Wereldwijd wordt steeds meer gas afgefakkeld

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Rond olievelden komt vaak gas voor. Als een producent niet over de middelen beschikt om dat gas te verwerken, wordt het meestal gewoon verbrand. Dat affakkelen is niet alleen lokaal erg vervuilend, maar stoot ook CO2 uit: jaarlijks zo'n 350 miljoen ton.

En dat terwijl het gas eigenlijk gewoon gebruikt zou kunnen worden als brandstof. Uit cijfers van de Wereldbank blijkt dat de olie-industrie in 2015 alleen al 147 miljard kubieke meter gas heeft afgefakkeld – vergelijkbaar met het totale gasverbruik van Groot-Brittannië, Duitsland en Zwitserland samen. Mocht dat volume aan gas in energiecentrales worden verbrand, zou het heel Afrika van stroom kunnen voorzien.

Stijging

Tussen 2013 en 2015 is het totale volume gas dat zo wordt verspild gestegen met 4 procent, blijkt uit nieuwe cijfers van de Wereldbank. Dat is vooral te wijten aan de snelle groei van de olie- en gassector in Irak en de Verenigde Staten. Daardoor zijn besparingen in Nigeria, Libië en andere landen tenietgedaan.

Het cijfer is slecht nieuws voor de Wereldbank, die in 2002 het 'Global Gas-Flaring Reduction'-partnerschap in de wereld had geroepen. De bank was daarin met grote olieproducten overeen gekomen om de praktijk af te schaffen tegen 2030.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons