Achtergrond

‘Ik heb contact met Nederlanders nodig’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Zaher leunde uit het raam en zag Annet zoekend door de buurt gaan – de Rotterdamse Vreewijk. Zij was op zoek naar gratis internet en hij had een internetaansluiting. Zo werd het contact gelegd en nu vertelt Syrische vluchteling Zaher in het Gemaal op Zuid – hartje Afrikaanderwijk – over zijn leven.

Meer dan asielzoeker

Zahers verhaal maakt deel uit van een heus project, De Voorkamer. Annet van Otterloo programmeerde het, als projectmedewerker van de Afrikaanderwijk Coöperatie, en social designer Pim van der Mijl bedacht het en voerde het uit. Het idee: vluchtelingen in contact brengen met buurtbewoners, leden van de Coöperatie en bezoekers van de aanpalende Architectuur Biënnale door ze een ‘beeldende biografie’ op te laten stellen. Van der Mijl levert ze foto’s met ingetekende mannetjes en vrouwtjes die voor hobby’s of andere onderscheidende kenmerken staan. Aan de hand daarvan doen ze hun verhaal. Het laat zien, zegt Van der Mijl, dat ze méer zijn dan alleen ‘asielzoeker’.

De Afrikaanderwijk Coöperatie stelt zich ten doel de 'kracht van Rotterdam Zuid zichtbaar te maken door te investeren in betrokken bewoners en ondernemers'. De Cooperatie is een initiatief van stichting Freehouse van kunstenares Jeanne van Heeswijk en hoort tot de 'changemakers'van het nieuwe urbane netwerk/ community TwentyOne van MVO Nederland dat complexe stedelijke vraagstukken te lijf wil gaan.

 

Syriër Moutaz vertelt vandaag bij de presentatie van zijn foto’s dat hij gedichten schrijft ‘om kritiek te leveren op wat er in de wereld gebeurt’, dat hij gerechten bedenkt, en van snelle auto’s houdt. Hij omschrijft zichzelf als 'handig' en ‘voor 80 procent zelfvoorzienend’.
Ook Zaher vertelt dat hij zijn fiets heeft gerepareerd ‘en alles in mijn huis’. Hij kan bovendien goed zwemmen en bouwen.

Even later, op de binnenplaats van het Gemaal, maakt Zaher duidelijk hoe belangrijk dit soort bijeenkomsten voor hem zijn. Oktober 2013 belandde hij in Nederland, min of meer bij toeval, op een vals paspoort. Een jaar later verhuisde hij vanuit azc Dronten, met status en met vrouw, naar Rotterdam. De taal leren is ‘difficult’, zegt hij in zijn typerende mix van Engels en Nederlands, maar de ‘key for everything’. In Syrië werkte hij als HR-manager op het ministerie voor Communicatie, maar ”I can’t work as ambtenaar hier”.
Hier zou hij vanwege zijn gebrekkige Nederlands alleen aan de slag kunnen als automonteur, of in de elektrotechniek. “Ik kan de taal best snel leren als ik goede begeleiding krijg. Nu heb ik drie dagen in de week 2,5 uur les, maar daarna spreek ik geen Nederlands meer. In mijn buurt wonen vooral oudere mensen die je nauwelijks op straat ziet, en met wie je dus geen praatje kunt maken. Ik heb contact met Nederlanders nodig en ik moet de Nederlandse maatschappij leren kennen. Als ik zou kunnen werken, schiet het pas echt op. Ik hoop dat de Nederlandse overheid zich daarvoor inspant. Dat is in haar en mijn belang.”

I can’t work as ambtenaar hier

Zaher zou wel terug willen, in Syrië ligt zijn hart, maar hij ziet het niet snel gebeuren. “Als Bashar Assad van het toneel verdwijnt, staan er weer nieuwe Bashars op. Ik had mijn leven mooi uitgestippeld, maar dat is nu allemaal doorkruist.” Het kind dat zijn vrouw Alaa in haar buik draagt, zal in ieder geval een Rotterdammertje worden.

“De samenleving isoleert vluchtelingen eerst in azc’s, om vervolgens te verlangen dat ze voluit meedoen als ze een status hebben”, zegt Annet van Otterloo. “Dat wringt. De Afrikaanderwijk Coöperatie is het netwerk dat nieuwkomers bij de buurt kan betrekken.”

Ontmoetingsplek

De Voorkamer is maar een van de projecten binnen de Coöperatie, maar hij past heel goed vanwege de ontmoeting van ontwerpers, kunstenaars en buurtbewoners in de openbare ruimte. De befaamde Afrikaandermarkt speelt een belangrijke rol, zegt Van Otterloo, als ‘klassieke agora’, ontmoetingsplek. Een van de eerste Freehouse projecten van grondlegger Jeanne van Heeswijk was de Markt van Morgen, waarbij ontwerpers probeerden het marktaanbod en -presentatie te vernieuwen. Sommige van de driehonderd ‘kleine interventies’ bleken lastig uitvoerbaar – voor een modeshow op de markt en het bereiden van verse sappen ontbraken de vergunningen – maar  met het kunstbudget werd de kans op boetes afgedekt. “ We benaderde het als projectkosten – zo gaven we onszelf ruimte voor burgerlijke ongehoorzaamheid.”

De samenleving isoleert vluchtelingen eerst in azc’s, om vervolgens te verlangen dat ze voluit meedoen als ze een status hebben

Gaandeweg evolueerde wat als stichting Freehouse begon in de Afrikaanderwijk Coöperatie, met als doelstelling de kwaliteiten van de Afrikaanderwijk zichtbaar te maken door ze te promoten en ‘talentgestuurde werkgelegenheid’ te creëren. Leden zijn lokale ondernemers en enkele coöperatieve werkplaatsen die Freehouse opzette. Zo is er een Wijkkeuken, waarbij vrouwen met een diverse achtergrond zich in de catering gingen bekwamen, en een Wijkatelier.  “Als je voor een bruiloft met honderd gasten kunt koken, of een bruidsjurk kunt naaien, dan kun je ook voor ontwerpers produceren”, aldus Van Otterloo. Voor de ontwerpers is het vakmanschap van de vrouwen heel nuttig. “Afgestudeerden van mode-opleidingen kunnen nog weinig zelf produceren.”

Niet biologisch, wel duurzaam

De nieuwste – succesvolle – activiteit is SCHOON, de lokale schoonmaakdienst van de Coöperatie. Ze sleept de schoonmaakklus van de Architectuur Biënnale in de wacht, reinigt de portieken van verhuurder Vestia, en maakt binnenkort ook de Afrikaandermarkt schoon. Dat is een mooi voorbeeld van ‘meervoudige waardecreatie’, zegt Van Otterloo. Om 12 uur ’s middags beginnen de schoonmakers al afval te prikken– anders dan de medewerkers van de gemeentelijke Roteb Reiniging die pas bij het scheiden van de markt kwamen. Daardoor blijft de markt proper en kunnen de schoonmakers ook als gastheren en –dames van de markt dienen. Het afval wordt gescheiden en de overschotten van de markt worden verzameld om verspilling te voorkomen. Lokale ondernemer en coöperatielid Rotterdamse Confituur heeft al belangstelling getoond voor het zachte fruit. “Normaal werken ze met biologisch fruit, en kost een potje 6 euro. Dit fruit is niet biologisch, maar het is wel duurzaam dat het niet wordt weggegooid. Door de vriendelijke prijs is het ook betaalbaar voor meer mensen in de wijk.”
Het past allemaal mooi bij het motto van de IABR, de ‘next economy’. “Daar zijn wij op onze manier al jaren mee bezig. We proberen lokale geldstromen ten goede te laten komen aan de bewoners zelf.”

Vanmiddag wordt het ‘Nederlandse’ element in de ontmoeting met de vluchtelingen verzorgd door ontwerpende vrienden van Pim van der Mijl. De nieuwe middenklassers, de bewoners van de dure appartementen in Katendrecht en de Kop van Zuid, weten de weg naar de Afrikaanderwijk Coöperatie nog maar mondjesmaat te vinden. Van Otterloo: “Je ziet ze nu wel langzamerhand op de markt verschijnen. Maar de Nederlanders moeten nog echt integreren, ja.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons