Achtergrond

Oliereuzen straffen Venezuela via Nederlands verdrag

Venezuela wil geen verdragen meer met Europese landen, als het investeerders het recht geeft om het land zomaar voor een commerciële rechter te dagen. “Het is opgezet om de natiestaat kapot te maken.”Het gaat niet goed met Venezuela. Terwijl het binnenland wordt verscheurd door slecht bestuur, armoede en polarisatie, wordt het van buitenaf bestookt door oliefirma’s die tientallen miljarden dollars claimen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De methode die ze gebruiken heet ISDS, oftewel: Investor State Dispute Settlement. Hierbij kunnen investeerders een staat aanklagen door middel van arbitrage, dat is een soort geprivatiseerde rechtbank. Voorstanders wijzen erop dat je niet meer langs de lokale rechter hoeft, een partij die in veel landen niet neutraal is. Je mag zelf een rechter kiezen, de tegenpartij doet dat ook, en samen kiezen ze een voorzitter. Arbitrage vindt plaats bij een gerenommeerd instituut, vaak de Wereldbank. Eerlijker kan niet.

 

Monsterboete

Maar Bernard Mommer, voormalig onderminister van Olie onder Chavez en nu fulltime bezig met de claims tegen Venezuela, moet lachen. “Ik zal echt niet beweren dat Caracas een neutrale plek is. Maar doe niet alsof Washington dat wel is. Het hele arbitragesysteem is bevooroordeeld ten gunste van investeerders.”

Behalve Argentinië is er geen land dat zo vaak is aangeklaagd als Venezuela: 37 zaken zijn er bekend. Maar de boete die hen nu boven het hoofd hangt, overtreft die boetes allemaal. Conoco-Philips (een Texaans oliebedrijf) eist 31 miljard dollar, en is aan de winnende hand. De zaak bevat volgens critici alles wat er mis is aan het ISDS-systeem.

Uitkoop

De olieruzie begon in 2006. Onder de activistische leiding van Hugo Chavez besloot Venezuela tot de hervorming van de oliesector. Olieprojecten moesten deels in staatshanden komen en de belastingen moesten omhoog. Bernard Mommer was verantwoordelijk voor de onderhandelingen over de compensatie. De meeste van de 41 oliefirma’s in het land gingen akkoord met de uitkoop. Twee niet. Dat waren de Texaanse bedrijven ConocoPhillips en Mobil (nu ExxonMobil).

“Toen wij begonnen met de onteigening, gingen ze over tot arbitrage”, vertelt Mommer. “Ik wist niet dat dat kon. Daar moeten beide partijen toch toestemming voor geven?” Maar Mommer ontdekte dat Venezuela in 1991 bilaterale investeringsverdragen (BIT’s) [hints]Een bilateraal investeringsverdrag (BIT) is een verdrag waarmee twee landen beloven goed te zorgen voor elkaars investeerders. Er staan beschermingsprincipes in – zoals een verbod op discriminatie – en er wordt arbitrage aangeboden aan investeerders die zich benadeeld voelen.[/hints] had afgesloten, onder andere met Nederland. Daarin kregen alle investeerders, die zich oneerlijk behandeld voelen, recht op arbitrage.

Hollandse boterham

Conoco-Philips en Mobil lieten zich in 2006 snel inschrijven in Nederland. Zo konden ze als Nederlandse investeerder claimen dat de onverwachte beleidswijziging een schending was van hun BIT-rechten. Ze eisten samen 42 miljard dollar.

“Dit heet de Dutch sandwich“, zegt George Kahale III, een Newyorkse topadvocaat, die ook Venezuela verdedigt. “Je stopt een Nederlands bedrijfje tussen je bedrijfsketen en dan mag je je Nederlands noemen.”

Lees meer over de Dutch sandwich-constructie en hoe vaak die gebruikt wordt in ons artikel: Nederland is spil in ISDS-industrie.
Dat mag overigens niet als er al een geschil loopt. ExxonMobil en Conoco zeggen dat ze deze verhuizing los van het geschil al hadden gepland. Tussen de Wikileakscables is echter een opvallend bericht gevonden. Een medewerker van Conoco vertelt daarin tegen iemand van de Amerikaanse ambassade dat ze ‘al’ naar Nederland zijn verhuisd “om hun arbitragerechten veilig te stellen.”

ISDS-zaken onwettig

De zaken slepen zich intussen voort, nog steeds. ExxonMobil heeft geen geluk. De drie arbiters (de rechters, in feite) hebben geoordeeld dat de onteigening wettig was. ExxonMobil krijgt wel een vergoeding, maar niet veel meer dan wat het eerder aangeboden kreeg: iets meer dan een miljard dollar.

Maar de zaak van Conoco verloopt anders. Twee van de drie arbiters vinden de onteigening niet wettig. Venezuela moet het bedrijf daarom vergoeden, niet tegen de lage olieprijs van 2006, maar tegen de véél hogere olieprijs van toen ze de zaak openden. Het gaat in de tientallen miljarden lopen.

Dat is absurd, zegt Kahale. “In totaal vinden dus vier van de zes arbiters dat de onteigening wettig was. En toch kan Venezuela nu een megaboete verwachten.”

Over oneerlijk onderhandelen gesproken: tussen de Wikileakscables is nóg een onthullend bericht ontdekt. Daarin vertelt een Conoco-baas de Amerikaanse ambassadeur dat de onderhandelingen goed gaan en dat Venezuela een redelijke koers vaart. In tegenstelling tot wat Conoco altijd beweerde tegenover de arbiters. De arbiters – althans, twee van de drie – zeggen echter dat ze hun tussentijdse oordeel niet meer kunnen veranderen en nu bezig zijn met het bepalen van de boete.

“Met andere woorden”, zegt Mommer, “de investeerder mag liegen. Wij kunnen ze toch niet aanklagen. Dat kunnen zij alleen bij ons doen. Dat laat zien waarom de Wereldbank en westerse landen dit systeem hebben bedacht. Het is opgezet om de natiestaat af te breken.”

Ramp

ISDS is structureel verkeerd, zegt Kahale. “De uitspraken rammelen. Ze komen niet van rechters, maar van investeringsadvocaten. Hun commerciële achtergrond schemert door hun beslissingen heen. Dat is geen ramp als het om een paar miljoen gaat. Maar het gaat vaak om miljarden en om zaken die direct raken aan de soevereiniteit van een land.” De persoon van de arbiter is te belangrijk. “De ene dag zijn ze advocaat voor een partij, de volgende dag moeten ze onafhankelijk oordelen over gelijksoortige zaken. Dan heb je toch een belangenconflict? Er zijn geen checks en balances, zoals bij een rechtbank. Je kunt niet in beroep gaan.”

Venezuela is de ISDS-claims zat, en heeft de stekker gehaald uit zowel de ICSID-conventie (die de Wereldbank het recht geeft om als arbitragehof te dienen) als een aantal BIT’s. De BIT met Nederland sneuvelde als eerste. Helaas voor Venezuela zit er een clausule in die bepaalt dat investeerders nog tot 2023 recht hebben op arbitrage.

Niet uitdagen

Arbitrage is in theorie een mooie methode, die kwetsbare ondernemers kan helpen om zich te verdedigen tegen beleidswillekeur. Maar het is uitgegroeid tot instrument voor multinationals om staten onder druk te zetten.

“Deze oliebedrijven konden een heel nette compensatie krijgen”, zegt Juan Carlos Boue, een Venezolaanse onderzoeker bij het Oxford Institute of Energy. “Maar toen de olieprijs steeg, besloten ze om met zo veel mogelijk geld te vertrekken.” Voor ExxonMobil, een oliereus die met een omzet van 400 miljard dollar economisch gezien twee keer zo groot is als Venezuela, komt daar nog iets bij. “Hun middelen zijn onbegrensd. Wat zij vooral willen, is de wereld laten zien dat je ze niet moet uitdagen.”

En de arbiters? “Veel van hen zijn zakenmensen”, zegt Boue. “Sommige van hen willen gewoon niet dat landen hier zomaar mee wegkomen. Aan landen als Venezuela hebben ze een enorme hekel.”

ExxonMobil en Conoco-Philips wilden geen reactie geven.

Er wordt veel beweerd over investeringsarbitrage, oftewel ISDS, zowel door voorstanders als tegenstanders. Maar een duidelijk overzicht van welke claims er werkelijk worden gedaan, en tot welke boetes die leiden, is bijna niet te krijgen. Daarom hebben wij dit project opgezet. Het doel: de wereld van ISDS in kaart brengen, in cijfers en in verhalen. Daarbij willen we dieper ingaan op een paar van de zaken, om te zien wat het betekent voor ontwikkelingslanden.

Het onderzoek wordt gesteund door het Innovation in Development Reporting Grant-programma van het European Journalism Centre, mogelijk gemaakt door de Bill & Melinda Gates Foundation. Partners zijn De Groene Amsterdammer, OneWorld en Inter Press Service. Lees hier de beschrijving van het project.

Het onderzoek is gedaan door de journalisten Frank Mulder en Eva Schram. Dataonderzoek door Adriana Homolova. Aanvullend veldonderzoek is gedaan door Edward Ronald Sekyewa in Uganda en Mitchell van de Klundert in Genève.

De lijst met arbitragezaken is gebaseerd op een lijst van UNCTAD (eind 2014), aangevuld met zaken die door IAReporter na die tijd (tot augustus 2015) zijn onthuld. Details over al deze zaken hebben we uit de IAReporter, databases van academici, websites van arbitrage-instellingen, een archiefkopie van een oude UNCTAD-website, een lijst van een advocaat, een lijst van een Poolse ambtenaar die we in een niet-beveiligde map vonden, een academisch archief met alle openbare documenten over arbitrage (Italaw), een onderzoek van een Amerikaanse ngo, en verschillende jaaroverzichten van het tijdschrift The American Lawyer. Daarnaast hebben we vier maanden lang gesproken met arbiters, advocaten, beleggers, academici en ambtenaren, inclusief vertegenwoordigers van landen die zich benadeeld voelen, zoals Venezuela, Zuid-Afrika en Indonesië.

Onze artikelen zijn gepubliceerd door De Groene Amsterdammer, Oneworld, Inter Press Service, The New Internationalist, Der Spiegel Online, Basta Magazine France en nog meer media, in verschillende talen. Voor de volledige lijst publicaties, zie hier.

Ons onderzoek is genomineerd voor de Loep 2016, de jaarlijkse prijs voor de beste onderzoeksjournalistiek.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons