Deel 1: De blinde vlek voor mannelijke slachtoffers

Ook mannen worden uitgebuit in de prostitutie. En dat gebeurt heel wat vaker dan we denken, maakte de Nationaal Rapporteur Mensenhandel vandaag bekend. In deze zesdelige serie over mannelijke slachtoffers van mensenhandel lees je het verhaal van Gabriël uit Liberia. In deel 1 ontmoet hij de man die zijn leven zou veranderen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De eerste twee weken liet Martin hem met rust. Hij had hem aangesproken in een park in Rotterdam, waar Gabriël op een bankje zat. Hij had grijzig haar, zou Gabriël later aan de politie vertellen, en een dikke snor die wat verkleurd was door het roken van sigaren. Gabriël schatte hem op een jaar of vijftig. Hij had een dikke buik en om zijn pols droeg hij een gouden horloge.

Martin zag meteen dat het niet goed ging met Gabriël. Hij wilde hem wel helpen, zei hij. Na een maaltijd bij de McDonalds reden ze naar zijn huis in Amsterdam. “Vanaf nu is dit ook jouw huis”, zei hij toen hij de deur voor Gabriël openhield. Aan het huis grensde een hok, dat alleen via de woning te bereiken was, je moest dan een klein trapje af. In het hok lag een matras op de grond. Er was ook een douche en een wc.

Het zou tweeëneenhalf jaar duren voordat Gabriël uit het huis van Martin kon ontsnappen. Daarna duurde het nog eens drie jaar voordat hij durfde te vertellen wat daarbinnen was gebeurd.

Het dossier

Wij ontmoeten Gabriël voor het eerst in de lente van 2017, op het station in Eindhoven. We drinken koffie en praten uitgebreid over Wilders, de kledingindustrie in Bangladesh en zijn liefde voor het Friese landschap. Gabriël is zacht en beleefd, en spreekt vlekkeloos Nederlands. Soms schieten zijn ogen heen en weer. Zijn voeten tikken zenuwachtig op de grond, de aangeboden koekjes raakt hij niet aan.

De handel in mannen

We praten een uur lang over van alles, maar niet over de aanleiding voor onze ontmoeting: dat hij slachtoffer is van mensenhandel, en tweeëneenhalf jaar lang gedwongen is tot prostitutie. Zo hebben we dat van tevoren afgesproken met zijn maatschappelijk begeleider, die de ontmoeting voor ons geregeld heeft. Gabriël wil graag dat we erover schrijven, zodat er meer aandacht voor de seksuele uitbuiting van mannen komt. Maar zelf kan hij ons zijn verhaal niet vertellen. “Het is zo vies, zo vies”, is het enige dat hij erover zegt. Het is te pijnlijk om erover te praten. Wel geeft hij ons toestemming om op het kantoor van zijn advocaat zijn dossier te lezen. Drie dikke mappen vol aanvragen, verzoeken, brieven, beschikkingen, beoordelingen, bezwaarschriften en besluiten laten zien hoe Gabriëls schreeuw om erkenning en bestaansrecht twintig jaar lang op ambtelijk jargon afketst.
Mensenhandel vs. mensensmokkel

Seksuele uitbuiting is een vorm van mensenhandel. Een andere vorm is arbeidsuitbuiting, wat in Nederland bijvoorbeeld plaatsvindt in de horeca, de tuinbouw en in de huishouding. Mensenhandel wordt vaak ten onrechte verward met mensensmokkel: iemand tegen betaling helpen illegaal een grens over te steken.

Verborgen slachtoffers

Gabriël had pech dat hij Martin ontmoette. Maar zijn zaak is niet uniek. Jaarlijks ontvangt het Coördinatiecentrum Mensenhandel in Amersfoort (CoMensha) tussen de 35 en 40 meldingen van mannelijke slachtoffers die uitgebuit zijn in de seksindustrie. Het werkelijke aantal slachtoffers ligt een stuk hoger, ontdekten onderzoeker van de Universiteit Utrecht Jan van Dijk en Nationaal Rapporteur Mensenhandel Corinne Dettmeijer onlangs. In samenwerking met de Verenigde Naties ontwikkelden zij een methode om een realistische schatting van het aantal slachtoffers mensenhandel in Nederland te maken. De resultaten publiceerden zij vandaag, op 28 september. Daaruit blijkt dat gemiddeld maar liefst 250 jongens en mannen per jaar worden uitgebuit in de seksindustrie. Dat is zo’n vijf procent van het totale aantal slachtoffers van seksuele uitbuiting in Nederland. En zo’n zeven keer meer dan tot nu toe bekend was.

Voor mannen is de drempel om aangifte van seksuele uitbuiting te doen nog hoger dan voor vrouwen. Uit het onderzoek van Dettmeijer en Van Dijk blijkt dat het overgrote deel van de mannelijke slachtoffers, rond de 85 procent, zich niet meldt bij politie en instanties en nergens als slachtoffer geregistreerd wordt. Zicht krijgen op de handel in jongens en mannen is dan ook moeilijk. Klanten worden via homochatsites als Grindr en Bullchat geworven, de uitbuiting vindt plaats in wisselende woningen. De rechercheurs mensenhandel die we spraken, schetsen hoe slachtoffers worden rondgepompt: drie maanden op de ene plek, dan verder naar de volgende plek. Oost-Europese jongens komen meestal via Duitsland binnen, Zuid-Amerikanen komen via Spanje en Parijs. Afrikanen blijven langer in de illegaliteit hangen.

Mensenhandel wereldwijd een van de meest lucratieve vormen van illegale handel

Slachtoffers van mensenhandel behoren vaak tot de meest arme en kwetsbare groepen in de samenleving. Vanwege hun kwetsbare positie zullen slachtoffers zich minder snel melden bij de politie. Mede hierdoor is de pakkans voor daders laag in vergelijking met andere criminele activiteiten.

Gelokt met valse beloftes

In Nederland is ruim tweederde van de geregistreerde mannelijke slachtoffers afkomstig uit het buitenland, vaak West-Afrika of Oost-Europa. Sommigen zijn vanwege oorlog of geweld in het thuisland op de vlucht geslagen en onderweg in handen gevallen van mensenhandelaren, die als aasgieren rondom de migratieroutes cirkelen. Anderen zijn via internet met valse beloftes naar Nederland gelokt; vaak zijn het homoseksuelen die in hun thuisland al met een been in de prostitutie stonden. Zij hebben al eens pornografisch materiaal gemaakt, of zitten op homochatsites. Hoewel ze weten dat ze in de prostitutie gaan werken, hebben ze geen idee in wat voor mensonterende omstandigheden ze terecht zullen komen. En dan zijn er nog de mannen als Gabriël, die zonder verblijfsvergunning in Nederland zijn en hier niet legaal kunnen werken. Gebrek aan geld, onderdak en een sociaal netwerk maakt ze afhankelijk en kwetsbaar voor misbruik.
Afrikaanse mannen het vaakst slachtoffer van uitbuiting

Deze grafiek laat de top vijf van herkomstlanden zien van de mannen die tussen 2014 en medio 2016 als mogelijk slachtoffer van seksuele uitbuiting zijn aangemeld bij het kennis- en registratiecentrum CoMensha. Het werkelijke aantal slachtoffers ligt veel hoger, blijkt uit nieuw onderzoek.

Rob van Loenen werkt als coach bij het Wereldhuis in Amsterdam, een organisatie die advies, eten en een luisterend oor biedt aan vluchtelingen en migranten zonder verblijfsvergunning. Alleen al in Amsterdam leven naar schatting 15.000 ongedocumenteerden. “Bijna honderd procent van de vrouwen hier is seksueel misbruikt”, zegt Van Loenen. “De kans is groot dat het onder mannen ook meer voorkomt dan we weten. Ongedocumenteerden zijn afhankelijk van hulp voor hun basisbehoeftes: iets te eten, een plek om te slapen, een warme douche, schone kleren. Door die kwetsbaarheid ligt misbruik altijd op de loer.”
Verreweg de meeste slachtoffers jonger dan dertig

Blijkt uit de gegevens van 83 mannen die tussen 2014 en medio 2016 als mogelijk slachtoffer van seksuele uitbuiting zijn aangemeld bij het kennis- en registratiecentrum CoMensha.

Afgewezen en alleen

Gabriël was veertien toen zijn oom hem eind 1996 op het vliegtuig naar Nederland zette. En hij was helemaal alleen. Gabriël vloog weg van de bloedige burgeroorlog in Liberia, en werd ondergebracht in een kleinschalige wooneenheid voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s) in Friesland. De eerste weken hoopte hij dag en nacht dat zijn ouders hem zouden ophalen. Later bleek dat ze waren vermoord, net als zijn broers en zussen. Zijn begeleiders omschrijven hem als “een gevoelige, zachte en eerlijke jongen”.

Na anderhalf jaar werd zijn asielverzoek afgewezen: de IND geloofde niet dat hij uit Liberia kwam. Het was een grote schok voor de jonge Gabriël. Hij had eindelijk verkering met een meisje uit Drachten waar hij al een jaar verliefd op was, en speelde voetbal bij de B-junioren van de Drachtster Boys. “Hij valt hier alleen uit de toon door zijn kleur, zijn voetbaltalent en zijn beleefdheid”, schreef een begeleider over hem. Omdat hij minderjarig was, werd hij voorlopig niet uitgezet. Gabriël vertrok naar Rotterdam en deelde daar een woning met vrienden.

"Alles wat je doet, komt uiteindelijk bij je terug."

Jarenlang wist hij zich te redden met het leefgeld dat hij als uitgeprocedeerde ex-AMA van de overheid ontving. Hij leidde een teruggetrokken, eenzaam bestaan. Mensen om hem heen kregen een verblijfsvergunning, of werden uitgezet. Sommigen belandden in de criminaliteit. Voor Gabriël was het een kwestie van zelfrespect dat je niet steelt en dat je, in zijn woorden, “met je hoofd omhoog blijft lopen”, ook al mag je niet werken en heb je nergens recht op. “Alles wat je doet, komt uiteindelijk bij je terug”, zegt hij. “Je moet zelf het voorbeeld geven van hoe je wilt dat mensen je behandelen, zodat je altijd trots op jezelf kunt zijn, wat er ook gebeurt.”

In 2005 stopte toenmalig minister Verdonk met de leefgeld-regeling voor uitgeprocedeerde alleenstaande minderjarige asielzoekers. Circa 4000 jongeren stonden illegaal en zonder hulp op straat. Opeens was Gabriël helemaal afhankelijk van andermans gastvrijheid. Hij had geen slaapplek meer. De laatste tijd had hij bij een vriend in Rotterdam gelogeerd, maar daar kon hij niet langer terecht. Dus toen Martin hem aansprak in het park, nam Gabriël zijn hulp maar aan. De 24-jarige Liberiaan stapte bij de onbekende man in zijn oude, rode Mercedes. Waar kon hij anders naartoe?

Deze serie is tot stand gekomen met financiële steun van Wijdoenmee.nu en het Matchingfonds van de Coöperatie.

Om privacyredenen gebruiken we in dit artikel niet de echte namen van Gabriël en Martin.

Deel 2: Echte mannen worden niet misbruikt

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons