Achtergrond

Gezocht in Uganda: artsen/verpleegkundigen/vroedvrouwen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Salongo Hussein is vader van vijf kinderen. Er is er altijd wel eentje ziek en naar de dokter gaan, vindt hij een ramp. “De wachttijden in staatsziekenhuizen waar medische zorg gratis is, ligt tussen de zes en acht uur. Er zijn onvoldoende dokters. En zo gratis is het ook niet, want artsen doen niets voordat je ze eerst wat geld toestopt. Ik snap het wel, want ze verdienen heel weinig. Maar waarom moet de aanvulling uit mijn portemonnee komen?”

Zulke verhalen zijn overal in Uganda te horen. Vader Hussein, eigenaar van een klein vervoersbedrijf, heeft nog geluk. Hij en zijn gezin wonen in de hoofdstad Kampala. In andere delen van het land is het gebrek aan medisch personeel nog veel nijpender. Slechts 70 procent van de functies in de gezondheidssector is bezet.

Moet ik straks een dag en een nacht op medische behandeling wachten?

Overheid exporteert artsen
Er heerst woede over het voornemen van de regering om meer dan tweehonderd werknemers uit de gezondheidssector te “exporteren” naar Trinidad en Tobago. In een advertentie van het ministerie van buitenlandse zaken worden artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen opgeroepen te solliciteren om de Caribische eilandennatie “te helpen de gezondheidssector te versterken.”

Hussein vindt het voornemen crimineel. “Moet ik straks een dag en een nacht op medische behandeling wachten? Ik begrijp de politici niet. Maar die hebben natuurlijk geen weet van hoe slecht het gesteld is met de ziekenhuizen, want ze gaan allemaal naar het buitenland voor behandeling.”

Cuba was de enige
De advertentie is medische organisaties en vakbonden in het verkeerde keelgat geschoten. “De regering moet zich schamen”, luidt het in een gezamenlijke verklaring. Het Oegandese onderzoeksinstituut IPPR probeert via de rechter het vertrek van het medisch personeel te voorkomen. “Cuba was tot op heden het enige land dat artsen uitzond naar het buitenland. Maar daar is er een dokter voor 150 patiënten. Uganda is het eerste land dat in de Cubaanse voetsporen treedt. Maar hier kampen we met een chronisch gebrek aan medisch personeel”, zegt IPPR directeur Justinian Kateera.

Hij wijst erop dat Uganda bijvoorbeeld drie neurochirurgen heeft, waarvan er nu een op de lijst van geselecteerde kandidaten voor Trinidad en Tobago staat. Op de twee Caribische eilanden is er een dokter per 1000 mensen. In Uganda liggen die verhoudingen beduidend slechter. Een arts voor 15.000 mensen, een verpleegkundige voor 17.000 en een vroedvrouw voor 19.000. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert een arts per 1500 mensen, een verpleegkundige per 700 en een vroedvrouw per 1000.

De regering moet zich schamen

Verbaasd
Het ministerie van buitenlandse zaken in Kampala is verbaasd over de commotie rond de advertentie. Woordvoerder Fred Opolot verklaart dat er voor plaatsing van de oproep eerst overleg is geweest met het ministerie van gezondheidzorg dat had verzekerd dat het eenvoudig is om vervangers te vinden voor het vertrekkende personeel. “De geselecteerde kandidaten gaan nieuwe dingen leren in Trinidad en Tobago, waar medische faciliteiten op een hoger peil staan dan hier. Onze mensen komen na drie jaar terug met meer vaardigheden waar wij als land profijt van zullen hebben”, aldus Opolot.

Dat is nog maar de vraag. Het gebrek aan medisch personeel in Uganda komt vooral door de lage salariëring. Artsen in overheidsziekenhuizen verdienen tussen 450 tot 600 euro per maand. Parlementsleden vangen 6000 euro per maand. Oegandese artsen zouden bij vertrek naar het westen vijf keer zoveel kunnen verdienen als nu. Artsen maar ook verpleegkundigen gaan in grote aantallen weg, op zoek naar een beter salaris. Alleen al in de VS waren in 2011 meer dan 10.000 artsen geregistreerd die oorspronkelijk afkomstig zijn uit landen in Afrika ten zuiden van de Sahara.

Overheid schendt grondwet
Uganda is niet het enige land in Afrika waar een uittocht van medisch personeel plaats vindt. Ook Ghana, Malawi, Zimbabwe, Zambia en Zuid-Afrika kampen ermee. Maar er is geen enkele overheid die het stimuleert zoals in Uganda. “Het is voor het eerst dat een regering wordt aangeklaagd omdat het een uittocht van medisch personeel aanspoort. Wij argumenteren dat daarmee de overheid de grondwet schendt. Daarin ligt namelijk het recht verankerd van Oegandezen op toegang tot medische diensten. En met nog minder artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen wordt dat recht ondermijnd”, zegt IPPR-directeur Kateera.

Artsen kunnen hun werk niet doen. Dan heeft het ook geen zin daar duimen te draaien.”

Zo lek als een mandje
Het is niet alleen de salariëring die medisch personeel doet vertrekken, meent de Noord-Ierse arts Ian Clarke, die sinds de jaren '80 in Uganda werkt. Hij is directeur van het Internationale ziekenhuis in Kampala, een privé-hospitaal. “Er zijn wel gebouwen waar ziekenhuizen en klinieken in zitten, maar er zijn geen benodigdheden. Het ontbreekt aan medische instrumenten. Artsen kunnen hun werk niet doen. Dan heeft het ook geen zin daar duimen te draaien.”

Volgens hem is het gezondheidsysteem van de overheid zo lek als een mandje. “Alles vloeit weg. Spullen en geld. De overheid besteedt 8 tot 9 procent van het budget aan gezondheidszorg en er komt heel veel geld van donoren, zoals de VS, die jaarlijks 400 miljoen euro geven aan de sector. Maar niemand lijkt een serieuze boekhouding bij te houden.”

Dokter Clarke gelooft dat medisch personeel best terug wil komen van goedbetaalde banen in het buitenland. “Ik krijg brieven van artsen en verpleegkundigen die naar huis willen komen. Ze hebben niet eens zoveel noten op hun zang. Ze willen een redelijk salaris maar vooral een werkplek waar ze hun vak naar behoren kunnen uitoefenen en niet gefrustreerd raken door een gebrek aan van alles.”

Wachtlijsten minder lang
Zes kilometer van het Internationale ziekenhuis van dokter Clarke ligt het staatsziekenhuis Mulago. Het is het grootste hospitaal van het land. Een enorm complex waar verf van de muren bladdert, bedden krakkemikkig ogen en alles groezelig lijkt. De rijen wachtenden lijken bijna oneindig. Ze zitten in wachtkamers of dutten op het grasveld. 

Een jongeman met zijn pols in het gips komt de uitgang uit.  “Ik ben doodop. Ik wil alleen nog maar naar huis”, zegt hij. Hij was de avond ervoor gevallen en naar het ziekenhuis gekomen. “Ik heb de hele nacht en een deel van de ochtend gewacht op een arts. Pas toen mijn broer met wat geld kwam, lukte het om een dokter naar mijn pols te laten kijken. Die werkte heel efficiënt en in een mum zat er gips om heen en kon ik gaan.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons