Sneller dan fast fashion

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Binnen 25 dagen van ontwerp in de winkelrekken: modeketen Zara is een van de snelste kledingretailers ter wereld. Samen met H&M zijn ze de koplopers van de snelle mode. De vraag is alleen: hoe lang nog? Webshops zoals Asos en Boohoo dreigen de giganten in te halen. Zij zijn nog sneller én nog goedkoper. Met alle consequenties van dien.

H&M en Zara behoren tot de grootste en meest winstgevende kledingbedrijven ter wereld. Inditex, het moederbedrijf van onder meer Zara, Bershka en Pull and Bear, boekte in 2016 een nettowinst van 3,2 miljard euro. De omzet over dat jaar bedroeg 23,3 miljard euro. Het Zweedse modeconcern H&M Group waaronder naast H&M ook de merken COS, Weekday, Cheapmonday, Monky en & Other Stories vallen, haalde in datzelfde jaar een omzet van 23,6 miljard euro.

H&M is twee keer zo ‘traag’ als Zara 

Het succes van beide bedrijven zit ’m in de snelheid en de prijs. Zara kan binnen vier weken een jas van de tekentafel in de winkelrekken krijgen. De gemiddelde bevoorradingstijden liggen rond de drie maanden. Daardoor kan het bedrijf snel inspelen op trends. Zara produceert niet in enorme aantallen; als iets goed verkoopt, laat het bedrijf extra stuks bijmaken. Op die manier blijft Zara niet met een enorme berg onverkochte kleding zitten.

H&M is minder snel. Volgens een rapport van Goldman Sachs is H&M minstens twee keer zo ‘traag’ als Zara. Dat komt voor een deel doordat H&M de meeste kleding in Azië laat produceren, terwijl de productielocaties van Zara dichterbij zitten. Van de 6.000 fabrieken waar Inditex mee werkt, zit 60 procent in de buurt van het hoofdkantoor in Spanje. Denk aan Marokko, Portugal en Turkije.

Snel inspelen op trends 

Maar uit datzelfde rapport blijkt dat de Britse online kledingretailers Asos en Bohoo in staat zijn om het hele proces, van ontwerp tot productie en verkoop, nog sneller te doorlopen. Daardoor kunnen deze bedrijven nog beter inspelen op trends, snel reageren op de markt en lopen ze minder risico om met een onverkochte partijen te blijven zitten.

En dat heeft succes. Voor Asos ligt de verwachtte groei komend jaar tussen de 30 en 35 procent, Boohoo verwacht een groei van rond de 50 procent. “Van Manchesters best bewaarde modegeheim tot een van de snelst groeiende internationale retailers”, jubelt Boohoo op zijn website.

Bohoo en Asos zetten bekende bloggers en vloggers in om hun kleding te promoten. 

Millennials 

De twee merken richten zich vooral op millennials en maken slim gebruik van social media. “We hebben een emotionele connectie ontwikkeld met een wereldwijde gemeenschap van 20-something modeliefhebbers”, aldus Asos. (20 something staat voor 20 tot 29-jarige)

Daarnaast hebben de bedrijven alleen een online webshop, in tegenstelling tot Zara die 7292 winkels, verspreid over 93 landen heeft en H&M met 3900 winkels in 61 landen. 

En de kleding die online te vinden is, is werkelijk spotgoedkoop: 15 dollar voor een paar sneakers, 6 dollar voor een lange jurk. “We’ve been pushing boundaries for the past eight years to bring you all the latest looks for less”, meldt de website van Boohoo.

En wie betaalt daarvoor de prijs? Het milieu en de arbeiders.

Fabriekslocaties openbaar

H&M en Inditex hebben al enige tijd een lijst met fabriekslocaties op hun website staan. Daarop is te zien in welke landen en fabrieken ze hun kleding laten maken. Zo doet Inditex zaken met ruim 1700 suppliers en meer dan 6000 fabrieken wereldwijd. Op de website van H&M is te lezen dat alleen al voor de supplier factories waarmee ze zaken doen 1.6 miljoen mensen werken. 

 

Asos verstrekte lang geen enkele publieke informatie over haar toeleveringsketen. Onder internationale druk heeft het bedrijf twee maanden geleden een eerste lijst van productielocaties gepubliceerd. Het kledingmerk doet zaken met 191 suppliers en 534 fabrieken. 

Boohoo heeft op haar website nauwelijks informatie staan over de herkomst van haar kleding en is daarmee het minst transparant van de vier.

Onderbetaald, kinderarbeid 

Uit onderzoek van het Britse tv-programma Dispatches bleek onlangs dat in drie Britse fabrieken, waar onder andere kleding voor Bohoo werd gevonden, de werknemers zwaar werden onderbetaald. “We krijgen niet veel betaald voor de kleding, en we moeten concurreren met landen als China en Bangladesh”, reageerde de fabriekseigenaar.

In oktober 2016 onthulde BBC-programma Panorama dat Syrische kindvluchtelingen in Turkse fabrieken werkten waar kleding voor Asos en andere Britse merken werd geproduceerd. Asos zei daarvan niets te weten; de productie was volgens hen uitbesteed aan een andere fabriek.

Druk aan de productiekant neemt toe 

Terwijl de millenial zijn geluk niet op kan met een webshop als Boohoo, waar elke dag minstens honderd nieuwe kledingstukken verschijnen en elke week een nieuwe collectie wordt gepresenteerd, neemt de druk aan de productiekant toe. En wat voor gevolgen heeft dat voor de textielarbeider? We weten immers – zo is de afgelopen jaren overtuigend gebleken –dat die vraag naar veel, snel en goedkoop textiel grote gevolgen heeft voor de mensen die in de keten werken. Het bevordert armzalig loon, onveilige situaties en veel overwerk.

De vraag naar meer en meer put daarnaast grondstoffen uit. Gezien de verwachte groei, zal die milieuschade niet gering zijn. Zo stijgt de vraag naar kleding tot 2030 met 63 procent. Van momenteel 62 miljoen toen per jaar naar 102 miljoen ton in 2030. Dat staat gelijk aan 500 miljard nieuwe kledingstukken die er elk jaar bijkomen.

Tenzij we anders met de grondstoffen omgaan, blijft de textielafvalberg op deze manier alsmaar groeien. ‘Disposable clothes’, oftewel wegwerpkleding, noemen ze het in Engeland ook wel.

Kledingreuzen verantwoordelijk voor enorme milieu- en gezondheidsschade 

Verschillende kledingbedrijven waaronder Asos, Zara en Levi’s, kwamen onlangs nog in opsraak. Uit een rapport van Changing Markets Foundation bleek dat de bedrijven zaken doen met zeer vervuilende fabrieken in China, India en Indonesie. In de fabrieken werd kleding van viscose gemaakt, een materiaalsoort dat gemaakt is van planten en wordt gezien als duurzaam alternatief voor katoen en polyester. Maar de praktijk liet wat anders zien: in de onderzochte fabrieken werden enorme hoeveelheden schadelijke chemicalien gevonden. De onderzoekers vonden bewijs dat water- en lucht worden vervuild en dat dit ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van gemeenschappen die dicht bij de fabrieken wonen.

Productie naar Turkije 

Maar de ceo’s van Zara en H&M liggen waarschijnlijk nog van heel iets anders wakker, namelijk van de vraag of en hoe ze deze relatief nieuwe spelers kunnen bijhouden. Want terwijl Boohoo en Asos heel snel groeien, zien Zara en H&M hun groei het afgelopen jaar minder hard gaan. Ook zouden de marges van Inditex onder druk staan

De directeur van de Zweedse modegigant, Karl-Johan Persson, meldde te overwegen om een deel van hun productie dichter naar Europa te halen, in landen als Turkije, zodat hun spullen sneller in de winkels liggen.

De “race to the bottom” wordt steeds venijniger

Ook omarmt H&M het zogeheten “see now, buy now” fenomeen. Trends die op de catwalk te zien waren tijdens hun show gedurende de fashionweek van Parijs, stonden meteen daarna te koop. Voorheen moest je maanden geduld hebben eer je je er tegoed aan kon doen.

De “race to the bottom” wordt steeds venijniger. De strijd om de consument lijkt gelijke voet te houden met de strijd om wie de goedkoopste en de snelste is. De grenzen worden verder opgezocht, en de vraag is niet langer: wie betaalt de werkelijke prijs, want dat is inmiddels duidelijk. De nieuwe vraag is: hoe ver moeten we gaan? Wanneer is het genoeg?  

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons