Achtergrond

Fortuinlijke kippen, minder fortuinlijke haantjes

24.000 legkippen arriveerden vrijdag bij Kipster. Volgens de eigenaren en verschillende dierenwelzijnsorganisaties zou dit het dier- en milieuvriendelijkste legkip-onderkomen ter wereld zijn.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Ruud Zanders is kippenboer. In hart en nieren kan je wel zeggen. Zijn ouders en de ouders van zijn ouders beoefenden hetzelfde vak, en het was dan ook niet meer dan logisch dat zijn broer en hij het bedrijf over zouden nemen. Dat deden ze in 1998. Bijna tien jaar lang runden ze vervolgens een massabedrijf. “We hadden een miljoen legkippen, verdeeld over Nederland, Duitsland en Polen. We kenden eigenlijk maar drie kernwaardes: grootschalig, grootschalig, grootschalig”, vertelt Zanders als ik hem ontmoet op zijn nieuwe bedrijf. In 2007 ging het verkeerd: het bedrijf ging failliet en Zanders moest met vrouw en kinderen van een grote boerderij verhuizen naar een huurwoning in het dorp.

Rondeel stal

“Ik viel in een zwart gat, maar kreeg wel de tijd om na te denken over wat ik nou eigenlijk aan het doen was. Ik had tegen mijn vrouw Natasja weleens mijn twijfels uitgesproken over de gang van zaken binnen het bedrijf als je het hebt over dierenwelzijn en milieu, maar met 125 mensen in dienst heb je nooit echt de tijd om stil te staan en verder te denken.” Toen hem na het faillissement de ontwikkeling van de eerste Rondeel-stal werd aangeboden, greep Zanders die kans dan ook met beide handen aan. De Rondeel-stal kwam als concept uit de Universiteit Wageningen rollen. Het is een concept waarbij dierenwelzijn hoog in het vaandel staat, wat je met name terugziet in een vrije uitloop naar buiten en meer afleiding voor de kippen.
In 2012 vertrok Zanders bij Rondeel, met de wens nog een stapje verder te gaan als het op het milieu aankomt. Die wens is een van de katalysatoren achter het deze maand geopende Kipster. Voor Kipster sloeg Zanders de handen ineen met Maurits Groen (in 2015 de nummer 1 in de Duurzame 100 van Trouw), Olivier Wegloop (communicatiestrateeg) en boer Styn Claessens, de jongste van het stel.

 

Zonnepanelen

Net zomin als Zanders eruitziet zoals ik verwacht dat een kippenboer eruitziet – hij komt aanrijden in een snelle wagen (hybride, that is), draagt een overhemd en schoenen die heel corporate tikken op de betonnen vloeren van de boerderij – ziet Kipster eruit zoals ik verwacht dat een kippenboerderij eruitziet. Met een haperend navigatiesysteem bang dat ik de boerderij niet kan vinden, haal ik opgelucht adem als voor me een groot gebouw volledig bedekt met zonnepanelen opdoemt. Die zonnepanelen zijn één van de dingen die Kipster zo bijzonder maken: met 1.097 panelen wekt de boerderij zoveel energie op dat ze daarvan zelf maar 50% gebruiken. Bijzonderder is misschien nog wel de transparantie die het bedrijf biedt; bezoekers zijn elke dag van de week welkom om een kijkje te komen nemen. Dat kan bij het buitenverblijf, op een bankje (“niet voeren a.u.b.”), maar ook binnen, in het bezoekerscentrum dat uitzicht biedt op de binnentuin van de kippen.

De eieren die het bedrijf vanaf oktober exclusief aan Lidl levert krijgen drie beter-leven-sterren. Dat zegt iets over de ruimte die de kippen hebben (bij Kipster lopen er op elke vierkante meter 6,7 kippen, als het buitenverblijf dicht is), over de aanwezigheid van afleiding en uitloop naar buiten, de groepsgrootte (maximaal 6.000 hennen) en een natuurlijker dag- en nachtritme. Snavelkap is daarnaast verboden. Kipster gaat relatief ver in het bieden van afleiding: in de binnentuin liggen zand, zaagsel, boomstronken en staan bomen. Kippen zijn van nature bosdieren en de mannen hebben die omgeving zoveel mogelijk willen nabootsen. Overigens moet nog blijken hoe de kippen op zo’n omgeving zullen reageren. Om er zeker van te zijn dat eieren in de daarvoor bedoelde legnestjes worden gelegd blijven de deuren naar de binnentuin en het buitenverblijf de eerste dagen dat de kippen er zijn dicht.

Reststromen

Dat de eieren naast de drie sterren niet ook het label biologisch dragen is een bewuste keuze geweest: “De kippen moeten voor dat label nog meer bewegingsruimte hebben. Voor het aantal dieren dat wij houden zouden we 10 hectare grond moeten hebben”, vertelt Zanders. “Terwijl we in de pluimveehouderij allemaal weten dat ze daarvan zo’n 9 hectare onbenut zullen laten; kippen blijven graag in de buurt van hun nachtverblijf om te kunnen vluchten voor gevaar. Wij vonden het niet duurzaam om zoveel onbenutte grond te hebben.” Er is nog een reden dat de eieren van Kipster niet biologisch mogen heten: “Het voer dat onze kippen krijgen is niet biologisch, en daar hebben we heel bewust voor gekozen. Wij willen onze kippen alleen maar reststromen voeren – we maken bijvoorbeeld voer van de restanten van bakkers en koekjesfabrieken. Als je weet dat er wereldwijd een miljoen mensen met honger leven is het eigenlijk vreemd dat we zoveel eten dat we verbouwen aan dieren geven.” De inspiratie daarvoor komt bij de grootouders van Zanders vandaan. “We hebben gekeken hoe men dat vroeger deed, en mijn opa gaf zijn kippen nagenoeg alleen maar reststromen. Het heeft wat denk- en regelwerk gekost, maar uiteindelijk bleek het ook nu helemaal op deze manier te kunnen.”
Een grootschalig onderzoek in Noord-Brabant wees eerder dit jaar uit dat mensen die binnen een straal van 1 kilometer van een pluimveebedrijf wonen, een verhoogde kans op een longontsteking hebben van 11 procent, door het fijnstof dat in de lucht die uit die bedrijven komt zit. Kipster hoopt hiervoor een oplossing gevonden te hebben met een nieuw ventilatiesysteem. Kipster blaast straks naar verwachting lucht naar buiten die schoner is dan de lucht die het bedrijf in is gegaan.“Dat gaan we nog testen, maar met het systeem dat we hier hebben hangen verwachten we dat wel”, aldus Zanders. In de binnentuin direct boven de vloer wordt de eerste fijnstof al door grote ventilatoren opgevangen, zodat ook de kippen zelf schonere lucht inademen. Zanders laat daarnaast achter de schermen nog een aantal flinke luchtzuiveringsapparaten zien die het werk af moeten maken.

Haantjes

Tot slot zijn er de haantjes. Voor elke leghen in de eierindustrie wordt er een haantje vergast of versnipperd. Jaarlijks sterven er op die manier alleen in Nederland al 45 miljoen haantjes. Direct als ze uit het ei kruipen worden ze van hun zusjes gescheiden en vervolgens gedood omdat ze niet alleen geen eieren leggen, maar ook te langzaam groeien om rendabel te zijn op de vleesmarkt. Kipster neemt bij de leverancier van hun leghennen ook de haantjes af, en verkoopt het vlees van die hanen in de vorm van onder meer burgers bij Lidl. Een kritische noot is op z’n plaats: dierenwelzijnsorganisatie Wakker Dier juicht het initiatief luidkeels toe, maar de hanen groeien vooralsnog op met de in Nederland vrijwel laagst toegestane levensstandaard voor kippen – alleen de plofkip heeft een slechter leven. Kipster heeft voor de hanen (nog) geen eigen boerderij en hun hanen krijgen dan ook geen beter-leven-sterren.
De leghennen zelf zijn met 80 weken uitgerangeerd. Ze leggen dan niet meer genoeg eieren om rendabel te zijn. Het vlees van legkippen belandt normaalgesproken grotendeels op de Afrikaanse en Oost-Europese markt, omdat we er hier in het westen onze neus voor ophalen. “Daardoor maak je de markt voor boeren daar kapot; zij kunnen niet concurreren met onze ‘afvalkippen’”, vertelt Zanders. “Dat willen we daarom ook anders gaan doen. We gaan zoeken naar producten waarin dit vlees wel acceptabel is, een kipburger bijvoorbeeld, en verkopen dat dan ook hier in Nederland. Door de leefomstandigheden van de kippen dus ook met drie sterren.”

Investeringen

De oud-collega’s van Zanders reageren wisselend, maar veelal negatief. Er zijn er die het mooi en vooruitstrevend vinden, maar het merendeel wordt er een beetje zenuwachtig van. “Ze vragen zich af of ze dit straks ook allemaal moeten en hoe dat dan moet met investeringen die ze gedaan hebben”, vertelt Zanders. “Ik kan daar wel inkomen. De vader van Styn bijvoorbeeld heeft een scharrelkippenboerderij en heeft daar een jaar of vijf geleden flink in geïnvesteerd. We kunnen met z’n allen wel roepen dat het anders moet, maar hij zal toch eerst misschien wel 1 of 2 miljoen euro terug moeten brengen naar de bank. Dat is ook het lastige: boeren investeren altijd voor een periode van 5 tot 15 jaar. Als we het voedselsysteem echt willen veranderen, moeten we toch echt met hen meedenken.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons