Zes vragen over verrijkt voedsel

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

Wat is verborgen honger?

Wereldwijd hebben 1,017 mensen honger, dat is een op de zes wereldburgers. Daarnaast krijgen naar schatting 2 miljard mensen te weinig vitamines en mineralen binnen omdat ze, al dan niet noodgedwongen, een eenzijdig dieet volgen. Dit tekort aan micronutriënten noemen we verborgen honger. Wie te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, ontwikkelt een minder goed immuunsysteem en is makkelijker vatbaar voor ziektes als diarree, mazelen en malaria.

Millenniumdoel 1

Het uitbannen van honger staat hoog op het prioriteitenlijstje van de Verenigde Naties, de millenniumdoelen. In 2015 moet het percentage mensen dat honger lijdt, zijn gehalveerd. millenniumdoel1130In 1990 was eenderde van alle kinderen onder de vijf ondervoed. In 1990 lag het percentage ondervoede kinderen (onder de vijf jaar) in ontwikkelingslanden op 33 procent. In 2006 was dit percentage gedaald naar 26 procent. Ondanks deze winst zal bij een onveranderd tempo de doelstelling niet worden gehaald in 2015. Daar komt nog bij dat als de wereldwijde economische crisis doorzet, ook de winst van de laatste jaren dreigt te verdwijnen.

IJzergebrek veroorzaakt bijvoorbeeld bloedarmoede, hierdoor groeien kinderen minder snel en zijn ze vatbaarder voor ziektes. Bij vrouwen lijdt bloedarmoede tot een grotere sterfte in het kraambed.

Een tekort aan vitamine A is in Afrika en Zuidoost-Azië een belangrijke veroorzaker van blindheid bij kinderen en maakt kinderen daarnaast ook vatbaarder voor ernstige ziektes. Een tekort aan jodium kan gevolgen hebben voor de geestelijke ontwikkeling van kinderen. Wie te weinig zink binnenkrijgt, kan een groeistoornis ontwikkelen. Goede voeding is niet alleen een belangrijke bouwsteen voor een gezond lijf en geest maar ook voor de ontwikkeling van landen. Kinderen die ondervoed zijn, of dat zijn geweest, kunnen immers minder goed leren en zijn minder productief. De jaarlijkse schade van ondervoeding voor de economieën van ontwikkelingslanden wordt door Unicef geraamd op 20 tot 30 miljard dollar.

 

Wat is verrijkt voedsel?

Wetenschappers zijn al jaren bezig om het probleem van verborgen honger aan te pakken. Als we nou aan bepaalde producten die veel op de menukaart staan zoals rijst, bonen, maïs en margarine extra vitamines en mineralen toevoegen dan kunnen we de wereldbevolking gezonder maken is daarbij de gedachte. En soms heeft dat succes. Toen bleek dat Nederlanders te weinig jodium binnenkregen, werd het voor bakkers in 1942 verplicht om brood te bakken met zout waaraan jodium is toegevoegd. Een van de bekendste voorbeelden van verrijkt voedsel voor ontwikkelingslanden is de zogenoemde Gouden Rijst. Aan deze rijst is door middel van genetische manipulatie extra vitamine A toegevoegd. Behalve met rijst wordt er in grote landbouwonderzoeksinstituten en bij voedingsmultinationals ook geëxperimenteerd met bonen, cassave, maïs en andere landbouwproducten waar nuttige sporen en elementen aan worden toegevoegd.

Daarnaast zijn er kant en klare producten ontwikkeld met extra vitaminen en mineralen. Het Franse voedingsbedrijf Danone ontwikkelde bijvoorbeeld samen met de Grameen bank, bekend van de microkredieten, voor arme kinderen uit Bangladesh Shoktidoi, een yoghurtje waaraan extra calcium, zink, ijzer, jodium en vitamine A zijn toegevoegd.

danone bangladesh
De melk voor de verrijkte
yoghurtjes van Danone in
Bangladesh komt van
kleine boeren die hun
koeien dankzij microkrediet
konden aanschaffen.

Ook Nederlandse bedrijven timmeren aan de weg. DSM is behalve eigenaar van NutriRice, rijstkorrels waar extra vitaminen en mineralen aan zijn toegevoegd, ook de maker van MixMe, kleine zakjes met een mix van mineralen en vitaminen die aan het dagelijkse voedsel worden toegevoegd en die het concern ter beschikking stelt van voedselhulpprogramma’s. AkzoNobel ontwikkelde ferrazone, een ijzersupplement dat onder andere wordt toegevoegd aan sojasaus in China en aan vissaus in Vietnam en Indonesië. Unilever bracht in Kenia en Ghana Anapurna op de markt, zout met extra jodium. Deze drie Nederlandse multinationals richtten onlangs met steun van Gain, Wageningen Universiteit en het ministerie voor ontwikkelingssamenwerking, het Amsterdam Initiative on Malnutrition op, een samenwerkingsverband dat zich als doel heeft gesteld om het aantal ondervoede mensen in Afrika met 100 miljoen mensen te verminderen.

 

Werkt het?

Voordat de vondsten uit de laboratoria ook daadwerkelijk in de praktijk kunnen worden gebracht moeten vaak nog de nodige hordes worden genomen. De met veel gejubel onthaalde gouden rijst bleek al snel toch een beetje tegen te vallen. Zo viel de hoeveelheid vitamine A die je door het eten van de rijst binnenkrijgt, nogal tegen; om voldoende vitamine A binnen te krijgen zou je zo’n twee tot tien kilo gouden rijst per dag moeten eten. Recente varianten van de rijst bevatten inmiddels een veel hoger gehalte aan vitamine A maar dan nog kleven er nadelen aan de vondst.

golden rice
De gouden rijst wordt geel
omdat er betacaroteen
aan wordt toegevoegd.

Vitamine A wordt voornamelijk opgenomen wanneer het in combinatie met vetten wordt gegeten en vetten zijn voor arme mensen meestal geen dagelijkse kost. Greenpeace ziet de wonderrijst als een manier voor voedselconcerns om genetisch gemanipuleerde gewassen geaccepteerd te krijgen. Bovendien was er kritiek op de testmethode. Een aantal wetenschappers uitte bezwaren tegen een experiment waarbij jonge kinderen (van 6 tot 12 jaar) in China en Amerika de gemodificeerde rijst te eten kregen zonder dat deze eerst was uitgetest op dieren.

 

Ook het toevoegen van ijzer aan voeding is niet per definitie goed. Wetenschappers ontdekten namelijk dat als ijzer in de vorm van fijn poeder aan het meel van graan en maïs wordt toegevoegd, wat in sommige landen in Afrika en Azië verplicht is, het niet door het lichaam wordt opgenomen. Maïsmeel waarin ijzer als organische verbinding was verwerkt, leverde wel betere ijzerwaarden op.

 

 

Heeft het Zuiden een stem in de ontwikkeling van verrijkt voedsel?

Onderzoek naar het verrijken van voedsel wordt nog te veel verricht vanuit ivoren torens”, vindt Michiel Korthals, hoogleraar toegepaste filosofie aan de Wageningen Universiteit. “Er is nog te veel sprake van een topdown benadering. Hoe goed de intenties misschien ook zijn, wetenschappers luisteren te weinig naar de wensen van de boeren die die verrijkte gewassen uiteindelijk moeten gaan telen en naar de mensen die die producten uiteindelijk moeten gaan kopen. Boeren die versleutelde gewassen op de markt brengen, moeten wel de garantie hebben dat hun product ook gekocht wordt. En als cassave of maïs een iets ander uiterlijk heeft, dan is de kans groot dat consumenten het laten liggen. Als je echt iets wilt bereiken dan zul je er ook voor moeten zorgen dat het aan het eind van de schakel goed ontvangen wordt.” Ook andere factoren kunnen er volgens Korthals voor zorgen dat het opgepepte voedsel lang niet altijd bij de juiste personen terechtkomt. “In Peru werd er bijvoorbeeld op een gegeven moment verrijkt melkpoeder uitgedeeld. Maar dit poeder kwam in handen van corrupte politici, alleen als je beloofde om op een bepaalde kandidaat te stemmen, kreeg je het melkpoeder.”

ACD Systems Digital Imaging
De zakjes MixMe bevatten
mineralen en vitaminen
die aan de maaltijd kunnen
worden toegevoegd. Foto:DSM

“Voeding heeft ook een culturele component”, vult Guido Ruivenkamp , universitair hoofddocent sociologie aan de Wageningen Universiteit aan. “In Latijns-Amerika hebben ze wel eens vitaminerijke koekjes uitgedeeld vanuit de gedachte een koekje bij de thee. Maar die gewoonte hebben wij hier misschien maar daar niet. Dat project werd dan ook niet echt opgepikt vanuit de lokale bevolking.”

 

Kunnen boeren die verrijkte gewassen vrij telen of zijn ze gebonden aan de bedrijven die ze ontwikkeld hebben?

 

“Eerdere ervaringen met biotechnologie en voedsel hebben laten zien dat boeren uiteindelijk afhankelijk werden van de bedrijven die de zaden en bestrijdingsmiddelen produceerden”, vertelt Guido Ruivenkamp. “Door het patenteren van producten, krijgen de ontwikkelaars het alleenrecht daarop”, noemt hij als een van de voorbeelden daarvan. Toch vindt Ruivenkamp het te ver gaan om biotechnologische toepassingen in de landbouw bij voorbaat te verwerpen. “Het hoeft niet per se een Trojaans paard te zijn waarmee voedselconcerns een voet tussen de deur van opkomende markten krijgen. Biotechnologie kan ook een emancipatoire werking hebben. Door open source is tegenwoordig veel meer kennis vrij beschikbaar, hiermee zouden boeren en wetenschappers uit het Zuiden ook hun voordeel kunnen doen.”

Korthals is iets minder optimistisch. Dat bedrijven die verrijkte gewassen op de markt brengen, op een gegeven moment de prijzen van het zaaigoed gaan verhogen of andere eisen gaan stellen is volgens hem een reële optie.  De lokale voedselsoevereiniteit moet volgens hem zoveel mogelijk autonoom zijn. “Juist in arme gebieden is dat belangrijk omdat je anders plaatselijke boeren ontmoedigt.”

 

Is het sleutelen aan voedsel wel een structurele oplossing voor ondervoeding?

Mensen lijden honger omdat ze arm zijn, niet omdat er te weinig voedsel op de wereld is, wordt vaak gezegd. Bij de ongelijke verdeling van voedsel spelen geografische en sociaal-economische redenen een rol. “Het is dan ook beter om je af te vragen hoe je lokale producten beter kunt verspreiden”, vindt Guido Ruivenkamp. “Hou je liever bezig met het zoeken naar manieren waarop het straatvoedsel in Ghana verbeterd kan worden.”

Hoewel biotechnologische toepassingen hun tekortkomingen hebben omdat ze vooral vanuit een westers denkkader worden bedacht, ziet Michiel Korthals toch nog wel mogelijkheden. “Het is een moeizaam en langdurig proces. Hoewel deze programma’s in Afrika en Indonesië totnogtoe niet echt lijken te helpen, vind ik niet dat je er zomaar mee moet stoppen. In Nederland heeft het ook honderd jaar geduurd voordat we honger uitgebannen hebben. En met de stijgende wereldbevolking is het goed om te kijken naar manieren waarop de huidige voedselproductie verbeterd kan worden.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons