Achtergrond

Waarom duurzaamheid van ons allemaal is

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Als organisatieadviseur geloof ik in de veranderkracht van bedrijven. Zij hebben immers een sterke economische prikkel tot verandering als het de business case positief beïnvloedt. Maar die business case is wel leidend, ten goede of ten kwade. We komen van ver en steeds meer bedrijven zitten op een duurzaam spoor. Tegelijkertijd moet er nog veel gebeuren voor de samenleving écht duurzaam is. Veel bedrijven hebben namelijk belang bij de status quo. Neem een bedrijf als Shell.

Een ongemakkelijke vergelijking
Het bestaansrecht van fossiele bedrijven als Shell is het maken van zoveel mogelijk winst voor aandeelhouders. Environmental impact? Sociaal-maatschappelijke impact? Lekker externaliseren, laat de samenleving (op termijn) maar voor de kosten opdraaien.

Joris Luyendijk stelt in zijn laatste boek Dit kan niet waar zijn over de financiële sector in Londen: “De gigantische risico’s liggen niet bij degenen die ze nemen. De winsten zijn voor de banken en bankiers, de verliezen zijn voor de aandeelhouder en de belastingbetaler”. Vervang ‘banken’ door ‘fossiele bedrijven’ en de uitspraak klopt nog steeds.

Maar voor een leefbare samenleving moet 80 procent van de nu bekende fossiele voorraden in de grond blijven zitten. Dus wat is dan nog je bestaansrecht als olieboer? Alle hens aan dek dus om de status quo te behouden en de verandering tegen te werken.

Een leidende overheid?
Is het niet de rol van de overheid de markten te reguleren? Het antwoord hierop hangt deels van je politieke overtuiging af. Maar voor de meeste samenlevingen geldt dat overheden bijna per definitie reactionair zijn. Een overheid reageert op prikkels uit de samenleving. Voordat een maatschappelijk probleem is uitgewerkt in beleid, en voordat beleid is uitgekristalliseerd in de realiteit, zijn we vaak jaren en diverse regeringen verder.

Bovendien zijn politici afhankelijk van het stemgedrag van de kiezer. David van Reybrouck stelt in zijn boek Tegen Verkiezingen dat regeringsdeelname steeds vaker sterk wordt afgestraft door burgers. Van Reybrouck noemt een voorbeeld van regeringspartijen in Finland, Nederland en Ierland die in recente verkiezingen respectievelijk 11, 15 en 27 procent van hun stemmen kwijtraakten. Impopulaire maatregelen zijn moeilijk om te nemen, want electorale afstraffing ligt altijd op de loer. En als voetnoot, in hoeverre ligt de macht om in dit mondiale spel mee te doen op nationaal niveau?

Willen we zelf wel?
Volgens mij de hamvraag. Willen we een échte verandering, dan zal die uit onszelf moeten komen. Naomi Klein stelt (in This Changes Everything) dat meer duurzaamheid vooral een sociale en politieke keuze is. Als we collectief besluiten dat het anders moet, kan het niet anders dan hard gaan met de verandering.

Het is de vraag of we wel willen. Zijn we bereid om de échte prijs te betalen voor ons voedsel, onze energie, onze kleding en ons leven? Zijn we bereid om dingen te laten? Zijn we bereid niet langer naar anderen te kijken voor verandering?

Zijn we bereid onze sociale verantwoordelijkheid te nemen als burger en als consument? Het belangrijkste is dat we collectief die keuze maken en de politiek de ruimte geven dit ten uitvoer te brengen. Dat we bedrijven belonen die duurzaam ondernemen. Dat we elkaar helpen duurzamer te leven. Dat we verantwoordelijkheid als burgers en als consumenten nemen, ook als het onze portemonnee of diep ingesleten gewoonten raakt.

Laten we ‘CSR’ voortaan ook als ‘Consumer Social Responsibility’ lezen.

Walter Faaij adviseert bedrijven over het creëren van een duurzame organisatiecultuur en draagvlak voor duurzaamheid. Volgens Walter is duurzaamheid bovenal een maatschappelijke kwestie.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons