die de wereld nodig heeft. De regering van Congo, die van toen en die van nu, faciliteert die belangen en profiteert zelf mee.

Ik schrijf  dit vooral om Zaïda Catalan en Michael Sharp te herdenken. Voor de rest ben ik een roepende in de woestijn. De paus heeft al een gebed gedaan voor Kananga. De EU en de VS zijn extreem bezorgd. Het internationaal Strafhof volgt de situatie met extreme aandacht.

En demissionair Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken? Hij zwijgt.

Toen hij minister voor Ontwikkelingssamenwerking was (2007-2010), sprak ik hem regelmatig en reikte ik hem een aantal oplossingen aan. Maar hij wist het beter. Hij financierde de integratie van rebellen binnen het Congolese leger. Zo werden verkrachters en bandieten in het reguliere leger opgenomen. Koenders’ betere oplossing is nu uitgegroeid tot een drama, een cocktail van ongeleide projectielen met Kalasjnikov in de hand die door het hele land trekken om burgers te doden. Ruim 192 miljoen euro is tussen 2005 en 2011 vanuit Nederland naar Congo gestroomd. Nederland en de EU financierden de verkiezingen van 2006 die Kabila’s regeerperiode van een legaal stempel voorzagen. Ook gingen toen onze militairen via EUROFOR, de European Rapid Operational Force, naar Congo om daar de stembusgang te garanderen.

En demissionair Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken? Hij zwijgt.

Gezien het gewelddadig militair optreden van Kabila en zijn regering jegens zijn eigen burgers, zie ik niet hoe een oplossing van nog binnenuit kan komen – zonder interventie van buitenaf, zoals Nederland en de EU in 2006 wel deden. Nadat Kabila aan de macht kwam en die niet meer wilde afstaan, zwijgt iedereen zo’n beetje.  

Ondertussen wacht mijn zus op een voorlopige evacuatie, door mij. En wie zal de anderen evacueren?  Dit is alles wat ik wilde zeggen. Dank u wel voor het lezen. Dank u wel voor uw tijd.  

Foto header: Human Rights Watch/Twitter

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons