‘De beste tijd van mijn leven was in een azc’

Theatermakers George en Eran,’een Jood en een Arabier’, spelen met hun verschillen.”Het is fantastisch materiaal om grappen over te maken.” Nu brengen ze het veelgeprezen ‘Woestijnjasmijntjes’, over een vader en dochter op de vlucht.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Je kunt vooroordelen alleen maar bestrijden door ermee te spelen. Dus reikten George Tobal en Eran Ben-Michaël elkaar vorig jaar tijdens het Gala van het Nederlands Theater de Gouden Davidster (voor de best betaalde jood in het kleine zalencircuit) uit en de Zilveren Bomgordel (voor de meest obscure autobiografische voorstelling van een Arabier). De Syrisch-Nederlandse Tobal en Israelisch-Nederlandse Ben-Michaël troffen elkaar toen ze samen in één broek (met drie pijpen) Rosencrantz en Guildenstern in Hamlet moesten spelen. “We dachten later: als een Jood en een Arabier samen in een broek passen, in vrede, dan moeten onze volken ook samen kunnen leven.” Dat was het startpunt voor het theaterduo George & Eran, dat na de succesvolle voorstelling ‘George en Eran lossen wereldvrede op’ nu de theaters ingaat met ‘Woestijnjasmijntjes’ een coproductie met De Toneelmakerij, over een vader en dochter op de vlucht, op zoek naar een veilige plek.

Nederlands theater: witte enclave of broedplek van ‘diverse’ experimenten?

Eran: “Wij willen dat de groep nieuwe Nederlanders zich meer weerspiegeld ziet in het theater. In de casting van acteurs, maar ook bij de medewerkers. De luiken gaan nu roestig open, maar zeker nog niet wagenwijd. Tofik Dibi zei ooit: ‘Als je je niet herkent in de ander, ga je twijfelen aan je eigen bestaan.’ Dat gebeurt in de Nederlandse samenleving op veel fronten. Er zit niet één donker iemand in de Tweede Kamer! Justin Trudeau maakte van zijn kabinet een exacte weerspiegeling bevolking. Vier Sikhs, twee mensen in rolstoel en evenveel vrouwen als mannen. ‘Want het is 2015’, zei hij. Dat is een mooi signaal.”

Een migrantenachtergrond in het theater : doem of goudmijn?

George: “Op de toneelschool heb ik geleerd dat je alles kunt spelen. Ook Hamlet of Macbeth. Als je afstudeert krijg je een shock: dat is niet de realiteit. Ik zou het willen, maar zelfs Othello wordt vaak door een blanke gespeeld.”

Eran: “Je zou zeggen wat maakt het uit, in het theater kunnen mensen uit Rusland en China broers zijn. We verzinnen het toch. De afspraak is: we creëren hier in anderhalf uur onze eigen werkelijkheid. Maar daarin is men in Nederland best wel conservatief. Mensen met een andere achtergrond worden bijna alleen maar voor stereotypes gevraagd of anders niet.”

George: “Wij besloten dat we met onze migrantenachtergrond verder wilden. Omdat het onze verhalen zijn. Wij kunnen ze het beste vertellen, voor een publiek dat anders niet naar het theater komt. Dat is een verantwoordelijkheid die je op je moet nemen.

Wij vinden het ook geinig om met de verschillen tussen elkaar te spelen. Iedereen zegt nu: we zijn allemaal gelijk, we moeten elkaar gelijkwaardig behandelen. Dat is niet waar. Verschillen moet je benoemen, dan pas kom je tot elkaar. En het is fantastisch materiaal om grappen over te maken.”

Mensen met een andere achtergrond worden bijna alleen maar voor stereotypes gevraagd of anders niet

Humor: splijtstof of middel tot verzoening?

Eran: “Wij roepen soms heftige reacties op. Zeker tijdens de hoogtijdagen van de vluchtelingencrisis en tijdens de aanslagen in West-Europa. ‘George & Eran lossen wereldvrede op’ spelen we nu een paar jaar. Ik merk wel dat er nu anders wordt gereageerd dan in het begin, het is allemaal dichterbij gekomen. Mensen voelen nu
brandwondjes op hun huid. Ook over aanslagen moet je grappen kunnen maken. Humor is tragedie plus tijd. De timing, daar kan de humorist zijn meesterschap in bewijzen. George kent mensen die dierbaren hebben verloren tijdens ‘nine eleven’. Toch kun je daar al weer humor op loslaten. Het scheelt ook dat het over ons gaat, we drijven de spot met onszelf. Het ligt anders als je het bijvoorbeeld over Surinamers hebt. Dan hebben we veel minder speelruimte. En je moet humor mengen met ernst, dat brengt mensen in verwarring, waardoor ze zich er actiever toe gaan verhouden.”

George: “Zelfspot zit verweven in de joodse cultuur. In de Arabische wereld neemt de humor altijd een omweg, die is nooit expliciet in je gezicht.”

Eran: “Een documentaire over joodse humor speelt met het idee van de Joden als ‘chosen people’: dear God, next time please choose someone else. “

Inzet van vrijwilligers voor vluchtelingen: hartverwarmend of verstikkend?

George: “Onze voorstelling ‘De vlucht van een granaatappel’ speelden we ook voor asielzoekers. Op een gegeven moment vragen we aan de zaal: is er iemand in het met een trauma? Dan staat een Nederlandse vrouw op die asielzoekers onder haar hoede had genomen. Jaja, roept ze, met grote gretigheid.
Na afloop vroeg ik aan wat Syriërs, in het Arabisch: hoe gaat het met jullie? In eerste instantie krijg je een beleefd antwoord. Toen vroeg ik: word je niet gek van al die betutteling? ‘Ja man’, zeggen ze dan, ‘ik word gek, kan niet eens ademen. Ik word overal mee naartoe genomen en moet telkens mijn vluchtverhaal vertellen.’

Het is hip geworden, iedere Nederlander heeft inmiddels twee huisvluchtelingen. Ik zeg ze: ‘Uit mijn eigen ervaring weet ik dat het 17 jaar duurt, dan komt een nieuwe lichting oorlogsslachtoffers die alle aandacht krijgt.’
Ik vind het heerlijk om met verwachtingen te spelen. Ik zeg ook: ‘Het was geen droomplek, maar ik weet dat de beste tijd van mijn leven in een azc was.’ Dat vind ik ook oprecht. Maar daar krijgen mensen kortsluiting van.”

George en Eran vertellen in hun eigen woorden ‘verhalen die in een veranderend Nederland de urgentie hebben om verteld te moeten worden. Verhalen die kloppen aan de poorten van ons land, onze stad en onze buurt en een vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van onze Nederlandse cultuur. Verhalen die door ons bloed stromen. Verhalen die iedereen meemaakt en die iedereen aangaan’.
George & Eran Producties maakt deel uit van in de meerjarige activiteiten regeling van het Fonds Podiumkunsten en wordt tot en met 2020 structureel gesubsidieerd. Ze opereren vanuit Theater de Meervaart in Amsterdam.
George Elias Tobal (1986) werd geboren in Aleppo, Syrië. In 1999 vluchtte hij naar Nederland. Hij studeerde af aan de Amsterdamse Toneelschool. Dit jaar ontving hij samen met Majd Mardo een Gouden Kalf voor zijn rol als Syrische vluchteling in de tv-film Jungle.
Eran Ben-Michael (1982) is de zoon van een Roemeense moeder en een Israelische vader. Hij studeerde in 2004 af aan de Amsterdamse Toneelschool. Naast zijn werk met George Tobal zoals George en Eran lossen de wereldvrede op en Vlucht van een granaatappel onderscheidde hij zich onder meer door de regie van ‘Lenny’ over Lenny Bruce – uitvloeisel van een tweejarige subsidie binnen de Nieuwe Makerregeling van het Fonds Podiumkunsten.
Op dit moment brengen ze de jeugdvoorstelling Woestijnjasmijntjes.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons