Muzzafar Jaafar
Interview

Gevlucht en student, hoe is dat?

Studenten met een vluchtelingenachtergrond vertellen over hun studentenleven: hoe bevalt het? Waarin verschillen zij van hun studiegenoten? Muzzafar Jaafar spreekt over zijn toekomstdromen en de liefde.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Muzzafar Jaafar (35) studeert Bestuurskunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Daarnaast is hij wijkvrijwilliger. In 2014 kwam hij naar Nederland. In zijn huis in Tutti Frutti-dorp (de straten zijn naar vruchten vernoemd) in Amsterdam-Noord vertelt hij eerst wat verlegen, maar later openhartig over zijn leven, de liefde en zijn ambities. Achter hem een volle boekenkast: overwegend studieboeken, maar ook veel Arabische en Koerdische titels en romans van de beroemde Braziliaanse schrijver Paulo Coelho.

Wethouder

“Denken en discussiëren over maatschappelijke onderwerpen, daar houd ik van. Sociologie en politicologie zijn dan ook mijn lievelingsvakken. Voordat ik kon studeren moest ik mijn eerder behaalde diploma Politicologie aan de Universiteit van Erbil, Irak, laten omzetten. Het UAF [Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF] heeft mij hiermee geholpen. Ik hoorde over hen toen ik nog in een asielzoekerscentrum verbleef. Ze hebben me advies gegeven. Het UAF heeft er in eerste instantie voor gezorgd dat ik kon studeren.

Mijn grote droom is om wethouder te worden.

Na mijn studie zou ik graag bij een politieke partij willen. GroenLinks heeft dan mijn voorkeur, de mensen die daarbij zitten hebben diverse achtergronden en ze besteden veel aandacht aan het milieu. Mijn grote droom is om wethouder te worden.”

Scepsis

“Mijn studiegenoten zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Voordat ik begon met studeren was ik best wel sceptisch: ‘hoe zal dat gaan, vind ik mijn plek wel? Vooral omdat mijn medestudenten veel jonger zijn dan ik, meestal rond de twintig. Maar die scepsis bleek overbodig, ze hebben veel respect voor mij. Sommigen zijn ook mijn vrienden geworden. Ik heb drie goeie vrienden met wie ik vaak afspreek, samen eet, ze komen hier thuis.”

Koerdisch

“Mijn moeder, zus en broer wonen nog in Irak. Ik ben hier alleen naartoe gekomen. Vanwege politieke problemen. Misschien hoeven we die nu niet te bespreken? Eigenlijk komt ons gezin uit Kirkuk, maar in 1996 moest mijn familie, omdat wij Koerdisch zijn, verplicht verhuizen. Toen zijn we in een buitenwijk van de noordelijke stad Erbil gaan wonen. Na de val van Saddam Hoessein in 2003 zijn ze terugverhuisd naar Kirkuk. Mijn vader is in 1988 tijdens de Anfal-campagne vermoord. Onder het bewind van Saddam Hoessein werden toen tienduizenden Koerden vermoord. Ik was vier jaar, ik herinner me mijn vader eigenlijk niet. Op dit moment heeft mijn familie geen problemen, ik spreek ze vaak.”

Reizen

“Ik heb een beetje een gesloten karakter en deel niet alles met mijn studiegenoten en vrienden. Misschien is dat meer een leeftijdsverschil dan een cultuurverschil. Zij praten heel makkelijk over liefde, over seks. Over andere klasgenoten, welke meiden ze leuk of mooi vinden. Of over welke reizen ze willen maken, naar welke steden ze zouden willen. Toen ik twintig was deed ik dat ook. Nu zijn het andere tijden, ik denk daar niet echt over na. Meer over mijn studie en over politiek.

De studie gaat hen ook makkelijker af, ik moet er echt veel moeite voor doen. Mijn Nederlands is nog niet goed genoeg. Ze hebben meer tijd om over reizen en vrouwen na te denken. Hoewel ik ook weleens een vrouw leuk of mooi vind natuurlijk!”

Liefde

“Een geliefde ontmoeten vind ik wel lastig. Het gaat hier ook totaal anders dan ik gewend ben. Je hebt hier minder afstand tussen mannen en vrouwen, je kan makkelijker met iemand praten en afspreken. In Irak is dat allemaal in het geheim. Vind je iemand leuk? Dan moet je in een park afspreken zodat je niet gezien wordt. Wel spannend, maar ook moeilijk. De maatschappij is natuurlijk veel religieuzer. Jongeren zijn niet altijd vrij in hun partnerkeuze. Soms bemoeien stammen zich er ook nog tegenaan.
En vaders al helemaal. Toen ik in het tweede jaar van de Universiteit van Erbil zat vond ik een meisje leuk, ik wilde met haar trouwen. Maar ik had niet genoeg geld, vond haar vader. Het huwelijk kwam er dus niet van. Nu is ze getrouwd met iemand anders. Daarna ben ik eigenlijk nooit meer zo verliefd geweest.

Vrouwen hier hebben zoveel eisen. Heb je wel een diploma? Een goeie baan? Ach, het is eigenlijk net zoals met Midden-Oosterse vrouwen, haha. Maar kom op, ik ben hier net, heb de taal geleerd, ik studeer… Oke, zonder geld kun je niet meteen op vakantie. Dan wacht je toch even, het gaat toch om echte liefde?

Berichtgeving in Nederland over vluchtelingen en de multiculturele samenleving beïnvloedt de liefde.

‘Heb je al iemand gevonden?’, is zo ongeveer het eerste wat mijn moeder vraagt als ik haar spreek. Ze wil het liefst dat ik met een Koerdische vrouw trouw. Ik woon nu hier, dus als ik een meisje leuk vind, dan maakt het niet uit of ze Arabisch, Nederlands of Chinees is. Meestal lach ik om mijn moeder. Soms denk ik ook: ik ben 35, moet ik niet ook eens iets serieus? Maar ik wil mij ook echt focussen op mijn studie. Ik ben niet eenzaam, ik heb mijn vrienden en mijn vrijwilligerswerk.”

Hopeloos

“Berichtgeving in Nederland over vluchtelingen en de multiculturele samenleving beïnvloedt de liefde. Soms voel ik mij daardoor hopeloos. In nieuwsberichten die ik lees zitten zoveel vooroordelen. Het gaat altijd maar over het zogenaamde conflict tussen moslims en anderen. Dat wordt zo erg uitvergroot. Is dit echt het belangrijkste in Nederland? Vrouwen zijn daardoor terughoudend, vertrouwen mannen met een migrantenachtergrond niet snel. Wat voor cultuur heb je? Ben je religieus? Dat soort vragen. Ik vind het niet erg dat ze die stellen, maar het laat een bepaalde angst zien.

‘Kom op, je moet hier iets opbouwen’, zeg ik in zo’n pessimistische bui tegen mezelf. Ik ben zelf geen moslim, maar die enorme negatieve aandacht voor moslims, dat valt op. Dat hebben we in Irak niet, wel oorlog ja, maar dit niet. Natuurlijk zijn er verschillen in wat mensen geloven en hoe mensen denken, maar je leeft samen, je moet elkaar uiteindelijk accepteren.

Door mensen die mij hier steunen vind ik weer kracht, zoals mijn coach bij het UAF, of een kennis die altijd mijn teksten voor de studie corrigeert. Een keer per week ben ik bij hem en zijn gezin. Zij staan voor mij klaar en helpen me bij een nieuwe toekomst.”

Tsjechen zijn bang voor vluchtelingen – die er niet zijn

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons