Wereldvoedseldag: Waarom een bedrijf onder druk zetten helpt

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Waarom maakt Oxfam zich zo druk over cacao?
”Chocolade heeft een grote aantrekkingskracht op mensen. Een Nederlander eet gemiddeld vijf kilo chocolade per jaar. Maar je denkt bij die fabrieksreep niet direct aan de drie miljoen kleine familieboertjes die met de hand die cacao telen, drogen, verslepen. Dat is zo bijzonder aan cacao: het overgrote deel van de wereldproductie komt niet van grote gemechaniseerde boerderijen maar van die boerenbedrijfjes die elk maar een paar hectare bebouwen en daar eigenlijk niet van kunnen leven.”

En op die kleine bedrijven is het niet zo fijn toeven?
”Niet bepaald. Cacao wordt wel eens ‘poor man’s crop’ genoemd. Het is een gewas waar de boeren zelf niet van kunnen eten, maar óók bijna niets aan verdienen. Al die afzonderlijke boertjes hebben een slechte onderhandelingspositie en krijgen maar drie procent van de opbrengst van een reep chocolade. Het echte verdienen gebeurt niet daar, maar bij de verwerking tot chocolade in de fabriek. Nederland is daar trouwens groot in: hier staan de grootste fabrieken van giganten als Mars en Cargill. Cacao is ook bijzonder omdat er zelfs nog kind slavernij aan te pas komt. De boeren in West-Afrika ronselen soms kinderen uit nog armere buurlanden om op hun plantage te werken.”

 

In Nederland gebeurt het grote verdienen in de cacao-verwerkende industrie, terwijl er bij de productie nog steeds sprake is van kindslavernij.

 

Ah, de grote bedrijven. Mars besloot in 2009 helemaal op gecertificeerde cacao over te stappen en er volgen ondertussen meer. Hebben bedrijven allemaal opeens het duurzame licht gezien?
”Bedrijven worden steeds meer publiekelijk gedwongen. Multinationals hebben zich lang kunnen verschuilen achter het excuus ‘dat de keten te lang en ingewikkeld was’ om toe te zien op duurzaam en eerlijk geproduceerde grondstoffen. Daar komen ze niet meer mee weg door de aandacht in de media voor bijvoorbeeld in het nauw gedreven orang-oetans of kindslavernij. Ten tweede krijgen chocoladebedrijven gewoon haast: cacao raakt door de onduurzame productie schaars. Boeren zijn te arm om te investeren in nieuwe cacaoboompjes en bodemverbetering. Die raken ondertussen uitgeput en de productiviteit van plantages loopt enorm achteruit. Tegelijkertijd vergrijst de cacaoboerenbevolking: boeren en hun kinderen zien geen heil meer in het verbouwen van iets wat zo weinig oplevert en fysiek zo zwaar is. In sommige landen is de gemiddelde leeftijd onder hen 62 jaar.”

Met de  Groene Sint riepen jullie Nederlandse winkeliers op tot het verkopen van chocolade met een certificaat, van Fairtrade of Utz Certified bijvoorbeeld. Hoe gaat dat certificeren zorgen dat er genoeg cacao is?
”Een boer die gecertificeerd is moet aan hogere standaarden voldoen en moet dus investeren in zijn bedrijf. De allerarmsten kunnen dat niet. Een bedrijf als Mars moet al die boeren en boerinnen dus eerst helpen om zo ver te komen: een boer krijgt bijvoorbeeld training in hoe hij duurzamer kan produceren, krijgt les in nieuwe planttechnieken et cetera. Dan gaat productie vooruit en krijgen boeren een beetje meer geld voor hun kwalitatief hogere waar. Ook kan het helpen om de misstanden in de sector tegen te gaan: een gecertificeerde boer raakt zijn zuurverdiende vergunning kwijt als hij kinderen aan het werk heeft. Kijk, het is een hulpmiddel om de omstandigheden een (klein) beetje beter te maken. Maar het lost zeker niet alle problemen op. Boeren moeten zorgen dat hun onderhandelingspositie beter wordt. In Nigeria ondersteunen we coöperaties van boeren die samenwerken om hun positie te verbeteren.”

De oplossing: een betere onderhandelingspositie voor de boeren.

Met Behind the Brands vroegen jullie bedrijven om verantwoordelijkheid te nemen. Hoe houdt je zo’n enorm bedrijf aan zijn beloftes?
”We proberen de bedrijven vooral te dwingen om open te zijn over hun beleid. We publiceren op verschillende punten de plannen en beloftes van grote merken als Nestlé om de positie van vrouwen in de cacaoproductie te verbeteren. We kunnen zelf niet toezien op de uitvoering van die plannen, maar we geven wel iedereen de ruimte om te reageren en te vertellen waar het nog misgaat. We betrekken dus iedereen bij het controleren en aanschrijven van de merken. Zo kunnen mensen steeds zien: wat is de realiteit versus het beloofde beleid. Dat is een heel krachtig beeld. Die transparantie bij bedrijven is van enorm belang als we de wereld willen verbeteren. Tot nu toe konden ze vaak zeggen: ‘onze marges zijn ook niet zo groot, we verdienen niet genoeg om te investeren’. Als je daar tegenover zet dat met één procent van het marketingbudget van de drie grootste chocolademakers in de wereld (Nestlé, Mars en Mondelez) je de helft van Ivoorkust zou kunnen trainen in duurzaamheid, heb je toch een heel ander verhaal.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons