Achtergrond

‘Klimaatverandering kan niet worden opgelost zolang westerse mentaliteit overheerst’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Als het aan Judith Ford (VU) ligt, gooien we de aanpak van klimaatverandering over een  radicalere boeg. Internationale afspraken over het terugdringen van CO2-uitstoot en meer klimaathulp zijn volgens haar niet genoeg. Om klimaatverandering werkelijk terug te dringen, moeten wij onze ‘westerse bril’ afzetten.

Het aandeel in klimaatverandering dat door mensen wordt veroorzaakt – ook wel antropogene klimaatverandering genoemd  ̶  is tot nu toe vooral bestudeerd als een natuurwetenschappelijk fenomeen en als een sociaal fenomeen, stelt Ford. Natuurwetenschappers volgen de veranderingen in het klimaat en proberen voorspellingen te doen, sociale wetenschappers volgen de debatten, media-invloed en sociale bewegingen rondom klimaatverandering. Volgens Ford vergeten we hierbij een derde invalshoek: klimaatverandering als cultureel fenomeen. Sterker nog: het negeren van dit culturele aspect verklaart volgens haar waarom we er tot nu toe niet in zijn geslaagd om klimaatverandering succesvol een halt toe te roepen. Volgens Ford’s redenering kunnen we klimaatverandering alleen aanpakken als duidelijk is welke gedachten over de natuur ervoor gezorgd hebben dat onze klimaatproblematiek is ontstaan. Dit betekent dat we de dominante westerse ideeën over mens en natuur ter discussie moeten stellen. 

Twee wereldbeelden
Ford onderzoekt twee wereldbeelden die naast elkaar bestaan: het westerse ‘dominante wereldbeeld’ en het inheemse ‘Gaian-wereldbeeld’. In het dominante wereldbeeld wordt de mens als overheerser van de natuur gezien en de natuur als onuitputtelijke bron die dient om mensen te verrijken. Vanuit dit wereldbeeld is economisch gewin belangrijker dan het beschermen van de natuur. De prioriteit ligt bijvoorbeeld bij houtwinning in de Amazone, niet bij de bescherming van oerbossen. In het Gaian-wereldbeeld is het precies andersom. Dit wereldbeeld neemt juist de natuur als uitgangspunt: de natuur heeft een intrinsieke waarde, alle bio-soorten zijn gelijkwaardig en de voorzieningen die de natuur ons biedt zijn beperkt, maar voldoende; we hebben genoeg aan de meest basale middelen om te overleven.

Noord-Amerika, Europa en Australasia (Australië, Nieuw Zeeland, eilanden van Nieuw Guinea en buurteilanden in de Stille Oceaan) hebben volgens Ford en de onderzoekers die zij citeert historisch gezien disproportioneel bijgedragen aan antropogene klimaatverandering. Deze gebieden delen ondanks hun vele onderlinge verschillen dan ook een dominant wereldbeeld. 

Ook mensen die zich niet herkennen in het dominante wereldbeeld leven volgens Ford onbewust naar deze standaarden

Dit dominante  wereldbeeld is ontstaan onder invloed van het Protestantisme en Europese wetenschap, aldus Ford. Het denkkader heeft zich vervolgens via kolonialisme verspreid over de wereld. Ook mensen die zich niet herkennen in het dominante wereldbeeld leven volgens Ford onbewust naar deze standaarden. Dit wereldbeeld is immers geïnstitutionaliseerd in onze legale en sociale systemen. Cultureel, economisch en ideologisch imperialisme heeft ervoor gezorgd dat westerse assumpties ook dominant zijn geworden binnen invloedrijke instituten zoals de Wereldbank, het IMF, de WTO en delen van de VN.

Paradox
En daarin ligt volgens Ford de paradox: het westerse wereldbeeld dat ten grondslag ligt aan het gedeelte van klimaatverandering dat door de mens wordt veroorzaakt, is dus óók dominant in de aanpak van klimaatverandering. Het idee binnen het dominante wereldbeeld van de natuur als ‘handelsartikel’ dat gekocht en verkocht kan worden, vertaalt zich bijvoorbeeld in milieuheffingen en in de handel van emissierechten. Volgens Ford vormt de ‘westerse lens’ van waaruit al deze ideeën worden gevormd een belemmering voor de aanpak van klimaatproblematiek. Er gaat teveel aandacht naar economisch belang ten koste van maatregelen die het klimaat structureel zouden kunnen verbeteren.

Het begrijpen van de ecologische kennis van inheemse gemeenschappen is belangrijk in het adresseren van klimaatverandering 

We zouden volgens Ford meer moeten kijken naar het Gaian-perspectief, dat fundamenteel andere perspectieven biedt voor de omgang met de natuur. Inheemse gemeenschappen bewonen grote gebieden ongerepte natuur en hebben een enorme biodiversiteit weten te bewaren door hun leefwijze (‘met’ de natuur, in plaats van ‘tegen’ de natuur). Het begrijpen van hun ecologische kennis is belangrijk in het adresseren van klimaatverandering. 

Verschuiving
Ford benadrukt dat het niet haar bedoeling is om terug te keren naar een primitieve levensstijl. Haar idee is om elementen van het Gaian-wereldbeeld te integreren in onze ‘geglobaliseerde informatiesamenleving’. Eén van de manieren om een verschuiving richting een Gaian-perspectief te bewerkstellingen, is het stimuleren van bio-regionalistische gemeenschappen: gemeenschappen die op het gebied van onder andere energie en voedsel grotendeels zelfvoorzienend zijn. 

Lokale leiders zouden volgens Ford het voortouw moeten nemen in klimaatbewustzijn

Daarnaast kunnen mensen op lokaal niveau via hele concrete projecten betrokken worden bij klimaatproblematiek, zodat het een minder abstract en meer tastbaar fenomeen wordt. Ford geeft een voorbeeld uit de Amerikaanse geschiedenis: tijdens droogte in Californië van 1976-1977 werd er een waterrantsoen ingesteld. Inwoners van de staat mochten hun auto’s niet wassen en korte douches werden aangemoedigd. Strikte maatregelen, maar ‘zelfs in de meest republikeinse buurten werd dit beleid positief ontvangen’, schrijft Ford. Het was een collectief doel waardoor mensen zich verbonden voelden en waarbij ze sociale druk uitoefenden op mensen die niet mee wilden doen. Lokale leiders zouden volgens Ford het voortouw moeten nemen in klimaatbewustzijn. 

Pompen of verzuipen
In hoeverre zal het dominante wereldbeeld uiteindelijk plaatsmaken voor een Gaian-perspectief? Dat is moeilijk te voorspellen, stelt Ford. ‘Wellicht zal klimaatverandering genoeg [mentaliteits]verandering teweegbrengen in de westerse samenleving om onze overleving te waarborgen,’ schrijft ze. Oftewel: het is een kwestie van pompen of verzuipen. Want ‘als het westen zich niet aanpast, zullen op basis van evolutie mogelijk alleen degenen overleven die altijd op duurzame wijze hebben geleefd, binnen de grenzen van de natuur.’

Judith Ford promoveerde op 1 december 2015 aan de Vrije Universiteit op basis van haar proefschrift 'Climate Change as Metaphor & Catalyst. The Deeper Meaning & Potential of an Environmental Crisis'. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons