Staartjes draaien in elkaars baard

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een markt in de gerenoveerde tramremise in Amsterdam-West, bezocht ik. Niet in de laatste plaats omdat fotograaf Jan-Dirk er een kraampje had. En het is een plaats waar iedereen wil zijn. Want het is nieuw en daar gebeurt het.

Niet dus. Oude wijn in nieuwe zakken. Of beter gezegd dezelfde zakken om de wijn. Dezelfde mensen die je ook bij de biologische markt in Park Frankendael ziet op zondag. En op al die andere plekken in en rondom de grote stad waar het duurzaam is. Steekwoorden: vrolijk en betrokken. Jongens/mannen met verzorgde baarden en baardjes, er zaten erbij met het haar in een knot.

Meisjes in zelfgemaakte…, ja in zelfgemaakte wat eigenlijk? Kleren. Jurken, broeken en broekjurken zonder model, maar wél zelf genaaid. Allemaal speelden ze de vrolijke, moderne marktkoopman met hun kramen vol spullen die ze allemaal zelf gemaakt, gebakken of gebrouwd hadden. Zelfgedraaide worst. “Stukje proeven?”
Glaasje biologische wijn uit Wageningen erbij?

Er was er een die verkocht gesneden aardbeien uit de tuin. Een plastic bakje met een houten lepel erin.
“Hoezo uit een plastic bakje?”, wilde ik roepen, maar ze was me voor.
“Bakje terugbrengen hoor, bakje terugbrengen… Dat wassen we af en gebruiken we nog een keer!” Daarna: “De glazen schaaltjes zijn even op.”
De slagroom voor op de aardbeien kwam uit een spuitbus.
Dieptepunt wat mij betreft: de verkoop van liefdesverdrietkoffertjes, à 20 euro per stuk. Daarin zaten: een gedichtje, een pilletje, een snoepje en een drankje.

Naast de zelf geoogste en geperste perensap trof ik Jan-Dirk. Hij probeerde er – vanuit een kraampje – de laatste exemplaren van zijn fotoboek Olifantenpaadjes, een werk dat oproept om juist buiten de gebaande paadjes te lopen, te slijten.
“Dit is de doelgroep”, riep hij olijk toen hij me zag. “Hipsters zijn heel erg tegen gebaande paadjes.”
Er meldde zich een meisje dat sterren op haar arm had laten tatoeëren, van haar pols tot haar schouder. Ze bladerde door Olifantenpaadjes en vroeg of Jan-Dirk nog andere boeken in de aanbieding had. “Ik heb zin om een boek te kopen.” De fotograaf schudde het hoofd. 

Ik begon aan mijn tweede ronde. Vrouwen achter mobiele naaimachines maakten van oude jeans of lappen schoudertassen. “Ik vind het leuk om te doen omdat het duurzaam is”, zei een van de dames.
“Anders niet dan?”, vroeg ik.
Het was een vraag waar ze even over moest nadenken. “Iedereen is toch duurzaam, de mensen die ik ken tenminste wel.”
Naast me gooide een jonge moeder een glas appelsap achterover. Ze zei tegen haar kinderen: “Ga maar rennen” en “Natuurlijk mag je hier schreeuwen.”

Hee, daar was de man van de Bretonse pannenkoeken met Gruyèrekaas, die ik nog kende uit een grijs verleden toen ik zelf kort een pannenkoekenbus exploiteerde. Ik kende de winstmarge op zijn product en wist dat hij had wat ik niet had: een zalvende glimlach en het vermogen om te genieten van al die klanten met een losse mentaliteit en te veel geld die buiten in het gras neerploften en met elkaar zichzelf vierden. Mannen die staartjes draaiden in elkaars baard, meisjes die begonnen te zingen, net zo lang tot ik er gek van werd.

“Hee”, zei ik tegen de man van de Bretonse pannenkoeken met Gruyèrekaas. “Hoe gaat het?” Hij droeg sandalen onder een pofbroek en moest lachen toen hij me zag: “Veel kleuren hier.”
Er meldde zich een klant in de vorm van een meisje op blote voeten. “Krijg ik een pannenkoek als ik een liedje zing?”
Hij keek naar haar, daarna naar mij en zei keihard ‘nee’. Het verbaasde me, maar hij zei: “Stiekem ben ik zo commercieel als wat.”

Foto's: Jan-Dirk van der Burg

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons