Biobrandstof is niet te vreten

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Sinds een paar jaar laat de Keniaanse overheid steeds meer land in de Tana Delta regio opkopen door investeerders voor de productie van biobrandstoffen. Daarmee staat nu het laatste kapitaal van de bewoners van Vumbue – een paar hectare land en hun voedsel – op het spel. 

“Wat moeten wij met biobrandstof?”, vraagt Salim Guyole terwijl hij naar zijn droge akker staart. “Ik heb niet eens voldoende eten om mijn kinderen te voeden; laat staan dat ik iets heb om die brandstof in te doen.” Andere mannen uit het Keniaanse dorpje Vumbue mompelen instemmend. Een paar jaar geleden was het er beter; ze hadden meer land tot hun beschikking en meer bossen om in te ‘jagen en verzamelen’. Zo leefden ze honderden jaren lang van honing, mango’s en het op kleine schaal verbouwen van gewassen zoals maïs, watermeloen en bonen.

Afrikaanse grond
Niet alleen in Vumbue is er een run op vruchtbaar land voor de productie van biobrandstoffen. Sinds de jaren ‘90 is de internationale vraag naar biobrandstoffen fors toegenomen. En de Europese Unie heeft aangegeven in 2020 10 procent van alle transportbrandstoffen te willen bijmengen met hernieuwbare bronnen, waaronder gewassen die omgezet kunnen worden in bio-ethanol en biodiesel.

Omdat de Europese bodem niet toereikend is om aan deze vraag te voldoen, zoeken bedrijven en overheden de wereld af naar plaatsen waar voldoende land is. Afrika lijkt hiervoor uitermate geschikt: er is genoeg vruchtbare, goedkope grond en de bewoners van deze gebieden hebben vaak weinig landrechten.

Staatseigendom
“Nee, onze voorvaders hebben nooit bedacht dat ze zich moesten registreren bij de overheid”, zegt Martin, boer, uit het dorpje Wema, waar een soortgelijke situatie zich voordoet. “Maar we hebben onze akkers en huizen al sinds mijn voor-voorvaderen!”  Problemen met landrechten komen veel voor in Kenia, waar grond meestal officieel geregistreerd staat als staatseigendom. De stammen en dorpen die daar wonen zijn vaak niet opgewassen tegen de papierwinkel van hun eigen overheid en vervolgens wordt hun landrecht ontkend.

In de Tana Delta is 80 procent van de grond officieel in het bezit van de overheid. Diezelfde overheid schat het belang van de opkomende biobrandstoffenmarkt hoog in, en verwelkomt investeringen van biobrandstofbedrijven zoals MAT International en TARDA. Dit is volgens de beleidsmakers een goede stap in de richting van een verbeterde infrastructuur, werkgelegenheid en economische groei.

Protest en rechtszaken
Er worden vaak weinig eisen gesteld aan de ‘landdeals’ en de rechten van de boeren gaan verloren. Beleidsmedewerker Sander van Bennekom van Oxfam Novib deed onderzoek: “De praktijk in Kenia is een weerslag van dit verschil in belangen van de staat en de lokale boer. De biobrandstofvolumes moeten worden gehaald, en de problemen? Ach, die zijn hooguit tijdelijk.” Door dit verschil in belangen lopen conflicten over land steeds hoger op, zowel tussen boeren en de overheid als tussen boeren onderling.

De landtoe-eigening leidt vaak tot protest, boeren organiseren zich, spannen rechtszaken aan, blokkeren toegangswegen en gaan confrontaties niet langer uit de weg. Boer Martin is vastbesloten: “Zolang er voor ons geen voordelen aan zitten, ga ik mijn land niet af.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons