Als een speelbal door Nederland

Met de kabinetsplannen voor het Nederlandse integratiebeleid krijgen nieuwkomers niet meer direct toegang tot de zogeheten verzorgingsstaat, ‘om hen administratieve lasten te ontnemen’. Vluchtelingenwerk vind de plannen echter in strijd met het internationale vluchtelingenrechten. Hoe ziet het er nu uit en wat gaat er in de praktijk veranderen?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Joël Voordewind van de ChristenUnie (CU) nam deel aan de onderhandelingen. Hij noemt het nieuwe integratiebeleid een ‘ontzorg- en activeringsmodel’. “Men hoeft geen huur- en zorgtoeslag en uitkering meer aan te vragen. Dat gaat de gemeente doen. Statushouders krijgen onderdak en leefgeld. Dus het ontneemt hen de administratieve last.” Dat klinkt misschien fijn, maar volgens Rick van de Burg van Vluchtelingenwerk is het afschaffen van toeslagen en minder leefgeld “in strijd met de rechten van vluchtelingen”. Voordewind houdt een slag om de arm: “Het is nog onduidelijk hoeveel leefgeld er gaat komen, maar ze gaan er ten opzichte van de huidige vergoedingen niet op achteruit.”
Laat het nieuwe kabinet het Vluchtelingenverdrag links liggen? In het regeringsakkoord staat:

“Het internationale asielrecht is gebaseerd op het VN Vluchtelingenverdrag uit 1951. Dat blijft ook het kader voor dit kabinet. Maar de aard en omvang van de wereldwijde asielmigratie is in de afgelopen decennia drastisch veranderd. Het kabinet laat daarom onafhankelijk onderzoek doen of en zo ja op welke wijze het verdrag bij de tijd moet worden gebracht om een duurzaam juridisch kader te kunnen bieden voor het internationale asielbeleid van de toekomst.”

Zowel de CU als D66 blijven benadrukken dat niemand erop achteruit gaat. Jelgers Zee (D66) vertelde OneWorld: “Natuurlijk blijft het niveau van sociale voorzieningen op hetzelfde niveau.”

De CU benadrukt dat het de bedoeling is om vanaf nu nieuwkomers zo snel mogelijk uit AZC’s te halen wanneer zij een status hebben gekregen. Veel vrijheid om te kiezen waar ze komen te wonen, hebben nieuwkomers niet. “Met een verdeelsleutel worden mensen door het COA verspreid over gemeentes in Nederland, en de gemeentes wijzen een woning toe”, aldus Voordewind. Er zal “enige flexibiliteit” nodig zijn: ook omgebouwde kantoren kunnen als woning worden ingezet. Dit gebrek aan keuze waar je als vluchteling terechtkomt, is overigens niet nieuw.

Wachten op een woning

De Syrische Ali N. (21) is sinds eind 2015 in Nederland en vertelt over zijn ervaringen met het huidige integratiebeleid. In zijn eerste jaar in Nederland heeft hij veel AZC’s en steden gezien, hij werd om de maand verplaatst: van Ter Apel naar Wassenaar naar Deventer, Zaanstad, Alkmaar en Amsterdam. “Dat was niet fijn”, vertelt hij, “elke keer moet je aan een nieuwe omgeving wennen en dat duurt een tijdje.” Hij is niet de enige. Ismail (33) uit Iran heeft de afgelopen twee jaar op wel twintig plekken gewoond. “De vrienden die ik in de AZC’s maakte, verhuisden niet mee. Dat maakt me erg eenzaam.”

Omdat Ali uit Syrië komt, kreeg hij redelijk gemakkelijk asiel. “Toen moest ik wachten op mijn identiteitskaart en in welke stad ik terecht zou komen. Ik heb als voorkeur Amsterdam aangeven, omdat veel vrienden daar wonen. Dat is gelukt.” Hij is blij in de stad te wonen. In Syrië woonde hij in Latakia, een grote havenstad aan de Middellandse Zee, en hij houdt van het bruisende leven in grote steden. “Er zijn voor jonge nieuwkomers veel mogelijkheden voor opleidingen, school en werk. Bovendien leer je veel nieuwe mensen kennen en de taal spreken.”

Jongeren willen niet graag in een dorp wonen. Als nieuwkomer moet je maar net geluk hebben dat je een huis in een grote stad krijgt toegewezen.

Imran (19), een vriend van Ali die ook in Amsterdam woont, vertelt hoe moeilijk hij het vond in het AZC in het kleine Heerhugowaard, waar iedereen om zes uur ’s avonds al thuis was. “Ik voelde me erg alleen. Jongeren willen niet graag in een dorp wonen, en als nieuwkomer moet je maar net geluk hebben dat je een huis in een grote stad krijgt toegewezen.” Dat zal met het nieuwe integratiebeleid niet veranderen, waardoor nieuwkomers ook de komende jaren als een speelbal door Nederland kunnen worden gerold.

Integreren via YouTube

Behalve over ‘ontzorging’ behandelt het regeerakkoord ook de integratie. Ali vertelt dat zijn officiële integratie pas begon een paar maanden nadat hij zijn status had gekregen. Hij deed een zesdaagse cursus bij het bedrijf Implacement Projecten. Zij hebben een taal- en oriëntatieprogramma ontwikkeld voor vluchtelingen om ‘de Nederlandse kernwaarden’ over te brengen en hen te helpen hun om een weg te vinden in de publieke sfeer in Nederland. “Voor mij was dat eigenlijk een jaar te laat. Ik heb vanaf het moment dat ik in Nederland was, via YouTube allerlei filmpjes – verteld door migranten in het Arabisch! – bekeken en daardoor zelf ontdekt wat verkeersregels zijn en hoe mensen hier in hun auto’s rijden.” De kabinetsplannen reppen niet van een eerdere start van dit integratietraject.

Commerciële taalscholen

Momenteel heeft Ali drie keer per week 2,5 uur Nederlandse les. Dat is erg weinig en hij wil graag sneller leren. “Het COA zegt dat ze het te druk hebben, dus heb ik overal in mijn omgeving om hulp en taalcoaches gevraagd.” De nieuwkomers moeten momenteel zelf een taalschool uitzoeken, maar daarmee hebben veel migranten slechte ervaringen. “De meeste scholen willen alleen geld, en geven weinig ondersteuning”, volgens Ali en zijn vrienden beamen dit. Anders dan in overige Europese landen zijn in Nederland de taalscholen voor vluchtelingen geprivatiseerd. Om de taallessen te betalen, moeten ze geld lenen bij de overheid. Wanneer ze in drie jaar de eindtoets halen en ze een asielstatus hebben, wordt de lening kwijtgescholden. Zo niet, moeten ze het zelf terugbetalen. Hoe? “Geen idee.”

De meeste taalscholen willen alleen geld, en geven weinig ondersteuning

Volgens CU-politicus Voordewind is het nog niet duidelijk of deze lening blijft bestaan. “Dat moet eerst met de gemeentes worden besproken.” Het ziet er niet naar uit dat er meer geld vrijkomt om nieuwkomers te begeleiden bij hun eerste tijd in Nederland. Dus hoe en óf er ‘meer hulp bij integratie’ komt, zoals aangegeven in de kabinetsplannen, blijft onzeker.

Wat er wel gaat veranderen door de ‘ontzorgingsmethode’ is deels “nog onduidelijk” en deels in strijd met het Internationale Vluchtelingenrecht. Zo lijken nieuwkomers voorlopig nog een speelbal van de Nederlandse regering te blijven.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons