“De Verenigde Staten geven niets om een dode Syriër”

Natasha Huiberts is tegen buitenlandse inmenging in oorlogen. Toch neemt ze wereldleiders hun passieve houding in Syrië kwalijk. Hoe kijken haar Syrische vrienden eigenlijk naar de recente aanvallen van de VS op Syrië?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het is maart 2011 als een groep schooljongens tussen de 10 en 15 jaar oud geïnspireerd raakt door de oproep tot verandering in nabijgelegen landen als Egypte en Tunesië. Gevoed door diepgewortelde, politieke onvrede kalkten ze “het volk brengt het regime ten val” op de muren van Daraa, een provinciestad in het Zuiden van Syrië.

Deze kleine daad van politiek verzet en de gebeurtenissen die daarop volgden, waren de katalysator voor de vreedzame protesten die zich in 2011 als een lopend vuur door Syrië verspreidden. De protesten overstegen etnische en religieuze scheidlijnen en werden door vrijwel alle gemeenschappen gedragen. De eisen waren legitiem. Decennialang hadden de Syriërs zich politiek afzijdig gehouden, maar nu was de barrière van zwijgen en angst doorbroken.

Ik was net negentien toen de eerste vreedzame protesten voor politieke verandering in Syrië ontstonden. Ik was jong, idealistisch en goedgelovig. De grote oorlogen en massaslachtingen uit de recente geschiedenis vonden voor of tijdens mijn kinderjaren plaats. Had ik de massaslachtingen in Sabra en Shatila (1982), de genocide in Srebrenica (1995) en de oorlog in Irak (2003-2011) bewust meegemaakt, dan waren mijn verwachtingen van de internationale gemeenschap wellicht realistischer geweest.

Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Mensen lijken soms te vergeten wie de daadwerkelijke agressor in dit conflict is. Een president die zijn militairen de opdracht geeft om met scherp op vreedzame demonstranten te schieten, verliest elke legitimiteit als leider. Bashar al Assad zette de poorten open voor een golf van extreem geweld die het land steeds dieper in een moeras van sektarisme deed zakken.

Paradox

Al in de eerste jaren van het conflict werd duidelijk dat de internationale gemeenschap niet zou ingrijpen, tenzij dat in haar eigen belang was. En hoewel ik overtuigd pacifist was, begreep ik dat een tiran als Assad zijn koers niet wijzigt zuiver omdat iemand hem dat vriendelijk vraagt. Sinds de eerste kogels die op vreedzame demonstranten werden afgevuurd, verwijt ik wereldleiders hun passieve houding en gebrek aan politieke daadkracht.

De paradox is dat ik principieel tegenstander van buitenlandse inmenging ben. Het verleden leert ons dat westerse inmenging nergens ter wereld heeft geleid tot duurzame vrede en veiligheid. Hoe kan ik tegen buitenlandse inmenging zijn, en tezelfdertijd wereldleiders verwijten dat ze niet ingrijpen? Hoe kijken Syriërs in de diaspora naar de recente ontwikkelingen, en doet het er eigenlijk toe wat ik vind?

De velden des doods die westerse soldaten in de Arabische wereld achterlieten, bleken een vruchtbare bodem voor radicalisering en extremisme.

Daarnaast groeide ik op in een tijd van sterke polarisatie tussen ‘het Westen’ en ‘de islamitische wereld’. Veel gewone Amerikanen en Europeanen werden overvallen door de aanslagen van 11 september 2001; ze wisten simpelweg niet dat mensen elders zo’n sterke haat konden koesteren tegen westerse samenlevingen en hun regeringen. Dachten deze mensen nu werkelijk dat hun buitenlandse inmenging met enthousiasme werd ontvangen? Begrepen ze niet dat deze vorm van modern imperialisme een antiwesters sentiment voedde, dat niet zonder consequenties kon blijven? Er waren in elk geval te weinig politici en journalisten die westerse burgers bewust maakten van de risico’s en dreiging in eigen land.

Door het nieuws waarmee ik opgroeide, leerde ik al jong dat regeringen die terreur zaaien, terrorisme zullen oogsten. De velden des doods die westerse soldaten in de Arabische wereld achterlieten, bleken een vruchtbare bodem voor radicalisering en extremisme. Zo plantten westerse militairen onbewust de zaadjes die zouden uitgroeien tot een nog gewelddadiger conflict. Ronselaars van extremistische milities maakten daar dankbaar én strategisch gebruik van.

Dat besef maakte mijn standpunt over buitenlandse inmenging bij lokale conflicten alleen nog maar stelliger.

De druppel

Maar toch neem ik wereldleiders hun passieve houding kwalijk. Waarom verwijt ik hen dat ze niet ingrijpen, terwijl ik niet geloof in duurzame vrede als gevolg van buitenlandse inmenging? Ik stuurde een bericht naar Iyed*. Ik leerde hem, zijn broer en moeder twee jaar geleden kennen. Ik wilde weten hoe hij, als Syriër in de diaspora, kijkt naar het handelen van de internationale gemeenschap.

“Er zijn de afgelopen jaren verschillende gifgasaanvallen geweest. Waarom is deze aanval ineens de druppel? Er zijn andere belangen. De Verenigde Staten geven niets om een dode Syriër. Deden ze dat wel, dan hadden ze zeven jaar geleden al ruimschoots de kans om het geweld van Bashar al Assad te stoppen”, schrijft hij terug.

Door de inzet van gifgas met militair ingrijpen te beantwoorden, geeft de internationale gemeenschap een duidelijk signaal aan Assad: namelijk dat alle andere middelen geoorloofd zijn. Vaak bleef Assad binnen de grenzen die de internationale gemeenschap had gesteld. Hij schuwde geen methode om het verzet te breken, maar ontkende consequent chemische wapens te gebruiken. Waarom vindt de internationale gemeenschap gifgas zoveel barbaarser dan raket- of mortieraanvallen? Vinden we een bombardement, waarna ouders wanhopig tussen het puin zoeken naar de afgescheurde ledematen van hun gedode kinderen, werkelijk beschaafder?

Behalve Iyed sprak ik ook met Ayman*, Ouasim* en Mahmoud* over de bombardementen van afgelopen zaterdag. Volgens Ayman moeten andere landen zich niet met het conflict bemoeien. Door de Amerikaanse bombardementen maakt hij zich meer zorgen om zijn familie, die zo’n 80 kilometer van Damascus verblijft. “Laat de Syriërs zelf hun problemen oplossen”, zegt hij.

Maar kan Syrië het nog wel zelf oplossen? De Amerikanen voeren, gesteund door de internationale coalitie, al sinds IS in 2014 het kalifaat uitriep aanvallen uit op Syrisch grondgebied. Onder de IS-strijders bevinden zich militanten uit honderd verschillende landen. Bovendien krijgt het regime van Assad niet alleen politieke steun van zijn bondgenoten Rusland en Iran, maar zijn Russische en Iraanse militairen fysiek aanwezig in Syrië. Heel de wereld is al in Syrië.

Verlangen naar rust en vrede

Juist dat maakt het conflict in Syrië zo complex, vertelt Ouasim. “Zonder de steun van Rusland en Iran aan zijn regime, zou Assad allang niet meer aan de macht zijn. Maar hun steun en aanwezigheid doorbreek je niet met een aanval op militaire doelwitten.” Ik vraag hem wat hij van de intenties van de Amerikanen, Britten en Fransen vindt. “De intentie van hun aanval was niet om de Syriërs tegen Assad te beschermen. Waarom vernietig je zijn wapens, maar sta je de moordenaar toe om aan de macht blijven?”

Het Syrische volk is het geweld na zeven jaar oorlog zat en verlangt naar rust.

Mahmoud hoopt dat de coalitie nu doorpakt. “Het Syrische volk is het geweld na zeven jaar oorlog zat en verlangt naar rust.” Ik vraag hem of hij zich bewust is van de risico’s van buitenlandse inmenging; de gevolgen van de Amerikaanse invasie in Irak geven geen reden tot optimisme. “We weten als geen ander wat de mogelijke consequenties van Amerikaanse inmenging zijn, maar we hebben geen andere keus”, antwoordt hij.

Ik reageer begripvol. Veilig, op duizenden kilometers van de frontlinie, is dat de enige gepaste reactie. Mijn uitgangspunt is altijd geweest dat ondersteunend politiek activisme in dienst van het volk hoort te staan. Alleen de mensen zelf hebben het recht te bepalen welke prijs ze willen betalen voor meer vrijheid en een menswaardig bestaan. Maar wat als de strijdlust van de Syrische bevolking op is? Wat als de prijs van honderdduizenden doden en miljoenen ontheemden simpelweg te hoog is? Wat als zij alleen nog maar verlangen naar een einde aan de oorlog, met of zonder Assad. Doet het er dan iets toe wat ik vind?

* Om privacyredenen zijn de namen van de geciteerden in dit artikel gefingeerd. Hun echte naam is bij de redactie bekend.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons