Vier jaar na Rana Plaza: is de consument bewuster geworden?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Vrijwilligers Lotte en Tuanh schreven beiden een scriptie over duurzame mode, waarbij Lotte zich richtte op jongeren en duurzame mode. Zelf zijn ze steeds bewuster kleding gaan kopen. Lotte: “Ik koop nu alleen nog duurzaam of fair trade, maar vind dat vaak wel lastig omdat de meeste mensen in mijn omgeving daar helemaal niet mee bezig zijn.”

Transparantie

Tijdens de avond komt de Transparency Index aan bod, die eerder die dag is gelanceerd. “De Index laat zien dat consumenten veel waarde hechten aan transparantie”, zegt Jos Cozijnsen van Fashion Revolution. “Ze willen dat de merken meer informatie naar buiten brengen over zaken als arbeidsomstandigheden en vervuiling bij de productie.” Suzan Cornelissen van de Schone Kleren Campagne: “Wij pleiten ervoor om de transparantie aan te pakken. Er zijn merken die ermee bezig zijn, dus het kan wel.” Ze legt uit dat de Schone Kleren Campagne altijd persoonlijk met merken in gesprek gaat in plaats van alles meteen publiekelijk te maken.

De Transparency Index laat zien dat consumenten veel waarde hechten aan transparantie

Margot Span van Advocaten in de Mode denkt daar anders over. “Je kan wel transparant zijn, maar volgens mij gaat het om het controleren en de handhaving ervan.” Ze vindt het convenant een stap in de goede richting, maar van haar mag het best een stap verder – bijvoorbeeld door de btw op duurzame kleding te verlagen of niet-duurzame kleding in een hoger btw-tarief onder te brengen.

Mentaliteit van de consument

Iemand uit het publiek reageert: “Zolang de consument niet meer dan €15 wil betalen voor een topje, kunnen de problemen in de industrie niet opgelost worden, denk ik.” Cornelissen heeft een paar tips voor de consument: “Stel vragen aan merken – bijvoorbeeld via social media –, kijk op RankaBrand welke merken goed op weg zijn, wees kritisch en bedenk dat duurzame kleding niet per se duurder hoeft te zijn.” Cozijnsen vult aan: “Natuurlijk kun je ook minder kleding kopen en meedoen aan een kledingruil.”

Ondertussen komen de reacties uit de zaal op gang. “Een merk kan wel op zijn website zetten in welke fabrieken ze produceren, maar de consument kent de fabrieken niet en over een jaar kan de situatie daar weer heel anders zijn.” Iemand anders uit het publiek geeft de tip om het boek van Marieke Eyskoot te lezen, waarin veel merken worden beschreven die goed op weg zijn.

De mode-industrie loopt achter op de voedselindustrie

Voedselindustrie

Kritiek op wat er in de vier jaar na Rana Plaza is gebeurd – of juist niet is gebeurd – is er ook. “De mode-industrie loopt achter op de voedselindustrie. In de supermarkt staan vaak bordjes bij producten die biologisch geproduceerd zijn.” Dat moet bij kleding toch ook kunnen?

Alicia, studente International Development Management, is geïnteresseerd in de katoenketen. “Ik probeer alleen duurzame mode te kopen, maar dat is lastig omdat je als student een beperkt budget hebt”, zegt ze. Volgens Amber Jae Slooten, vorig jaar afgestudeerd aan het Amsterdam Fashion Institute (AMFI), wordt op het AMFI zeker aandacht besteed aan duurzame kleding. “Met het ontwerpen van een nieuwe collectie vergroot je feitelijk de stapel waste die er al is”, legt ze uit. “Op het AMFI worden we daarom gepusht om na te denken waarom we nóg een collectie op de markt willen brengen.”

Dat het evenement in het World Fashion Centre plaatsvindt, geeft Tuanh een dubbel gevoel. “Hier zit eigenlijk de kern van het probleem”, zegt ze. “Wat dat betreft dus goed dat het juist hier plaatsvindt.” Cozijnsen sluit de avond af: “This is the place to be to create a fashion revolution.”

Openingsfoto: Flickr/greensefa

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons