Fotoreportage

De jacht op Jemenitisch paradijs-eiland Socotra

Op het Jemenitische vasteland woedt een wrede oorlog, op het Jemenitische wondereiland Socotra heerst vrede. Maar hoe lang nog? Grootmachten willen een stukje van het ‘Galapagos van de Indische Oceaan’. Het kwetsbare ecosysteem dreigt het slachtoffer te worden.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Van over de oceaan nadert een kaki vliegtuig. Het scheert over de kustweg die de westpunt van het Jemenitische eiland Socotra met de oostpunt verbindt. “Saoedi”, zegt Ahmed al Qawi, turend naar het vliegtuig. Toestel landt en taxiet zich naast een wit toestel. “Emirati”, concludeert Al Qawi. Het volgende moment stijgt een helikopter op. “Weet ik niet”, zegt hij. Langzaam lost de helikopter op in de wolken rond de hoogste pieken van de Haghier, een van de meest kwetsbare natuurlijke gebieden van het toch al kwetsbare eiland.

Op Socotra – ruwweg tien maal Texel, verzonken in de oceaan tussen Oost-Afrika en Zuid-Arabië – heerst al eeuwenlang vrede. Begin deze eeuw riep de internationale gemeenschap Socotra nog uit tot werelderfgoed. Daaraan vooraf gingen decennia waarin wetenschappers stuitten op de een na de andere onontdekte soort op het afgelegen eiland, waar juist vanwege het isolement een prehistorische natuur lang bewaard bleef. Naar schatting 37 procent van de planten en 90 procent van de reptielsoorten die in het landschap te vinden zijn, zie je nergens anders ter wereld.

Zonder drakenbloedboom erodeert Socotra tot een kale berg

In Sanskriet betekent Socotra ‘paradijs’, waardoor velen denken dat de hof van Eden naar Socotra verwees. De koraalriffen zijn beroemd, net als de verzameling roze woestijnrozen en aloësoorten. Elk jaar nog wordt de lijst endemische soorten langer, met nieuwe plantjes, vissen, amfibieën, vogels. “Vorig jaar konden we de Socotraanse buizerd definitief aan de lijst toevoegen”, zegt Ahmed Saeed, ornitoloog op het eiland.

Het Socotraanse landschap doet vanwege de antieke boomsoorten zoals de dikbuikige flessenbomen en kronkelige wierrook- bomen buitenaards aan. Met name de drakenbloedboom – een majestueuze soort met het silhouet van een gigantische paraplu – daagt het westerse oog uit. De boom ‘melkt’ de laaghangende wolken die vrijwel altijd boven het eiland hangen en creëert daarmee een biotoop die voorwaardelijk is voor alle andere organismen. Zonder drakenbloedboom erodeert Socotra tot een kale berg.

Verjaagde natuurbeschermers

Op Socotra geen oorlog, zoals in moederland Jemen, driehonderd zeemijlen noordwaarts. Maar het eiland lijkt desalniettemin onder de voet gelopen te worden door hetzelfde groepje grootmachten dat de situatie in Jemen zo complex maakt. Allemaal willen ze een deel van het eiland, dat bovendien handig op de olieroute ligt. Langs de nog onontgonnen kust schuiven grote machines stenen bij elkaar voor de nieuwe Sheikh Zayed Corniche, een boulevard vernoemd naar de ruimhartige Emiraatse kroonprins.

Vanuit de Emiraatse hoofdstad Abu Dhabi ingevlogen Indiërs bouwen er nieuwe ziekenhuizen, Filippino’s uit Dubai sleutelen er aan nieuwe gsm-masten, alles betaald door Emiraatse investeerders, vaak met eeuwenoude Socotraanse familiebanden. De Emirati’s kwamen in de loop van 2015, met een leasecontract opgesteld kort na het begin van de Jemenoorlog, waarbij de regering werd verjaagd door Houthi-rebellen. In het contract staat die verjaagde regering het gezag over Socotra af aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), in ruil voor militaire steun in de strijd op het vasteland.

Veel eilanders profiteren van de interesse van de Arabische broederstaten

Op het Jemenitische vasteland nam de VAE de wapens op, vier jaar al bevechten ze er de Houthi-rebellen. Op de achtergrond investeerden Emirati’s fors op Socotra, waar ze volgens het leasecontract een eeuw mogen blijven. De Socotri kijken wat gespannen naar de ongebreidelde groei, maar zonder al die Emiraatse hulp en investeringen zaten ze nog tussen de brokstukken, achtergelaten door cyclonen die de afgelopen jaren over het eiland raasden. De eigen zwakke overheid is niet in staat hulp te verlenen.

Er zijn nu ook veel Saoedies op het eiland. Ze kwamen vorig jaar mei met bijna duizend militairen, op verzoek van de Jemenitische regering, die het leasecontract met de Emiraten betwistte en het gezag over het eiland terugeiste. De Saoedies stuurden de Emiraatse militairen naar huis, vervingen de gouverneur door een Socotri die minder gretig uit de Emiraatse hand at en namen intrek in het kantoor van de natuurbeschermers van het Environmental Protection Agency (EPA) aan de rand van het Socotraanse hoofdstadje Hadibou, ooit neergezet met subsidie van de westerse milieukoepel GEF. Voor het gebouw staan nu twee kaki pantserwagens van het Saoedische leger.

Dode drakenbloedbomen.
Een betekenisvolle ontwikkeling, want het is nu juist die natuur die het onderspit dreigt te delven door al die aandacht. De verjaagde Socotraanse natuurbeschermers zijn uitgeweken naar een pand elders in het stadje. Sinds de inval van al deze belanghebbenden staat de oorspronkelijke manier van leven op de tocht. Bedoeïenen leven al eeuwen op dezelfde teruggetrokken manier op het eiland, waardoor de natuur zo ongerept heeft kunnen blijven.

Ontvoerde bomen

Ook zonder militaire aanwezigheid blijft de Emiraatse invloed te groot, zeggen tegenstanders van hun aanwezigheid, die de sociale media bedelven met Emiraatse daden die het daglicht niet zouden kunnen verdragen: illegaal bouwen in beschermde natuurgebieden en zeldzame planten en bomen ontvoeren naar Abu Dhabi. Je ziet de Emirati’s inderdaad als kwajongens in de lucht hangen met hun gyrocopters, je ziet ze zandduinen omhoog crossen op quads en de bergen invliegen met helikopters. Sommige kalkstenen en granieten kliffen werden al door Emirati uitgehold. Sommigen spreken van het bulldozeren van natuurgebieden voor resorts en zwembaden, maar daar lijkt moeilijk bewijs voor te vinden.

Veel Socotri profiteren juist van de interesse van de Arabische broederstaten, want naast de Emirati’s en westerse donors investeren ook private en publieke fondsen uit Saoedi-Arabië, Qatar en Koeweit in hulp en projecten op Socotra. De koopkracht neemt toe, de winkels liggen vol. Maar tegelijk stijgt de inflatie, waait het eiland vol vuil en kwijnt de natuur weg. Zorg is er ook bij Omar Al Saghier, vertegenwoordiger van de United Nations Development Program (UNDP). Al Saghier heeft er net een rondje langs zijn ontwikkelingsprojecten op zitten en is ongeruster dan na zijn vorige bezoek, een half jaar geleden.

De mensen die profiteren applaudisseren, de anderen trekken hun neus op

“Inwoners zien de Emiraatse helikopters landen op afgelegen plaatsen en ad hoc geld uitdelen, zonder plan, zonder te onderzoeken waar de grootste behoefte bestaat. De mensen die profiteren applaudisseren, de anderen trekken hun neus op. Men is bezorgd dat het leven verstoord wordt, dat het te ingewikkeld wordt, vooral voor mensen buiten het Emiraatse netwerk.” De ‘Arabisering’ op het eiland zet door. Qat en vrouwen die zich bedekken waren tot tien jaar geleden nauwelijks te zien, maar zijn nu alomtegenwoordig.

Dat de Emirati’s bij hun investeringen liever geen pottenkijkers zien, blijkt uit de moeite die het kost om op Socotra te komen. Toeristenvisa worden al vier jaar niet meer verstrekt. Het handjevol hardnekkige wetenschappers en vasthoudende toeristen dat nog wel binnenkomt, doet dat met een werkvisum, verstrekt door een laatste restje Jemenitisch gezag. De Socotri zien de vreemdeling nog altijd graag komen. Als ik een restaurant bezoek en aanschuif aan de lange tafels voor een portie rijst met kip, schuiven ze direct hun bord naar me toe, om te delen: “Koel, eet.”

Door de ineenstorting van het toerisme verzandt de toeristische infrastructuur; een netwerk van rudimentair sanitair – ooit neergezet met internationaal geld – waar de vijfduizend jaarlijkse ecotoeristen het stof van zich af konden wassen, voordat ze dromerig van de bizarre landschappen in hun slaapzak doken. “Hier kun je niet meer slapen”, zegt chauffeur Al Qawi, wijzend op de stapel kapotte matrasjes bedekt met geitenkeutels, in natuurgebied Homhil. Het sanitair is afgesloten, net als het keukentje. Sowieso is er niemand om voor ons te koken. “Ik hoop dat je een mooi verhaal schrijft”, zegt zijn collega Saleh al Soqotri later, “zodat de toeristen weer terugkomen.”

Drakenbloedbomenbos

De gehele populatie is aan het sterven. De vraag is alleen nog: hoe snel?

De hoop is dat met de toeristen de aandacht terugkeert voor het spectaculaire Socotraanse landschap. Dat het al langer niet goed gaat met de drakenbloedbomen was bekend, maar is sinds kort wetenschappelijk vastgesteld. Tsjechische onderzoekers berekenden de teloorgang van de boom, waarvan er nu nog precies 80.132 overeind staan. Ruim 10 procent sneuvelde bij de recente cyclonen. Veel erger nog is het ontbreken van jonge bomen. Onderzoeker Petr Vahalik drukte de teloorgang af op een indrukwekkende serie kaarten, tabellen en grafieken. De gehele populatie is aan het sterven, waarschuwt Vahalik. “De vraag is alleen nog: hoe snel, dus hoeveel tijd hebben we nog om daar iets aan te doen?”

In het enige drakenbloedbomenbos ter wereld Firmihin – midden op Socotra – hangen ontwortelde exemplaren in een volgende boom, als boksers in de touwen. Vervangende jonge aanplant ontbreekt, zo langzaam groeien deze bijzondere bomen dat de alomtegenwoordige geit er altijd een voortijdig einde aan maakt. Wil je jonge bomen, moet je die decennia beschermen. Zoals dorpshoofd Sjeich Kheibani veertien jaar geleden een hectare van zijn land afrasterde en beplante met drakenbloedbomen. Collectief moeten ze een nieuw bos worden, individueel reiken ze nog altijd niet hoger dan de knie.

In de botanische tuin van Socotra kijkt Abdallah Adeeb wat mistroostig voor zich uit. “Morgen komt de mecanicien de pomp repareren en kan ik de bomen weer bevloeien”, zegt Adeeb, wiens vader bijna vijftig jaar geleden begon met de tuin, die vierenhalfduizend kleine drakenbloedboompjes telt, naast nog duizenden andere inheemse zaailingen. Ze kosten ongeveer net zoveel als een portie qat, schat Adeeb. “Maar ik verkoop er hooguit vier per jaar. Mensen zijn niet geïnteresseerd en de overheid is te zwak. Nee, maak er alsjeblieft een mooi verhaal van, zodat in elk geval de toeristen weer terugkomen.”

Het landschap lijdt

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons