Drie mensen hand in hand op straat, op de rug gezien met LGBTIQ+-vlaggetje in hun achterzak.
Beeld: elebeZoom/iStock
Opinie

Hoe moeilijk het was om mijn biseksualiteit te claimen

Over biseksuele mensen bestaan nog altijd veel vooroordelen: ze zouden onbetrouwbaar, hebberig en in de war zijn. Of ‘eigenlijk gewoon’ homo of lesbisch. Zulke stigma’s zitten zelfacceptatie in de weg, weet Naomí Combrink.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Ik was veertien en had mijn eerste vriendje. Hoewel ik al had gemerkt dat ik me ook aangetrokken voelde tot meisjes, was ik stapelverliefd geworden op deze jongen. Maar toen dat gevoel na een paar maanden verdween begon ik te twijfelen: ik vond zijn knokige knieën en voeten eigenlijk best lelijk, en allerlei meisjes om me heen heel aantrekkelijk.

Ik voelde me niet thuis in lesbische kringen, met mijn reeks vriendjes en mannelijke scharrels

Wanhopig plaatste ik mijn vraag op scholieren.com. Betekenden deze dingen dat ik eigenlijk lesbisch was? Ik weet niet meer wat de antwoorden daar waren. In elk geval niet dat mijn afkeer van deze specifieke jongen en het leuk vinden van meisjes niet hoefde te betekenen dat ik nooit meer op jongens kon vallen; dat ik misschien wel bi (of pan, of queer, of een andere vorm van niet-monoseksueel) was.

‘Are you a lesbian now?’

Twee jaar later zag ik als trouwe Sex and the City-volger hoe Samantha, de beroemde sekspositieve mannenliefhebber, een relatie met een vrouw begon. ‘Are you a lesbian now?’, vroegen haar vriendinnen.

Vertwijfeld zag ik het aan. Hoezo lesbisch? Ze hield toch duidelijk ook heel erg van mannen? Dat zou nu toch niet opeens over zijn? Ook toen Samantha, ondanks haar hete seksleven met deze Maria, later weer met mannen ging, bleven zij en haar vriendinnen het hebben over ‘the time she was a lesbian‘.

Ik hoorde dat lesbische vrouwen biseksuele mensen onbetrouwbaar en vies vinden

Ikzelf was in die tijd verliefd op een van mijn beste vriendinnen, met wie ik zoende tijdens het uitgaan om haar daarna met een jongen naar huis te zien gaan. Hoewel ik me in de jaren die volgden vaak genoeg aangetrokken voelde tot meisjes, leidde dit nooit tot serieuze ervaringen. Met de jongens die ik leuk vond wel. Uiteindelijk kreeg ik weer een vriendje.

Tijdens mijn alleenstaande studietijd viel ik op de ene leuke filosofiestudente na de andere. Mijn type begon duidelijk te worden: heteromeisjes met vriendjes. Ik ontmoette maar geen vrouwen om een eerste echte ervaring mee te hebben, en om eindelijk aan de buitenwereld te kunnen bewijzen dat ik niet hetero was. Dat voelde belangrijk. Ik had me al die tijd zo onzichtbaar gevoeld; ik ging als hetero door het leven en dat stoorde me. Dat was ik namelijk helemaal niet. Toch durfde ik me ook niet echt bi te noemen, omdat ik bijna geen ervaring had met vrouwen.

Bewijsdrang

Ik wist dat ik om iemand te ontmoeten eigenlijk het beste lesbische plekken zou kunnen opzoeken. Maar ik durfde dat lange tijd niet. Die plekken waren niet bedoeld voor mij, met mijn reeks vriendjes en mannelijke scharrels, en mijn privilege nooit homofobie meegemaakt te hebben. Ik hoorde verhalen over hoe onbetrouwbaar en vies biseksuele mensen werden gevonden binnen lesbische kringen, en hield het bij de jongens die ik op natuurlijke wijze altijd wel weer tegenkwam.

Biseksuele mensen worstelen bovengemiddeld vaak met psychische problemen, depressie en verslaving

Pas op mijn 23e ging ik, na het lezen van wat meer queer theory waarin mijn gevoelens gelegitimeerd werden, eindelijk een keer mee naar De Trut, de Amsterdamse ‘potten- en flikkerdisco’. Zenuwachtig stond ik in de rij. Ik had gehoord dat ze er wel eens mensen uitpikten als ze er te hetero uitzagen. Zouden ze zien dat ik nog nooit een vriendin had gehad? Dat ik (ook) op mannen viel? Eenmaal probleemloos binnen ontmoette ik een meisje met wie ik twee afspraakjes later het bed deelde. Naast dat het een mooie en fijne ervaring was, was ik misschien nog wel het meest blij dat ik nu eindelijk de vraag ‘Hoe weet je nou dat je bi bent als je nog nooit met een meisje hebt geslapen?!’ niet meer zou krijgen.

Bifobie

Inmiddels weet ik dat ik last had van bifobie. Zowel geïnternaliseerd als vanuit mijn directe omgeving en de maatschappij. Het heersende oordeel over biseksualiteit is doorgaans niet mals: biseksuele mensen zijn onbetrouwbaar, hebberig, promiscue, verward, in een fase en/of onverzadigbaar. Maar wat misschien nog wel vaker gebeurt dan het uitstorten van deze negatieve derrie is de totale ontkenning van ons bestaan.

Dit gebeurde niet alleen vroeger, in het gedateerde Sex and the City, maar vandaag de dag nog steeds. Bijvoorbeeld toen er een petitie werd gestart om de vruchtbaarheidsbehandeling voor ‘lesbische en alleenstaande vrouwen’ door zorgverzekeraars vergoed te houden. Deze afwisseling tussen stigmatisering en uitwissing is heel schadelijk. Biseksuele mensen worstelen dan ook bovengemiddeld vaak met psychische problemen, depressie en verslaving.

Voor mij was het grootste probleem dat ik me onzichtbaar voelde en dat wanneer ik dan keer op keer voorzichtig tegen mensen ‘uit de kast’ kwam, mijn seksualiteit bijna altijd werd betwijfeld en bevraagd. Dat deed me twijfelen, me nep of aanstellerig voelen.

Inmiddels weet ik dat je bi bent als je je zo identificeert

Niet iedereen heeft behoefte aan labels. Hoewel dat op een individueel niveau begrijpelijk en helemaal prima is, zijn labels op maatschappelijk niveau geen overbodige luxe: ze kunnen zorgen voor acceptatie, voor het doorbreken van stigma’s en voor zichtbaarheid. Ze kunnen ervoor zorgen dat er verhalen en personages gemaakt worden, dat er rekening met mensen wordt gehouden in de krant en dat mensen zich bevestigd voelen in hun gevoelens en schaamte en onzekerheid achter zich laten.

Inmiddels weet ik, met hulp van trotse bi’s op Twitter, dat je bi bent als je je zo identificeert, of je er nou wat ‘mee hebt gedaan’ of niet. En inmiddels weet ik dat alle vooroordelen en onzekerheden waar ik mee heb gekampt niet ongebruikelijk zijn in een bifobische maatschappij. Dat heeft me gesterkt en gemotiveerd om dit label te blijven claimen en het van de daken te schreeuwen.

Hoewel ik me inmiddels steeds meer queer begin te voelen, in plaats van specifiek biseksueel, vind ik het nog steeds heel belangrijk om culturele ruimte en erkenning voor biseksualiteit te creëren. Omdat ik er niet bij kan dat ik, ondanks mijn progressieve opvoeding en omgeving, toch bijna tien jaar nodig heb gehad om mijn gevoelens als legitiem te beschouwen. Ik wil dat 14-jarigen weten dat het gewoon kan, op meer dan één gender vallen. Of je nu ervaring met meerdere genders hebt of niet, of je nu monogaam bent of niet en of je mannenknieën nou mooi vindt of niet.

Dit artikel verscheen eerder op OneWorld op 27 september 2019.

Kom eens uit de kast als monoseksueel

Geen biseksuele zoen in de gaybar

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons