Circulair boeren in de Achterhoek

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het is niet te hopen dat het regent als melkveehouder Henk Jolink uit Drempt zijn weiland bemest. Zijn gras groeit namelijk uitstekend door de voedingsstoffen in de koeienpoep en bij een overdaad aan regenwater spoelt het zo van zijn land, richting het riool of via kleine beekjes naar de Oude IJssel. Zijn weiland heeft dan geen tijd om de vruchtbare poep op te nemen en Jolink kan opnieuw beginnen.

Vruchtbaar en schadelijk

Een melkveehouder mag niet onbeperkt zijn land bemesten. De overheid heeft strikte quota gesteld voor de hoeveelheid uitwerpselen die een boer per hectare mag uitstrooien. De uitwerpselen van een koe zitten vol stikstof, nitraten en fosfaten. Weliswaar vruchtbare mineralen, maar bij overmatige uitspreiding over het land schadelijk voor het milieu. Zo veroorzaakt het stankoverlast en stimuleert fosfaat algengroei, wat zorgt voor afname van de biodiversiteit. Gelukkig voor Jolink is zijn 84 hectare grond groot genoeg om de mest van zijn 110 koeien voldoende te verspreiden.

boer Henk Jolink uit Drempt
Boer Henk Jolink uit Drempt. Foto: familie-archief Jolink

Kleinere melkveehouders zijn helaas minder goed bedeeld. Zij blijven zitten met een overschot en dit mag uiteraard niet zomaar worden geloosd. Nee, het overschot moet worden afgevoerd en daarvoor moet de melkveehouder betalen. Vervolgens moet de boer het tekort aan voedingsstoffen op zijn land aanvoeren met kunstmest.

Er is nog een reden waarom Jolink het tekort aan mineralen moet aanvullen. Niet alle voedingsstoffen die een koe via haar voer binnenkrijgt, komen na vertering weer terug op het land. De fosfaten en nitraten verlaten niet alleen via het darmkanaal de koe, maar ook via de melk. Deze melk drink jij en zo belanden de mineralen in de wc in plaats van het weiland. Kortom: jouw glas melk, mestquota en een flinke plens regen zorgen er allemaal voor dat de kringloop in het weiland van de melkveehouder verre van gesloten is.

‘Daar moeten wij wat mee’

“Dat kringloopverhaal, daar moesten wij als boeren in de Achterhoek wat mee”, vertelt Henk Jolink aan de keukentafel van zijn boerderij. Jolink is naast melkveehouder ook voorzitter van de afdeling West-Achterhoek van Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO). Hierdoor was hij in 2013 nauw betrokken bij het opzetten van de Vruchtbare Kringloop Achterhoek (VKA). Een project waar zich binnen de kortste keren 250 melkveehouders uit de regio bij aansloten. Allemaal met hetzelfde doel: hun bodem en meststoffen efficiënter gebruiken en zo de kringloop op hun boerderij te sluiten.

VKA werkt als volgt: boeren houden via een online database exact bij hoe zij met hun weiland, koeien en voeding omgaan. Ze vullen in hoeveel kunstmatige- en homemade compost ze verspreiden, wat voor en hoeveel voer ze hun koeien geven en hoeveel melk en uitwerpselen de koeien teruggeven. Kortom: alle momenten waarop er voedingsstoffen het weiland inkomen of verlaten, worden bijgehouden.

Je kunt wel een duur adviesbureau van buiten inschakelen, maar daar begrijpen wij boeren niks van

In groepjes van twintig komen de melkveehouders vier keer per jaar bijeen. Begeleid door experts van de Universiteit van Wageningen worden de ingevulde lijsten bekeken en wordt nagegaan waar winst geboekt kan worden. Hoogleraar agrosysteemkunde Frans Aarts die namens de Universiteit Wageningen betrokken is bij het project, geeft een voorbeeld: “Als boer A met één kilo voer 3 liter melk produceert, maar boer B 5 liter, dan gaat boer A bij boer B kijken hoe hij dit voor elkaar krijgt.”

Schoon water

Deze uitwisseling van informatie is volgens Jolink precies de reden waarom de VKA gaat slagen: “Je kunt wel een duur adviesbureau van buitenaf halen, maar daar begrijpen wij boeren niets van. Boeren hebben zelf de kennis en spreken elkaars taal.” Zo heeft de ene boer meer kennis over de koeienvlaai van zijn Clara-13 en de andere over het type gras dat zijn grond bedekt. Door deze informatie te delen hopen de 250 boeren de kringloop op hun weiland zoveel mogelijk te sluiten. Maar de melkveesector is niet de enige partij die hier baat bij heeft.

20 miljard liter20 miljoen kuub grondwater uit de Achterhoek wordt er jaarlijks door drinkwaterbedrijf Vitens opgepompt. Evenveel als wat ruim 250.000 huishoudens in een jaar verbruiken. 

Met het regenwater is een groot gedeelte van de zojuist verspreide compost-uit-eigen-stal uitgespoeld via beekjes en het riool. Maar nog niet al het water is weg. Een gedeelte van de regen sijpelt door het grasland diep de bodem in. Aangelengd met de zojuist gelande koeienpoep bereiken de regendruppels het grondwater. Hier veroorzaakt het een volgend probleem.

“Bij Vitens weten we dat het grondwater behoorlijk wordt belast doordat mineralen in de landbouw niet altijd even efficiënt worden gebruikt”, vertelt Toon van Kessel die namens Vitens betrokken is bij de VKA. Aan deze vervuiling van de watervoorraden wilde het bedrijf wat doen. Maar zoals Jolink al aangaf: boeren zijn niet altijd gediend van ongevraagde adviezen van buitenstaanders.

Bodemmonsters

Toch zag Vitens kans om aansluiting te vinden bij de VKA: “We hebben namelijk hetzelfde doel voor ogen: het overschot aan voedingsstoffen in het weiland zoveel mogelijk beperken”, vertelt Van Kessel. Zo profiteert het waterbedrijf niet alleen maar van de inzet van de boeren. Door bodemmonsters te nemen meet de leverancier hoeveel water, nitraten, stikstof of fosfaat de grond van een boer heeft opgenomen. Met deze informatie weet een boer vervolgens hoe effectief zijn ingreep in de kringloop is geweest.


Ondergelopen akker. Foto: Pixabay/geralt

Nu het project drie jaar bezig is, kan een tussentijdse balans worden opgemaakt. Voor de melkveehouders is er in ieder geval duidelijk winst geboekt: hun mestoverschot is behoorlijk gedaald. Zelfs zo ver dat er per boer jaarlijks 6000 euro wordt bespaard op het afvoeren van overtollig mest. Vitens moet nog even geduld hebben voordat de baten duidelijk worden. “Voordat het regenwater het grondwater in de Achterhoek bereikt, ben je twintig jaar verder”, legt Van Kessel uit. Toch is hij positief gestemd. De resultaten van een vergelijkbaar project in Duitsland voorspellen namelijk succes. Daar is de hoeveelheid stikstof in de bodem in 10 jaar met 30 procent afgenomen.

Ondanks de hoopvolle resultaten in de Achterhoek blijft Aarts voorzichtig: “Gesloten Achterhoek’ bekt wel lekker, maar eigenlijk is een gesloten kringloop onmogelijk. Je exporteert namelijk producten naar buiten de regio, die mineralen komen niet terug”. Maar hoe ziet een gesloten kringloop er dan wel uit? Daar heeft Aarts wel een antwoord op: “Je vult alleen aan wat je aan producten weghaalt. Simpel gezegd: degenen die melk drinken, brengen een paar uur na consumptie hun eigen geproduceerde mest weer terug naar het weiland. Zo is de cirkel echt rond.” 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons