Voor veel mensen betekenen verkiezingen: de grootste partij krijgt het voor het zeggen. Maar in een coalitiesysteem werkt dat anders; de grootste partij mag doorgaans als eerste proberen een coalitie te vormen, maar als dat niet lukt kunnen kleinere partijen samen een meerderheid smeden. Soms laten partijen al van tevoren weten niet met een bepaalde partij samen te willen werken. Maar wat als net dié partij de grootste wordt?
De helft van de Nederlanders vindt het ondemocratisch om een politieke partij uit te sluiten. Maar klopt het? Is het uitsluiten van de partij die de grootste wordt in de verkiezingen ondemocratisch?
Wat is ‘democratisch’?
De belangrijkste kenmerken van een democratie zijn: een volksvertegenwoordiging, bijvoorbeeld een parlement, een grondwet, eerlijke verkiezingen, politieke gelijkheid, een maatschappelijk middenveld (denk aan vakbonden en andere belangenorganisaties of ngo’s), vrije pers, bescherming van de vrijheid van burgers en een scheiding der machten (parlement, regering en rechterlijke macht). ‘De grootste partij bepaalt’ is géén kenmerk van de democratie.
Mensen die beweren dat uitsluiting ondemocratisch is, leunen hevig op het idee dat de grootste partij het voor het zeggen moet krijgen. Zo stelde oud-GeenStijl hoofdredacteur Bart Nijman in de Telegraaf dat het uitsluiten van de PVV ondemocratisch is omdat daarmee de stem van de meerderheid genegeerd wordt. Wat dus niet zo is, omdat de grootste partij niet per definitie een meerderheid kan vormen. Toch spreken ook opiniemakers als de uiterst rechtse Raisa Blommestijn van Ongehoord Nederland en voormalig voetbalcommentator en PVV-stemmer Jack van Gelder er schande van.
Ook radicaal-rechtse kiezers vinden dat het uitsluiten van Wilders als coalitiepartner niet aansluit bij ‘wat de meerderheid wil’. Voor zes op de tien PVV-stemmers staat democratie gelijk aan de wil van de meerderheid. Voor de FvD is dat de helft en voor BBB vier op de tien. Volgens opinieonderzoek van Ipsos I&O en NRC zijn vooral uiterst rechtse stemmers van BBB, JA21, PVV en FVD ontevreden over de democratie. Enerzijds wijzen ze op het uitsluiten van Wilders als coalitiepartner en anderzijds op migratiebeleid dat volgens hen tegenstrijdig is aan ‘wat de meerderheid wil’.
Deel dit
‘Wilders’ ideeën vinden weinig weerklank buiten zijn eigen partij’
“Maar welke meerderheid?”, vraagt Rachid Azrout, onderzoeker en universitair docent politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam, zich af. “Wilders heeft geen 76 zetels. 1 Andere partijen kunnen net zo goed samen een meerderheid vormen.” Azrout wijst op het poldermodel. “In Nederland zijn we gefocust op het zoeken van consensus met gelijkgezinde partijen”, zegt hij. “Waar Wilders ontzettend populair is onder zijn eigen kiezers, vinden zijn ideeën daarbuiten weinig weerklank.” Volgens Azrout is het dan niet gek dat andere partijen samen een meerderheid proberen te vormen.
Ideologisch argument
Hoewel de PVV buitenspel zetten feitelijk dus niet betekent dat je de opvattingen van een meerderheid uitsluit, zijn er ideologische redenen voor uiterst rechts om dat argument te blijven herhalen. “In rechtspopulistische ideologie staat de autoritaire leider centraal”, zegt Azrout. “Die wordt gezien als een spreekbuis van de wil van het volk.” Wie in radicaal-rechtse ideologie onder ‘het volk’ valt, wordt bepaald door nativisme, een fictief onderscheid tussen de ‘echte’ Nederlander en de ‘bedreigende’ vreemdeling. Bovendien kan ook de zogenaamde ‘elite’ volgens rechtspopulisten nooit de stem van het volk vertolken. Hoewel er sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw geen progressieve regering is geweest, behoren vooral linkse politici volgens Wilders tot die elite. Maar zelfs als Wilders 27 zetels haalt, dan zijn er dus nog 123 zetels in handen van partijen die óók het volk vertegenwoordigen.
De grootste partij zijn staat niet gelijk aan ‘de meerderheid hebben’ of ‘het volk vertegenwoordigen’, maar er is nog een bezwaar tegen het idee dat uitsluiten ondemocratisch is. “De democratie gelijkstellen aan ‘de meerderheid regeert’, is een versimpeld idee van de democratie zoals wij die hebben”, stelt Tamar de Waal, universitair hoofddocent Rechtsfilosofie en Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam. Ze beaamt dat democratie gaat over meerderheidsbesluiten, maar de democratie staat niet los van de rechtsstaat. “En die verwijst naar kernprincipes die tegenwicht bieden”, zegt ze. “Die gaan bijvoorbeeld over het beschermen van minderheden.”
Deel dit
‘Je behoort nooit op alle vlakken van je identiteit tot de meerderheid’
“Meerderheden moeten zich ervan bewust zijn dat ze de overhand hebben in allerlei contexten en dat grondrechten snel in de verdrukking komen”, vindt de Waal. Een andere goede reden om rekening te houden met zowel de meerderheid als de minderheid, is volgens haar dat een democratische meerderheid in de toekomst een minderheid kan zijn. “Verder behoor je nooit op alle vlakken van je identiteit tot een meerderheid, zo kun je bijvoorbeeld tot de economische middenklasse horen, zoals de meerderheid, maar tegelijkertijd op mensen van hetzelfde geslacht vallen.” Daarom is het belangrijk dat ook de rechten van minderheden door de rechtsstaat gewaarborgd blijven, legt De Waal uit.
De rechtsstaat doet dat onder meer door ‘de scheiding der machten’. Dat houdt in dat er een wetgevende macht is: de Eerste en Tweede kamer; een uitvoerende macht: de regering; en een rechtsprekende macht: rechtbanken en gerechtshoven. Daardoor kan de regering in theorie niets uitvoeren zonder goedkeuring van de Tweede en de Eerste Kamer. Rechters controleren vervolgens of die wetten juist worden nageleefd en voldoen aan internationale verdragen. Zo besloot de rechter bijvoorbeeld dat Nederland geen mensen die vluchten voor oorlog en geweld mag terugsturen naar Italië, want hun asielopvang is daar mensonterend – ook al hadden de regering en de meerderheid van de Tweede Kamer daar geen bezwaar tegen.
Anti-rechtsstatelijk
Onlangs stelde de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) vast dat het huidige verkiezingsprogramma van de PVV ongeveer dertig anti-rechtsstatelijke voorstellen heeft. De partij wordt slechts ingehaald door het extreemrechtse Forum voor Democratie. Zo pleit de PVV bijvoorbeeld voor het opzeggen van het VN-Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De NOvA beoordeelt dat als anti-rechtsstatelijk omdat het voor de wetgever een barrière weghaalt die kan voorkomen dat mensenrechten geschonden worden.
“In een coalitiesysteem is het uitsluiten van bepaalde radicale – bijvoorbeeld anti-rechtsstatelijke – partijen juist een buffer om de democratische rechtsstaat te beschermen”, zegt De Waal. “Het is een wezenskenmerk van de democratie dat die door democratisch verkozen partijen afgeschaft kan worden.” Een voorbeeld van een strategie om dat te voorkomen is een cordon sanitaire, oftewel het stelselmatig uitsluiten van politieke samenwerking met een partij – vaak om ideologische redenen. In België bestaat het bijvoorbeeld al sinds 1992. Het Vlaamse Parlement voerde een resolutie in, dat landelijke Vlaamse partijen geen wetgeving goedkeuren van het extreemrechtse Vlaamse Belang (VB) of een coalitie met ze vormen op nationaal en lokaal niveau.2
Deel dit
‘Ruime minderheden schorten moeiteloos democratische principes op’
“Als je aan mensen vraagt of ze voor democratie en rechtsstaat zijn, zegt vrijwel iedereen ja”, zegt De Waal. “Maar tegelijkertijd hebben ruime minderheden, denk aan percentages rond de 30 of 40 procent, er geen moeite mee om rechtsstatelijke en democratische principes en waarborgen op te schorten. Bijvoorbeeld als politieke of juridische beslissingen ze niet zinnen of als het gaat om grondrechten van politieke tegenstanders.”
Democratie in het dagelijks leven
Een kwart tot een derde van alle Nederlanders staat zelfs open voor niet-democratische middelen bij het oplossen van ‘urgente’ problemen, blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Bijvoorbeeld door geldende wetten op te schorten, oppositiepartijen (tijdelijk) aan banden te leggen, rechterlijke vonnissen terzijde te schuiven of de regering die het parlement negeert. Zo vinden 9 op de 10 PVV’ers dat het kabinet asielmaatregelen moet kunnen nemen zonder akkoord van de Eerste en Tweede Kamer.
Volgens De Waal is de oplossing dat we de democratie en de rechtsstaat weer deel laten uitmaken van onze maatschappelijke en politieke traditie. “We moeten de democratie veel meer vast onderdeel laten zijn van ons dagelijks leven, van het publieke debat, en van de arbeidsmarkt en scholen”, bepleit ze.
- De Tweede Kamer heeft 150 zetels, dus vanaf 76 heeft een partij of coalitie een meerderheid ↩︎
- Goed om te vermelden: partijen die puur op lokaal niveau opereren en de resolutie dus niet hadden ondertekend, zijn wel coalities met VB aangegaan. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand








